Pretérito Perfecto regular + irregular

El Pretérito Perfecto
Regular e irregular
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

El Pretérito Perfecto
Regular e irregular

Slide 1 - Tekstslide

Ik heb gekookt
(cocinar)
A
he cocido
B
he cocinado
C
ha cocido
D
ha cocinado

Slide 2 - Quizvraag

Ik heb gewandeld
(pasear)
A
he pasueto
B
ha paseada
C
he paseado
D
ha pasieto

Slide 3 - Quizvraag

Wij hebben gewerkt
(trabajar)
A
habéis trabajado
B
hemos trabajado
C
habéis trabajarado
D
hemos trabado

Slide 4 - Quizvraag

Jij hebt gedronken
(beber)
A
has bebido
B
has beberido
C
has bebida
D
han bebidos

Slide 5 - Quizvraag

Ik heb geopend
(abrir)
A
he abrido
B
he abierto
C
he abuerto
D
he abrida

Slide 6 - Quizvraag

Jullie hebben geteld
(contar)
A
habéis cuento
B
hemos contada
C
habéis contado
D
hemos ciento

Slide 7 - Quizvraag

Ik heb ... kapot gemaakt
(romper)
A
he rompido
B
ha rompida
C
he roto
D
ha rato

Slide 8 - Quizvraag

Hij heeft gegeten
(comer)
A
he comido
B
ha comido
C
he comado
D
ha comida

Slide 9 - Quizvraag

Ik heb gekocht
(comprar)
A
he comparado
B
he comprado
C
ha comparado
D
ha comprido

Slide 10 - Quizvraag

Zij heeft gereisd
(viajar)
A
ha viajado
B
he viajido
C
he viado
D
ha viada

Slide 11 - Quizvraag

Wij hebben gevlogen
(volar)
A
hemos vuelto
B
habéis vuelto
C
hemos volado
D
habéis volado

Slide 12 - Quizvraag

Ik heb verkocht
(vender)
A
he viendo
B
he visto
C
he vendo
D
he vendido

Slide 13 - Quizvraag

Jij hebt geholpen
(ayudar)
A
has ayudado
B
habéis ayudada
C
has ayudadas
D
habéis ayuto

Slide 14 - Quizvraag

Zij hebben geluncht
(almorzar)
A
han almuerzo
B
han almuerza
C
han almorzado
D
han almorzarado

Slide 15 - Quizvraag

Ik heb gezien (ver)
Zonder persoonlijk voornaamwoord!

Slide 16 - Open vraag

Jij hebt ontbeten (desayunar)
Zonder persoonlijk voornaamwoord!

Slide 17 - Open vraag

U heeft gedaan (hacer)
Zonder persoonlijk voornaamwoord!

Slide 18 - Open vraag

Jullie hebben gezegd (decir)
Zonder persoonlijk voornaamwoord!

Slide 19 - Open vraag

Jij hebt gewacht (esperar)
Zonder persoonlijk voornaamwoord!

Slide 20 - Open vraag

Jullie hebben geschreven (escribir)
Zonder persoonlijk voornaamwoord!

Slide 21 - Open vraag

Wij zijn teruggegaan (volver)
Zonder persoonlijk voornaamwoord!

Slide 22 - Open vraag

Ik heb neergezet (poner)
Zonder persoonlijk voornaamwoord!

Slide 23 - Open vraag

Jij hebt gelopen (caminar)
Zonder persoonlijk voornaamwoord!

Slide 24 - Open vraag

Ik heb gewoond (vivir)
Zonder persoonlijk voornaamwoord!

Slide 25 - Open vraag