2.1 en 2.2 Grafieken vergelijken

§2.1  Grafieken vergelijken

hw gemaakt? spullen op orde?
Uitleg
Zelfstandig werken

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

§2.1  Grafieken vergelijken

hw gemaakt? spullen op orde?
Uitleg
Zelfstandig werken

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Om grafieken te vergelijken is het handig als ze in één assenstelsel staan.
Om grafieken te vergelijken is het handig 
dat ze in één assenstelsel staan.

Slide 3 - Tekstslide

Om grafieken te vergelijken is het handig als ze in één assenstelsel staan.
De grafieken geven de waterhoogte bij Vlissingen en IJmuiden.

Slide 4 - Tekstslide

Om grafieken te vergelijken is het handig als ze in één assenstelsel staan.
De grafieken geven de waterhoogte bij Vlissingen en IJmuiden.

De hoogste stand van de maan wordt aangegeven bij tijd = 0.

Slide 5 - Tekstslide

Om grafieken te vergelijken is het handig als ze in één assenstelsel staan.
De grafieken geven de waterhoogte bij Vlissingen en IJmuiden.

De hoogste stand van de maan wordt aangegeven bij tijd = 0.

Bij welke plaats was de waterstand het laagst 1 uur na de hoogste stand van de maan?

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 4
a. Hoeveel centimeter was het verschil in waterstand op tijd = 0?

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 4
b. Vanaf hoeveel uren na de hoogste stand van de maan was de waterstand in IJmuiden hoger dan in Vlissingen?

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 4
c. Bepaal het verschil in waterstand op tijd = 7.

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 4
d. Hoeveel centimeter steeg het waterpeil bij Vlissingen vanaf tijd = -2?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag!
H. 1  Opdracht 1 t/ 6
Klaar? Nakijken en verbeteren


Slide 14 - Tekstslide

2.1 + 2.2 Grafieken vergelijken
werken met formules
H2 : alleen § 1 t/m 3
Uitleg
Zelfstandig werken

Slide 15 - Tekstslide

Doel van de les: 
1. Ik kan met negatieve getallen in een formule rekenen.
2. Ik kan formules korter schrijven.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Negatieve getallen
Het invullen van negatieve getallen in formules, gaat op dezelfde manier als het invullen van positieve getallen.

Slide 18 - Tekstslide

Negatieve getallen
Het invullen van negatieve getallen in formules, gaat op dezelfde manier als het invullen van positieve getallen.

Slide 19 - Tekstslide

Negatieve getallen
Het invullen van negatieve getallen in formules, gaat op dezelfde manier als het invullen van positieve getallen.

Slide 20 - Tekstslide

Formules korter schrijven
Formules kun je korter schrijven door het vermenigvuldigingsteken 
tussen het getal en de letter weg te laten.

Slide 21 - Tekstslide

Formules korter schrijven
Formules kun je korter schrijven door het vermenigvuldigingsteken 
tussen het getal en de letter weg te laten.

Slide 22 - Tekstslide

Formules korter schrijven
Formules kun je korter schrijven door het vermenigvuldigingsteken 
tussen het getal en de letter weg te laten.

Slide 23 - Tekstslide

Formules korter schrijven
Formules kun je korter schrijven door het vermenigvuldigingsteken 
tussen het getal en de letter weg te laten.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Aan de slag!
H. 2 Opdracht 3, 5, 7, 8, 9, 12, 13
Klaar? Nakijken en verbeteren
6 oktober s.o. §1 t/m 3

Slide 30 - Tekstslide