Les Havo 4 Groevenbeek Categorische imperatief AAJ

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Hedonisme en Utilisme zijn vormen van
A
doel ethiek
B
pragmatische ethiek
C
plicht ethiek
D
zuivere ethiek

Slide 6 - Quizvraag

"Ik ga niet roken, want dan krijg ik 1000 euro van mijn ouders".
A
plichtethiek
B
doelethiek

Slide 7 - Quizvraag

"Een handeling is juist wanneer je daarbij rekening houdt met de ander"
A
plichtethiek
B
doelethiek

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Welk begrip hoort niet bij utilisme
A
meerderheid
B
geluk / genot
C
eigenbelang
D
Bentham

Slide 11 - Quizvraag

Utilisme heeft oog voor...
A
het individu
B
de vrijheid
C
geluk voor iedereen
D
belang van de meerderheid

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Kant: Welk begrip is niet van toepassing
A
Plicht
B
Immanuel
C
Verlichtingsfilosoof
D
Deugdethiek

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Categorische imperatief is een onderdeel van
A
het utilisme
B
plichtethiek
C
deugdethiek
D
doelethiek

Slide 19 - Quizvraag

Categorische imperatief betekent
A
handel zo dat kunt willen dat de uitkomst van je handeling een algemene wet wordt
B
principe is onder alle omstandigheden, voor elke situatie, geldig, ongeacht de gevolgen
C
Geen van beide goed
D
Allebei goed

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Welke redenatie hoort bij de categorische imperatief van Kant?
A
Moreel onjuist omdat je de mens nooit als middel mag gebruiken
B
Moreel juist omdat liegen volgens de deugdethiek soms mag

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide