Formuleren incongruentie dat/als constructie

1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 9 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

taalvoutje
Zie jij de fout?
wat staat er en wat wordt er bedoeld?

Slide 2 - Tekstslide

Welkom 10V1
Ga lekker zitten, pak je leesboek en duik in de wereld van jouw verhaal...
Leg al je spullen vast op tafel.

Tot over 10 min ;-)
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

programma
lezen
theorie dat/als constructies + incongruentie 
Aan de slag

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoel
- Aan het einde van de les weet je wat de dat/als constructie is en kunt die verbeteren
- Aan het einde van de les weet je wat incongruentie is, kun je incongruentie in een zin herkennen én verbeteren.

Slide 5 - Tekstslide

dat/als constructie
Korte omschrijving: een zinnetje met een voorwaarde is midden in een andere zin geplakt, twee voegwoorden achter elkaar.

Voorbeeld:
Het is beter dat als je een voldoende wilt halen, je alvast begint met leren.

Begrijpelijk? Het kan duidelijker!

Het is beter dat je alvast begint met leren, als je een voldoende wilt halen.

Slide 6 - Tekstslide

dat/als constructie
Voorbeeld:
Als die artiest echt zo populair is, denk ik dat als we op tijd willen zijn en een goed plekje voor het podium willen veroveren, we alvast naar de ingang moeten lopen.
Begrijpelijk? Het kan duidelijker!
Oplossing: eerst zeggen waar het om gaat, daarna de voorwaarde. Of eerst 'dat'-zin, daarna 'als'-zin.

Slide 7 - Tekstslide

dat/als constructie
Voorbeeld:
Als die artiest echt zo populair is, denk ik dat we alvast naar de ingang moeten lopen, als we op tijd willen zijn en een goed plekje voor het podium willen veroveren. 


Slide 8 - Tekstslide

zinnen en verbeteringen
Het is logisch dat als je je best niet doet, je geen diploma krijgt.
Het is logisch dat je geen diploma krijgt, als je je best niet doet.

Het is vervelend dat als je boven net lekker zit te gamen, je moeder roept dat je de tafel moet dekken.
Het is vervelend dat je moeder roept dat je de tafel moet dekken, als je boven net lekker zit te gamen.

Slide 9 - Tekstslide

Wat klopt er niet in deze zin?
In Nederland wordt softdrugs al heel lang gedoogd.
A
De persoonsvorm en het onderwerp komen in aantal niet overeen
B
Niks, deze zin is gewoon goed
C
Gedoogd is niet goed geschreven
D
De persoonsvorm en het onderwerp horen niet bij elkaar.

Slide 10 - Quizvraag

Goed of fout?
''Een hoop leerlingen hebben een voldoende voor hun toets.''

Slide 11 - Tekstslide

Fout, want:
''Een hoop leerlingen hebben''
Een hoop = enkelvoud
--> Een hoop (...) heeft

Slide 12 - Tekstslide

'De leraren schrijft op het bord.'
Klopt deze zin?
Ja!
Nee!

Slide 13 - Poll

Slide 14 - Tekstslide

Incongruentie
= als het getal (enkelvoud/meervoud) van het onderwerp en de persoonsvorm niet overeenkomen.

Slide 15 - Tekstslide

Oorzaak 1
1. Het onderwerp is meervoud, maar wordt voor enkelvoud aan gezien:

In Nederlands wordt softdrugs al heel lang gedoogd.

Slide 16 - Tekstslide

Oorzaak 2
2. Het onderwerp lijkt meervoud, maar is enkelvoud, omdat de kern enkelvoud is:
Een aantal bezoekers van het pretpark vonden het heel vervelend dat de wachtrijen zo lang waren.

Minder dan de helft van de aanwezigen stemden voor het voorstel. 

Slide 17 - Tekstslide

Oorzaak 3
3. De persoonsvorm en het onderwerp staan ver uit elkaar en daartussen staan andere zinsdelen met een ander getal dan het onderwerp:

Uit de gegevens van het waterleidingbedrijf bleek dat de heer Jansen, net als zijn buren en veel andere inwoners van de stad, veel minder water hadden verbruikt dan in de jaren ervoor. 

Slide 18 - Tekstslide

Oorzaak 4
4. Het meewerkend voorwerp wordt ten onrechte voor het onderwerp aangezien:

Omdat de hulpverleners nauwelijks ruimte kregen om hun werk te doen, werden de omstanders verzocht allemaal een stapje achteruit te doen. 

Slide 19 - Tekstslide

Let op, onderwerp = enkelvoud 
  • een deel (van de klas)
  • een hoop (kinderen)
  • een groep (leerlingen)
  • een aantal (mensen)
  • het percentage (voldoendes)

Slide 20 - Tekstslide

Een paar echte designerschoenen van een bekende ontwerper .......... op een veiling duizenden euro's op.
A
brengt
B
brengen

Slide 21 - Quizvraag

uitleg antwoord
Een paar echte designerschoenen van een bekende ontwerper brengt op een veiling duizenden euro's op. 

Kijk naar de kern van het onderwerp
Een paar --> enkelvoudig
Persoonsvorm --> enkelvoudig

Slide 22 - Tekstslide

Ik las in de krant dat de Verenigde Staten het klimaatverdrag niet langer ...... steunen.
A
wil
B
willen

Slide 23 - Quizvraag

uitleg antwoord
Ik las in de krant dat de Verenigde Staten het klimaatverdrag niet langer willen steunen.

Kijk naar (de kern van) het onderwerp
De Verenigde Staten --> meervoud
Persoonsvorm --> meervoud

Slide 24 - Tekstslide

Vul in:
''De media ... gisteren over het ongeluk op de A2.''
A
berichtte
B
berichtten

Slide 25 - Quizvraag

Goed of fout?
''De zwerm bijen lijkt boos te zijn.''
A
Goed
B
Fout

Slide 26 - Quizvraag

Vul in:
''Volgens de agent ... de dieven veel geld gestolen.''
A
heeft
B
hebben

Slide 27 - Quizvraag

Vul in:
''De snoepjes van Chantal zijn nu al opgegeten. Ze ... groot fan van drop.''
A
is
B
zijn

Slide 28 - Quizvraag

Goed of fout?
''Toen ik over de reling keek, zwommen een school vissen voorbij.''
A
Goed
B
Fout

Slide 29 - Quizvraag

LESDOELEN BEHAALD?
Even controleren

Slide 30 - Tekstslide

Verbeter: Veel mensen denken dat de brandweer alleen branden blust, maar ze doen nog veel meer dingen.

Slide 31 - Open vraag

Aan de slag
planner op de ELO!
uitwisselen van opdrachten

Weet je een antwoord niet? Zoek het op in je aantekeningen!

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

uitleg via filmpjes
incongruentie

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Slide 36 - Video

Slide 37 - Video

Slide 38 - Video

Slide 39 - Video

Slide 40 - Video

uitleg via filmpjes
dat/als constructie

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Video

Slide 43 - Video

Slide 44 - Video