Studievaardigheden 1 : teksten lezen en leren

Voor je begint
- Lees elke dia goed door en bekijk eventuele fimpjes aandachtig. Daarna moet je er vaak vragen over beantwoorden 
- probeer altijd het antwoord te raden. Ook als je het niet denkt te weten. Zo trainen we ons geheugen. Vul dus altijd iets in en nooit:  "IDK/ ik wet het niet/ niks"
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Leren-lerenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Voor je begint
- Lees elke dia goed door en bekijk eventuele fimpjes aandachtig. Daarna moet je er vaak vragen over beantwoorden 
- probeer altijd het antwoord te raden. Ook als je het niet denkt te weten. Zo trainen we ons geheugen. Vul dus altijd iets in en nooit:  "IDK/ ik wet het niet/ niks"

Slide 1 - Tekstslide

Wat hebben we al gedaan? 
1va en 1vb : We hebben een stappenplan 'teksten lezen en leren' in de les geoefend n.a.v. een bladzijde uit het Aardrijkskundeboek. 
1vb: We hebben twee week later gecheckt of we het stappenplan nog kennen d.m.v. het maken van de puzzel en het invullen van woorden. 

Slide 2 - Tekstslide

herhalen 
Als je iets wil onthouden (zo ook dit stappenplan) dan moet je herhalen. Maar niet zomaar herhalen. Je moet actief herhalen door jezelf (of elkaar) te overhoren/raden. Pas dan moeten je hersenen echt aan de slag en kun je de informatie opslaan in je langetermijngeheugen. 

Slide 3 - Tekstslide

Als je het stappenplan (of iets anders) goed wil onthouden dan moet je...
A
vaak lezen
B
overschrijven
C
actief herhalen door raden/overhoren
D
vaak herhalen

Slide 4 - Quizvraag

Wat was stap 1 uit het stappenplan?
A
de tekst lezen
B
raden waar de tekst over gaat
C
De titel overschrijven
D
arceren (onderstrepen) van zinnen

Slide 5 - Quizvraag

Waarom moet je eerst raden waar de tekst over gaat?
A
zodat het spannend blijft
B
zodat je je voorkennis activeert en actief bezig bent
C
zo ben je actief
D
ik zou het niet doen

Slide 6 - Quizvraag

Voorkennis activeren is belangrijk omdat je nieuwe kennis altijd moet vastplakken aan iets dat je al weet. Zo onthoud je het beter.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Stappen teksten leren:
Zet de stappen op de juiste volgorde door te slepen. 
lees de tekst en controleer of je voorspelling klopt. 
lees de tekst nog een keer en bedenk 3 vragen. Noteer de vragen, maar niet het antwoord. 
doe je boek open en raad waar de tekst over gaat. Wat wordt er denk je uitgelegd? 
Doe je boek weer open en controleer of je de vragen goed hebt beantwoord. Klopt de informatie die je had onthouden? Ben je nog iets vergeten? Vul aan. 
Doe je boek dicht en beantwoord je eigen vragen. Vul aan met andere belangrijke info die je nog weet. 

Slide 8 - Sleepvraag

Nieuwe informatie 
We hebben nu de voorkennis actief herhaal door te raden. Nu gaan we nieuwe informatie vastknopen aan je voorkennis. 

- Hoe weet je wat belangrijk is in een tekst? 

Slide 9 - Tekstslide

In de vorige opdracht moest je 'belangrijke info' uit de tekst opschrijven. Hoe weet je wat belangrijk is?
Klik alle antwoorden aan waarvan jij denkt dat het belangrijke info is.
A
De titels en kopjes
B
voorbeelden
C
het onderwerp van de tekst
D
oorzaken en gevolgen

Slide 10 - Quizvraag

Deel 2: In de vorige opdracht moest je 'belangrijke info' uit de tekst opschrijven. Hoe weet je wat belangrijk is?
Klik alle antwoorden aan waarvan jij denkt dat het belangrijke info is.
A
voor- en nadelen
B
herhalingen
C
verschillen
D
kenmerken van het onderwerp (opsomming)

Slide 11 - Quizvraag

Deel 3: In de vorige opdracht moest je 'belangrijke info' uit de tekst opschrijven. Hoe weet je wat belangrijk is?
Klik alle antwoorden aan waarvan jij denkt dat het belangrijke info is.
A
grapjes
B
tegenstellingen
C
verhalen om de tekst leuker te maken
D
signaalwoorden zoals: want, omdat, maar, dus

Slide 12 - Quizvraag

Oké, er is dus best veel belangrijk in een tekst. Welke belangrijke dingen heb jij onthouden?

Slide 13 - Open vraag

Welke belangrijke zaken uit deze lijst was jij vergeten? 
– titel en kopjes
– signaalwoorden
– oorzaak en gevolg
– opsommingen van kenmerken (van het onderwerp) 
– voor- en nadelen
– verschillen
– tegenstellingen

Slide 14 - Tekstslide

Schrijf nogmaals de lijst op met belangrijke zaken van een tekst (zo ga je het namelijk nog beter onthouden)

Slide 15 - Open vraag

volgende keer: 
- Het belang van herhalen.
- Hoe vaak en wanneer herhalen? 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide