In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 8: Verbrandingen
Paragraaf 3: Rekenen aan verbrandingsreacties
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt de massaverhouding bij een chemische reactie bepalen op basis van de moleculaire massa's van de betrokken stoffen.
Je kunt bepalen hoe groot de overmaat bij een chemische reactie is.
Slide 2 - Tekstslide
Even herhalen
Wat betekende ook alweer de wet van behoud van massa?
Hoe je de molecuulmassa van een molecuul berekenen?
Slide 3 - Tekstslide
0
Slide 4 - Video
Hoe bereken je de molecuulmassa?
De massa van de atomen haal je uit je BINAS
tel alle massa's van de atomen bij elkaar en je hebt de molecuulmassa van het molecuul
Slide 5 - Tekstslide
molecuulmassa van ethaan
ethaan = C2H6
1 C-atoom = 12 u
1 H-atoom = 1 u
totaal dus 2x12 en 6x1 = 30 u
molecuulmassa van ethaan = 30 u
Slide 6 - Tekstslide
Rekenen met massaverhouding
Stel de reactievergelijking op en maak kloppend.
Bereken van alle stoffen de molecuulmassa.
Welke stof is gegeven en welke stof is gevraagd?
Maak een verhoudingstabel en reken uit.
Voorbeeld: Hoeveel zuurstof is nodig voor de verbranding van 24 gram koolstof?
Slide 7 - Tekstslide
Rekenen met massaverhouding
Stel de reactievergelijking op en maak kloppend.
Bereken van alle stoffen de molecuulmassa.
Welke stof is gegeven en welke stof is gevraagd?
Maak een verhoudingstabel en reken uit.
Opdracht: Bereken hoeveel water er ontstaat als je 35 gram waterstof verbrandt.
Slide 8 - Tekstslide
Massaverhouding
Maak een kloppende reactievergelijking
bijv: 2 C2H6 + 7 O2 --> 4 CO2 + 6 H2O
Reken de molecuulmassa's uit C2H6=30,0 u (zie vorige dia)
Op dezelfde manier uitgerekend O2=32,0 u, CO2=44,0 u, H2O=18,0 u
In de reactievergelijking 2 C2H6 + 7 O2 --> 4 CO2 + 6 H2O 2 x 30,0 + 7 x 32,0 --> 4 x 44,0 + 6 x 18,0 massaverhouding is dus 60,0 u : 224,0 u : 176,0 u : 108,0 u
Of ook wel 60,0 g : 224,0 g : 176,0 g : 108,0 g
Slide 9 - Tekstslide
Overmaat: Cake bakken
4 eieren halve liter melk 200 gram meel
Slide 10 - Tekstslide
Rekenen met overmaat
Stel de reactievergelijking op en maak kloppend.
Bereken van alle stoffen de molecuulmassa.
Kies een van de twee gegeven stoffen en reken uit hoeveel je dan van de andere stof nodig hebt.
Vergelijk met het gegeven in van die stof.
Voorbeeld: Je verbrandt 20 g magnesium met 15 g zuurstof. Welke stof is in overmaat?
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.