Samenwerken les 7 N3

Samenwerken les 1 N3
Samenwerken
Les 6
Module 6 hoofdstuk 3 en 4
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Samenwerken les 1 N3
Samenwerken
Les 6
Module 6 hoofdstuk 3 en 4

Slide 1 - Tekstslide

Planning van vandaag
Leiderschapsstijlen 
Teken jouw manager
Oefening, welke leider ben jij? 

Slide 2 - Tekstslide

Leidinggeven in een organisatie
Leiding moet zorgen dat doelen behaald worden.
Plannen van korte, middellange en lange doelen.

Korte doelen: onderste lagen organisatie
Middellange en lange doelen: mensen die hoger in hiërarchie zitten. 

Slide 3 - Tekstslide

Korte termijndoelen
Overzichtelijk, kunnen binnen korte tijd worden bereikt.

bv. zorgen dat een zorgvrager binnen korte tijd naar huis kan, en weer gevuld kan worden door nieuwe zorgvrager

Slide 4 - Tekstslide

Middellange en lange doelen
bv. inkoop materialen
investeren in vastgoed

doelen zijn gedetailleerder uitgewerkt

Slide 5 - Tekstslide

Zelfsturende teams
Ontbreken van middenkader (=leidinggevende)
je neemt samen met team beslissingen op de gebieden waarvoor jullie bevoegd en verantwoordelijk zijn.

Slide 6 - Tekstslide

Taken leidinggevende in de zorg t.a.v:
  • individuele zorgvrager
  • een groep zorgvragers op de afdeling
  • individuele medewerkers 
  • groep medewerkers op de afdeling
  • nieuw beleid
Is verantwoordelijk hoeft ze niet allemaal uit te voeren

Slide 7 - Tekstslide

Eigenschappen leidinggevende
  • Omgang met mensen (gemakkelijk contact maken, openstaan voor wat er leeft, inspelen op gevoelens)
  • taken (werk verdeling, overzicht hebben)
  • Persoonlijkheid (initiatieven nemen evenwichtigheid)

Slide 8 - Tekstslide

Formele leiders

Speciaal aangestelde mensen

Informele leiders betrekken bij nieuwe ontwikkelingen  
Informele leiders

mensen die niet speciaal zijn aangesteld.
Vooral als formeel leider niet zo op de voorgrond staat

Slide 9 - Tekstslide

Waar of niet waar?

Leiders werken slimmer, niet harder

Slide 10 - Tekstslide

Waar of niet waar?
Leiders zijn altijd bijzondere, buitengewone mensen die aan de top van de organisatie zitten

Slide 11 - Tekstslide

Waar of niet waar?

Leiders staan altijd vooraan en lopen voorop

Slide 12 - Tekstslide

Waar of niet waar?

Er bestaat zoiets als een typisch leider

Slide 13 - Tekstslide

Visie leidinggevende/ organisatie
Visie van de leidinggevende moet aansluiten op visie organisatie

2 Verschillende werkmodellen:
medisch model en sociale model

Slide 14 - Tekstslide

Medisch model
Hier wordt sterker taakgericht gewerkt. Van leidinggevende wordt verwacht dat hij initiatieven neemt, activiteiten coördineert, oplossingen voorstelt etc.

Slide 15 - Tekstslide

Sociale model
De mens staat centraal
Van leidinggevende wordt verwacht dat ze stimuleren, een open oog en oor hebben voor gevoelens van zorgvragers en medewerkers, bemiddelen bij conflicten etc.

Slide 16 - Tekstslide

Zelfsturing
Middel om de zorg dicht bij de zorgvrager te kunnen bieden, om direct in te spelen op individuele wensen, behoeften en problematiek.
teamleider is geen onderdeel van de hiërarchische structuur

Slide 17 - Tekstslide

Leiderschapsstijlen
Autoritaire leider
Democratisch leider
Coachend leider
Laisser- faire

Slide 18 - Tekstslide

Autoritair leiderschap
  • Strakke wijze leidinggeven
  • 1 persoon is de baas
  • leidinggevende neemt zelf de beslissingen
  • geen/ weinig ruimte voor eigen inbreng
Meestal niet geliefd bij medewerkers

Slide 19 - Tekstslide

democratisch leider
  • actief meedenken en meebeslissen teamleden
  • aanpak gericht op overeenstemming in het team
  • leider denkt aan taken en wensen team
team is meer een eenheid 

Slide 20 - Tekstslide

Coachend leider
"hoe stel ik mijn mensen in staat het beste uit zichzelf te halen en zich te blijven ontwikkelen"
kenmerkend: vragen stellen

Slide 21 - Tekstslide

Laisser- faire
'laat maar waaien'
  • initiatief bij het team
  • leider passieve rol
  • onverschillig tegenover zijn rol als leider
  • doet iets als hem gevraagd wordt

Eigenlijk geen sprake van leiderschap

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Wie is jouw manager? 
Vul in: 
Hoofd: Welke taken heeft hij/zij?
Hoe geeft je manager leiding?
Mond: beschrijf de communicatie stijl
Hart: persoonlijke kenmerken van je manager
Handen: wat doet je manager, werkt mee of niet? 

Welk soort leider is je manager? 
Welke kenmerken vind jij prettig? Hoe is de sfeer in je team? 
 

Slide 25 - Tekstslide

Welke manier van leiding krijgen past het beste bij jou en waarom?

Slide 26 - Woordweb

Marshmallow toren bouwen
Jullie gaan in groepjes van 3 personen een marshmallow toren bouwen
Per groepje krijg je  een aantal stokjes en  een aantal marshmallows
Diegene met de hoogste toren wint. 



Jullie stellen 1 leider aan die jullie groepje leidt. 


timer
15:00

Slide 27 - Tekstslide

Evaluatie
Hoe ging het? 
Wat gebeurde er in het proces?
Wat viel je op?
Wat kun je zeggen over de samenwerking van de groepsleden? 
Welke leiderschapsstijl werd er gehanteerd, werkte dit? 

Slide 28 - Tekstslide

Vragen?

Slide 29 - Tekstslide