KT1 theorie week 44, les 1 - bloedsomloop

• KT1 theorie
• MBO
• Studiejaar 1

Anatomie, Fysiologie en Pathologie 

Grote- en kleine bloedsomloop + bloedvaten               

Module 1B

Week 44, les 1

2023-2024

Lesindeling

1. Welkom + Rapid 
2. Vorige les 
3. Bloedsomloop
4. Prikkelgeleiding 
5. Vragen bespreken 
6. Afsluiten en huiswerk 

Vorige lessen

• Waar ligt het hart?
• Wat is de Latijnse term voor boezem, kamer en lichaamsslagader?
• Wat betekent de Latijnse term arterie, vene en pulmonalis?
• Hoe zeggen we dat iets links/rechts in het lichaam is?
• Welke soorten kleppen zijn er in het hart?

rechts - dexter

links - sinister

Boezem - atrium

kamer - ventrikel

lichaamsslagader ( aorta = grootste)

Arterie = slagader

Vene = ader

Pulmonalis;

Arterie pulmonalis = longslagader

Vena pulmonalis = longader

Welke is zuurstofrijk?

Hart zitten vier hartkleppen:

De aortaklep: tussen de linkerkamer en de aorta.

De mitralisklep: tussen de linkerboezem en de linkerkamer.

De pulmonaalklep: tussen de rechterkamer en de longslagader.

De tricuspidalisklep: tussen de rechterboezem en de rechterkamer.

De schematische tekening is gedeeltelijk aan de hand van een kleurplaat

Bij leerdoel 3: toevoegen en kort ook de grote bloedsomloop

Boeken

• Medische terminologie Anatomie en fysiologie: 

1. H. 6.1 en 6.2 tot 6.2.2. en 
2. H. 6.2.3 > alleen de Grote en kleine bloedsomloop.
3. Leer ook de bijbehorende woorden 6.3 (woordenlijst) 

Bloedsomloop

Dubbele bloedsomloop: 5 liter per minuut!

• Kleine: Rechter kamer -> longen -> linker boezem
• Grote: Linker kamer -> lichaam/organen -> rechter boezem

Zuurstofarm vs. Zuurstofrijk

Aders vs. Slagaders blz. 65!

Hart zorgt voor rondpompen van bloed met nuttige stoffen door lichaam en afvoer van afvalstoffen (welke voorbeelden kennen de studenten nog?)

Herhaling: Bloedsomloop (1)

1. Vena cava superior/inferior
2. Rechter atrium
3. Rechter ventrikel
4. Arteriae pulmonalis
5. Longen
6. Venae pulmonalis
7. Linker atrium
8. Linker ventrikel
9. Aorta

Bloedsomloop door het hart bespreken

Welke termen hoorden ook alweer waarbij? Latijns -> Nederlands

Door welke kleppen gaat het bloed?

Blauw is zuurstofarm (blauw bij benauwdheid)

Rood is zuurstofrijk

Kleine bloedsomloop

Grote bloedsomloop

Bloedsomloop (2)

Het hart zelf wordt van bloed voorzien door kransslagaders 

(coronair arteriën)

• Komen uit de aorta

Hartminuutvolume: Hoeveelheid bloed dat hart per minuut in aorta pompt (ongeveer 5 liter)

Slagvolume: Hoeveelheid bloed dat hart per hartslag in aorta pompt (60 tot 80 milliliter)

Buitenkant van het hart

Het hart is een holle spier.

Er stroomt bloed door het hart heen.

Het hart is een spier die kan samentrekken. 

De kransSLAGaders voorzien het hart van zuurstof en voedingsstoffen. Het zijn aftakkingen van de aorta (zuurstofrijk)

Doordat de cellen van het hart in actie zijn, komen er koolstofdioxide en afvalstoffen vrij. Die afvalstoffen worden door de kransaders afgevoerd (zuurstofarm).

Aorta

Krans SLAG aders

Kransaders

Samenvatting bloedsomloop (1) 

1. Door de onderste- en bovenste holle ader komt 

    zuurstofarm bloed van de organen naar het hart. 

    Dat bloed komt aan in de rechterboezem. 

2. Vanaf de rechterboezem gaat het bloed naar de 

    rechterkamer. 

3. Het zuurstofarme bloed wordt door de longSLAGaders 

    naar de longen gepompt. 

    Daar wordt zuurstof opgenomen. 

4. Het zuurstofrijke bloed gaat door de longaders terug 

    naar het hart. Het komt aan in de linkerboezem. 

 

1

1

2

3

4

Vervolg samenvatting

Bloedsomloop

5. Vanaf de linkerboezem gaat het bloed naar de

    linkerkamer. 

6. De linkerkamer pompt het bloed in de aorta (7)

8. Het bloed verspreid zich door vele bloedvaten naar alle 

    organen, naar alle cellen. 

9. In de cellen vindt verbranding plaats. 

    Het zuurstof en de voedingsstoffen worden verbruikt. 

    Er ontstaan koolstofdioxide en afvalstoffen.

10. Deze stromen door de aders weer terug naar het hart

       Vanaf de bovenste- en onderste holle ader bereikt

       het bloed het hart.

 

5

6

7

8. naar alle cellen

9 verbranding in alle cellen

10

10

9 verbranding in alle cellen

Kleine bloedsomloop

linkerboezem

linker longader

linker long slagader

haarvaten rechter long

rechter kamer

Grote bloedsomloop:

sleepdoel 1, 2, 3, 4 zijn de 4 ruimtes van het hart

bovenste holle ader

linker kamer

rechter boezem

van aorta naar slagaders

haarvaten been

Prikkelgeleiding hart

Waarom klopt ons hart?

• Autonoom orgaan: Kan zelf prikkels opwekken
• Sinusknoop (pacemaker): Groep cellen in rechter boezem

Pak je kleurplaat erbij en teken mee wat betreft prikkelgeleidingen hart

Studenten laten meetekenen/meeschrijven op hun kleurplaat

Prikkelgeleiding hart

Waarom klopt ons hart?

• Autonoom orgaan: Kan zelf prikkels opwekken
• Sinusknoop: Groep cellen in rechter boezem
• Atrioventriculaire knoop: 'Schakelstation' met vertraging

Prikkelgeleiding hart

Waarom klopt ons hart?

• Autonoom orgaan: Kan zelf prikkels opwekken
• Sinusknoop: Groep cellen in rechter boezem
• Atrioventriculaire knoop: 'Schakelstation' met vertraging
• Bundel van His: Geeft signalen door aan de bundeltakken
• Purkinjevezels: Trekken kamers samen

Sinusknoop: 

Groep cellen in rechter boezem

Atrioventriculaire knoop: 

'Schakelstation' met vertraging

Bundel van His: Geeft signalen door

Purkinjevezels: Trekken kamers samen

Uitleg prikkelgeleiding hart gekoppeld aan ECG

Een assistent maakt hartfilmpjes. De arts beoordeeld deze!

Gezien we nu prikkelgeleiding van het hart als onderwerp hebben is het wellicht leuk om te zien hoe dit dan werkt. 

Op de volgende sheet een filmpje te zien.

Dit zal vanuit KT1 theorie geen toets vraag worden!

Wat is eigenlijk een ECG

= Een hartfilmpje 

Dit is een weergave van de elektrische stroompjes van het hart in een grafiek. Dit heet ook wel een ECG of een elektrocardiogram.

Herhaling; Hartcyclus

Hartcyclus:

• Systole: Samentrekken van de ventrikels
• Diastole: Ontspannen van de ventrikels
  
  Normale hartslag 60-90 slagen
  p.m.

holle ader

1

rechter boezem

2

rechter kamer

3

longslagader

3

longader

4

linkerboezem

5

linkerkamer

6

aorta

7

dikkere spierwand (links)

8

leg uit wat hier allemaal gebeurt

Tussenschot (Tussen de linker- en de rechterkant van het hart)

9

Welk onderdeel hoort bij welk cijfer? Probeer het uit je hoofd te doen.
Kun je de verschillende stappen van de hartcyclus benoemen? Of uitleggen aan je buurvrouw/-man

Huiswerk

• Leren Medische terminologie Anatomie en fysiologie:

H. 6.1 en 6.2 tot 6.2.2. en 
H. 6.2.3 > alleen de Grote en kleine bloedsomloop.
Leer ook de bijbehorende woorden 6.3 (woordenlijst)
  

+ de bijbehorende LessonUps/aantekeningen/kleurplaat/opdrachten.

Maken:

• MBO-leren: Acuut coronair syndroom en perifeer vaatlijden
• Afmaken opdracht 'Oefenen met lesstof AFP Hart- en vaatziekten' -> zie Cum laude week 42