Leesvaardigheid herhalen

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Leesvaardigheid herhalen

Deze les

- Terugblik

- lesdoel

- voorkennis activeren

- aan de slag

- eindopdracht

Zet de juiste leestekens
Indien je geen zin hebt om mee te gaan moet je het natuurlijk eerlijk zeggen

Dit ongeluk ------(bewijzen) maar weer hoe gevaarlijk deze straat is.

Welk verband herken je in de volgende zin?
Ik trok de hele dag met de kinderen op, hoewel ik eigenlijk doodmoe was.

1. doel-middel
2. tegenstellend
3. toegevend
4. opsommend

Bij welk verband horen de volgende signaalwoorden:
om te, zodat, opdat?

Welke tekstdoelen kennen we?

lesdoel

Aan het einde van deze les heb je de tekstverbanden herhaald.

Aan het einde van deze les heb je op basis van een tekst een mening gevormd.

Welke associaties heb je bij het woord wolf?

Wat heb je de afgelopen jaren in het nieuws gehoord over de wolf?

Wat ga je doen?

Maak opdracht 6 en opdracht 9 op bladzijde 22-24 van je boek.

Klaar?

Verzin argumenten over waarom het goed is dat de wolf in Nederland is en waarom het minder goed is dat de wolf in Nederland is.

Opdracht

Schrijf op post-its wat jouw argumenten voor en tegen de wolf in Nederland zijn.

Plak de argumenten tegen op het bord aan de linkerkant en de argumenten voor op het bord aan de rechterkant.

Ga daarna weer zitten.

lesdoel

Aan het einde van deze les heb je de tekstverbanden herhaald.

Aan het einde van deze les heb je op basis van een tekst een mening gevormd.