H4.4 Hoe maak je winst?

H4.4 Hoe maak je winst?

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H4.4 Hoe maak je winst?

Slide 1 - Tekstslide

H4.4 Leerdoelen

  • Ik kan uitleggen wat een ondernemer is.
  • Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen arbeidsintensief en kapitaalintensief produceren.
  • Ik kan uitleggen wat omzet is en de omzet berekenen.
  • Ik kan winst berekenen.

Slide 2 - Tekstslide

Ondernemer of werknemer?
Leerdoel: Ik kan uitleggen wat een ondernemer is.

Slide 3 - Tekstslide

Productie

Het maken van goederen en het leveren van diensten.


Produceren



Slide 4 - Tekstslide

Ik word later:
Ondernemer
Werknemer
Weer ik nog niet

Slide 5 - Poll

Arbeidsintensief
Kapitaalintensief
Aarbeienteelt
Autofabriek
Containervervoer
Middelbare school
Schildersbedrijf
Verzorgingstehuis

Slide 6 - Sleepvraag

Mens of machine?

Er zijn ondernemers die vooral met hun handen werken, zoals een kapper of een fietsenmaker. Zij hebben weinig aan mechanisering, automatisering of robotisering. Hun productie is arbeidsintensief.

Andere ondernemers produceren meer met machines en apparaten. Zij investeren veel in kapitaalgoederen, die productie noemen we kapitaalintensief.
.
Leerdoel: Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen arbeidsintensief en kapitaalintensief produceren.

Slide 7 - Tekstslide

Een docent doet voornamelijk
A
Kapitaalintensief werk
B
Arbeidsintensief werk
C
Bijzonder goed werk

Slide 8 - Quizvraag

Een fabriek is voornamelijk
A
Kapitaalintensief werk
B
Arbeidsintensief werk
C
Productie intensief

Slide 9 - Quizvraag

Werken in de zorg is voornamelijk
A
Kapitaalintensief werk
B
Arbeidsintensief werk

Slide 10 - Quizvraag

Hieronder staan voorbeelden van productie. Sleep ze in de juiste kolom
Arbeidsintensief
Kapitaalintensief
De buurman schildert mijn huis.
De machine sorteert de aardappels op grootte.
Ik was mijn auto.
Mijn auto gaat door de wasstraat.

Slide 11 - Sleepvraag

Slide 12 - Video

Nu zelf maken!
H4.4
 blz  128 t/m 130 opdr 1 t/m 6


Zelfstandig aan de slag.
Heb je een vraag? Steek je hand op!
timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide

Burgertent!
Leerdoel: Ik kan uitleggen wat omzet is en de omzet berekenen.

Slide 14 - Tekstslide

Hoeveel komt er binnen?
Afzet/aantal= het aantal producten dat je bedrijf verkoopt.

Omzet/Verkoopopbrengst = Het totaalbedrag dat je ontvangt door producten te verkopen.
Leerdoel: Ik kan uitleggen wat omzet is en de omzet berekenen.

Slide 15 - Tekstslide

Winst berekenen
Winst = Als er na het betalen van alle kosten geld overblijft.

De kosten  > dan de omzet. = VERLIES.


Leerdoel: Ik kan winst berekenen.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Nu zelf maken!
H4.4
 blz  128 t/m 130 opdr 1 t/m 6
blz 131 t/m 133  opdr. 7 t/m 15

Zelfstandig aan de slag.
Heb je een vraag? Steek je hand op!
timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide