3. Wat voor andere voorzieningen zijn er aanwezig bij jou in de buurt? Als er niks dichtbij is, kijk je iets verder weg.
4. Hoe vind jij de leefbaarheid in je eigen buurt? Leg uit waarom je deze mening hebt.
5. Wat voor natuurvoorzieningen zijn er in je buurt? Denk aan parkjes, speeltuinen of bossen.
6. Bedenk minimaal 3 actiepunten die de leefbaarheid in je eigen buurt zouden vergroten voor jou.