Basisstof 6: Het hormoonstelsel

Het hormoonstelsel
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Het hormoonstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je kunt de bouw en functie van het hormoonstelsel beschrijven 
  2. Je kunt in een afbeelding de belangrijkste hormoonklieren benoemen.

Slide 2 - Tekstslide

Hormoonstelsel
Hormonen regelen langzame processen:
  • groei, 
  • ontwikkeling, 
  • stofwisseling  
  • voortplanting

Slide 3 - Tekstslide

Hormonen
  • chemische stof 
  • specifieke werking
  • regulerende stoffen 
  • hormoonklieren  maken hormonen

Slide 4 - Tekstslide

Verschil hormoonklier/ verteringsklier
Verteringsklier: 
maakt verteringssap
heeft een afvoerbuis om het verteringssap af te voeren
Hormoonklier:
maakt hormonen
Heeft geen afvoerbuis: geeft hormonen af aan het bloed

Slide 5 - Tekstslide

Hypofyse
  1. De hypofyse is een hormoonklier in de hersenen.
  2. Het maakt het groeihormoon
  3. De hypofyse beïnvloedt andere hormoonklieren (zoals de geslachtsorganen)

Slide 6 - Tekstslide

Hypofyse: productie van hormonen voor regeling groei, beïnvloeden van andere hormoonklieren 
9.1 

Slide 7 - Tekstslide

Schildklier
  • De schildklier maakt schildklierhormoon: 
  • Schildklierhormoon regelt verbranding in de cellen
  • Te weinig schildklierhormoon: Je bent koud en moe en wordt dikker.
  • Te veel schildklierhormoon: Je hebt het warm, bent bewegelijk, valt af.

Slide 8 - Tekstslide

De bijnier
  • De bijnier ligt boven de nier
  • De bijnier maakt adrenaline
  • Adrenaline = paniekhormoon
Zorgt voor:
=> snellere hartslag
=> snellere ademhaling
=> meer verbranding
Dus meer energie

Slide 9 - Tekstslide

Geslachthormonen vrouw
  • worden aangestuurd door de hypofyse
  • worden gemaakt in de eierstokken
  • Zorgen voor de secundaire geslachtsorganen
  • regelen menstruatie

Slide 10 - Tekstslide

Geslachthormonen man
  • worden aangestuurd door de hypofyse
  • worden gemaakt in de teelballen
  • Zorgen voor de secundaire geslachtsorganen (zoals zwaardere spieren)
  • testosteron

Slide 11 - Tekstslide

De eilandjes van Langerhans

De eilandjes van Langerhans produceren insuline en glucagon voor constanthouding bloedsuikerspiegel

(zorgt ervoor dat er altijd ongeveer evenveel suiker 

in je bloed is)

Slide 12 - Tekstslide


Wat is de functie van hormonen?
A
Hormonen verwerken de impulsen die afkomstig zijn van spiercellen
B
Hormonen zorgen voor het voedsel van het hormoonstelsel
C
Hormonen zorgen voor snelle reacties op prikkels
D
Hormonen regelen de werking van weefsels en organen die er gevoelig voor zijn.

Slide 13 - Quizvraag

Welk hormoon produceren de zaadballen?
A
Oestrogeen
B
Testosteron
C
Adrenaline
D
Insuline

Slide 14 - Quizvraag

Adrenaline wordt gemaakt in
A
Alvleesklier
B
Schildklier
C
Hypofyse
D
Bijnieren

Slide 15 - Quizvraag

In welk van de aangegeven organen wordt adrenaline geproduceerd? (gemaakt)
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 16 - Quizvraag

Wat regelen de hormonen uit de alvleesklier?
A
Adrenaline in je bloed
B
Hoeveelheid suiker in je bloed
C
Geven hormonen af
D
Zorgen voor verbranding

Slide 17 - Quizvraag

Nr. 2 (bij de keel)
Hormoonklier

A
Hypofyse
B
Eierstok
C
Bijnier
D
Schildklier

Slide 18 - Quizvraag

Nr. 3
Hormoonklier
Functie (taak)
A
Hypofyse invloed op de groei
B
Schildklier invloed op de stofwisseling
C
Bijnier sneller kunnen reageren
D
Alvleesklier invloed op hoeveelheid suiker in het bloed

Slide 19 - Quizvraag

Waar bevindt zich de schildklier?
A
Boven op de nieren
B
In de voortplantingsorganen
C
In de hals tegen de luchtpijp aan
D
In de alvleesklier

Slide 20 - Quizvraag

In de afbeelding is de ligging van enkele hormoonklieren bij een vrouw getekend.
Hoe heet deel 1?
A
Alvleesklier
B
Schildklier
C
Hypofyse
D
Bijnieren

Slide 21 - Quizvraag

Een leerling krijgt tijdens het houden van een presentatie voor de klas een rode kleur. Zijn hartslag en ademhaling zijn versneld. Bij meting zou blijken dat bovendien het glucosegehalte van het bloed is gestegen. Al deze effecten worden veroorzaakt door hetzelfde hormoon.
Welk hormoon veroorzaakt deze effecten.
A
Adrenaline
B
Schildklierhormoon
C
Insuline
D
Hypofyse hormoon

Slide 22 - Quizvraag

Sleep de hormoonklieren naar de juiste plek
teelballen
hypofyse
schildklier
alvleesklier
bijnieren

Slide 23 - Sleepvraag

1. Het hormoonstelsel regelt processen in het lichaam door hormonen af te geven

2. Het zenuwstelsel regelt processen in het lichaam door impulsen
A
Beide waar
B
Beide nietwaar
C
1 waar 2 nietwaar
D
1 nietwaar 2 waar

Slide 24 - Quizvraag