P.1 Communicatie & Massamedia

Massamedia
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmboLeerjaar 4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Massamedia

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Hoofdvragen 1.1:
  • Wat is communicatie en waarom is dat zo belangrijk?
Begrippen:
  • Communicatie
  • zender
  • ontvanger
  • Medium
  • Feedback
  • (communicatie)ruis
  • verbaal
  • non-verbaal
  • eenzijdige communicatie
  • tweezijdige communicatie
  • persoonlijke communicatie
  • massacommunicatie

Slide 3 - Tekstslide

Communicatie

Slide 4 - Woordweb

Communicatie:
Bij communicatie is er een zender en een ontvanger.
De informatie wordt verstuurd door een medium
We spreken van feedback of terugkoppeling als de ontvanger reageert op de boodschap van de zender.

Slide 5 - Tekstslide

De docent legt iets uit. De docent:
A
Is zender
B
Is ontvanger
C
Geeft feedback

Slide 6 - Quizvraag

De leerlingen luisteren. De leerlingen:
A
Zijn zender
B
Zijn ontvanger
C
Geven feedback

Slide 7 - Quizvraag

Een leerling geeft aan dat ze het niet snapt. De leerling:
A
Zij communiceert
B
Zij zendt
C
Zij geeft feedback
D
Zij is het medium

Slide 8 - Quizvraag

Communicatie vormen:
  • Directe communicatie: face to face
  • Indirecte communicatie: je bent niet in dezelfde ruimte
  • Verbale communicatie: gesproken en geschreven woorden
  • Non-verbale communicatie: alle andere vormen van communicatie
  • Eenzijdige communicatie: er is sprake van eenrichtingsverkeer
  • Meerzijdige communicatie: deelnemers zijn zender en ontvanger

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Wat zien we hier?
A
Directe communicatie
B
Indirecte communicatie
C
Verbale communicatie
D
Non-verbale communicatie

Slide 11 - Quizvraag

Wat zien we hier?
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie
C
Eenzijdige communicatie
D
Meerzijdige communicatie

Slide 12 - Quizvraag

Wat zien je hier?
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie
C
Directe communicatie
D
Eenzijdige communicatie

Slide 13 - Quizvraag

Wat zie je hier!?
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie
C
Directe communicatie
D
Eenzijdige communicatie

Slide 14 - Quizvraag

Wat zie je hier?
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie
C
Indirecte communicatie
D
Eenzijdige communicatie

Slide 15 - Quizvraag

Wat zien je hier?
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie
C
Eenzijdige communicatie
D
Meerzijdige communicatie

Slide 16 - Quizvraag

Opdrachten:
Lezen 1.1 
Vragen bij 1.1
Opd. 9 / 10 / 11 / 12
Begrippen: communicatie t/m feedback 

Slide 17 - Tekstslide

Hoofdvragen 1.2:
  • Welke rol spelen massamedia in onze samenleving?
Begrippen:
  • Massacommunicatie
  • massamedia
  • mediawijsheid
  • Sociale media

Slide 18 - Tekstslide

Massamedia:
Media die zich met hun communicatieboodschap tot grote groepen mensen tegelijk richten.

Slide 19 - Tekstslide

Voorbeelden:
Radio, televisie, internet, kranten, tijdschriften, flyers, films, strips, theatervoorstellingen, kunst, posters, billboards & verkeersborden.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Wat is de boodschap van dit bord?

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide

Wat is de boodschap van dit billboard?

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Tekstslide

Wat is de boodschap van dit kunstwerk?

Slide 26 - Open vraag

Kenmerken massamedia:
  • De informatie is openbaar 
  • Gericht op groot, anoniem publiek (Geen persoonlijk contact tussen zender en ontvanger)
  • Werkt indirect (pas achteraf reageren, de meeste kijkers/lezers reageren nooit)
  • De communicatie is eenzijdig (eenrichtingsverkeer)
  • Geen directe feedback (niet controleren of de boodschap overkomt) 
  • versturen / samenstellen van de boodschap gaat via organisaties waar veel mensen werken (bijvoorbeeld redactie krant of NOS-journaal).

Slide 27 - Tekstslide

Checken:
  • Is het openbaar? 
  • Is het indirect?
  • Is het eenzijdig?
  • Hebben zender en ontvanger persoonlijk contact?
  • Is er directe feedback?

Slide 28 - Tekstslide

Checken:
  • Is het openbaar?
  • Is het indirect?
  • Is het eenzijdig?
  • Hebben zender en ontvanger persoonlijk contact?
  • Is er directe feedback?

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Traditionele media
Kranten, boeken, televisie en radio bestaan al veel langer dan internet. Daarom noemen we deze media ook wel de traditionele media

Slide 31 - Tekstslide

'Nieuwe' media
Internet is een interactief medium. Interactie betekent wisselwerking. Op 'het net' kan iedereen zender/ontvanger zijn. 
Daarom nu sprake van informatiesamenleving (24/7)

Slide 32 - Tekstslide

Leg in je eigen woorden uit waarom internet een massamedium is:

Slide 33 - Open vraag

Waarom is internet wel een interactief massamedium en een tv-uitzending niet?

Slide 34 - Open vraag

Waarom is mediawijsheid zo belangrijk in onze informatiesamenleving?

Slide 35 - Open vraag

Wat zijn volgens jou dingen waar je op moet letten om te controleren of een bron op internet betrouwbaar is?

Slide 36 - Open vraag

Opdrachten:
Lezen 1.2 
Vragen bij 1.2
Opd. 13 / 14 / 15 / 16 / 17 / 18
Begrippen: massacommunicatie t/m mediawijsheid

Slide 37 - Tekstslide