2024-06-21 B1J Latijn

Leerdoelen

  • Ik weet wat ik nog moet doen voor de toets.

Weektaak: bereid de toets voor

  • leren: W les 1 en 2
  • leren: T2
  • leren: indeling znw (1 2ab 3ab) + stammen
  • leren: rijtjes van groep 1, 2 en 3 (femina, servus, puer en rex compleet)
  • leren: functies alle naamvallen
  • Cultuur: onderwereld af




    1 / 20
    volgende
    Slide 1: Tekstslide
    LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

    In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

    time-iconLesduur is: 45 min

    Onderdelen in deze les

    Leerdoelen

    • Ik weet wat ik nog moet doen voor de toets.

    Weektaak: bereid de toets voor

    • leren: W les 1 en 2
    • leren: T2
    • leren: indeling znw (1 2ab 3ab) + stammen
    • leren: rijtjes van groep 1, 2 en 3 (femina, servus, puer en rex compleet)
    • leren: functies alle naamvallen
    • Cultuur: onderwereld af




      Slide 1 - Tekstslide

      Begintaak: 

      • Pak je laptop en ga naar LessonUp.
      • Ga naar de les van 21 juni. Daar staat een oefentoets voor je klaar (vanaf dia 3). Maak die toets.

      Milou R

      Slide 2 - Tekstslide



      In welke naamval zouden de onderstreepte woorden komen te staan in het Latijn?   Jan is de tweelingbroer van Piet. Ze hebben ook een zus.

      Slide 3 - Open vraag

      Noteer de verbuigingsgroep (1, 2ab, 3ab) en de stam van: medicus
      [medicus = dokter]

      Slide 4 - Open vraag

      Noteer de verbuigingsgroep (1, 2ab, 3ab) en de stam van: uva
      [uva = druif]

      Slide 5 - Open vraag

      Noteer de verbuigingsgroep (1, 2ab, 3ab) en de stam van: lumen
      [lumen, lumina = licht]

      Slide 6 - Open vraag

      Noteer naamval (nom/acc/dat) en getal (ev/mv) (alle mogelijkheden) van:
      gregibus [grex, greges = kudde]

      Slide 7 - Open vraag

      Noteer naamval (nom/acc/dat) en getal (ev/mv) (alle mogelijkheden) van:
      oculum [oculus = oog]

      Slide 8 - Open vraag

      Noteer naamval (nom/acc/dat) en getal (ev/mv) (alle mogelijkheden) van:
      mensae [mensa = tafel]

      Slide 9 - Open vraag

      De volgende zinnetjes gaan over stieren, koeien en kraaien.

      De vraag is: wie geeft wie aan wie?


      Er komen (dus) vreemde vertalingen uit als:
      'De kraaien geven de stier aan de koe'

      Tip: let goed op de uitgangen/naamvallen !!

      Slide 10 - Tekstslide

      [taurus = stier vacca = koe cornix, cornicis = kraai]
      Vertaal:
      Vaccae tauros cornici dant

      Slide 11 - Open vraag

      [taurus = stier vacca = koe cornix, cornicis = kraai]
      Vertaal:
      Tauro vaccas cornices dant

      Slide 12 - Open vraag

      Wie (uit de onderwereld) zegt/zeggen:
      'Die kruik met water is zó zwaar....'

      Slide 13 - Open vraag

      Wie (uit de onderwereld) zegt/zeggen:
      'Jij hebt zo goed geleefd, ik stuur jou naar het Elysion.'

      Slide 14 - Open vraag

      Nog wat extra oefenzinnen. Vertaal:
      Servo rex nucem dat.
      [nux, nuces = noot]

      Slide 15 - Open vraag

      Vertaal:
      Servus praebet nuces uxoribus.
      [nux, nuces = noot]

      Slide 16 - Open vraag

      Vertaal:
      Matri filii uvam dant.
      [uva = druif]

      Slide 17 - Open vraag

      Vertaal:
      ueris gladios feminae tradunt.
      [gladius = zwaard]

      Slide 18 - Open vraag

      Stof toetsweek
      • Woorden les 1 en 2
      • T 2 (TB blz. 25) (Je moet de tekst zonder hulpmiddelen kunnen vertalen.)
      • znw: indeling in groepen (1, 2ab en 3ab), stammen, rijtjes (alleen femina, servus, puer en rex)
      • functies nom, acc, dat
      • cultuur: onderwereld (ppt LessonUp 13 juni) + werkblad)

      Toetsmatrijs is er al: zie Magister, 28 juni 1e uur.



      Slide 19 - Tekstslide

      Slide 20 - Tekstslide