DNA: Mutaties

Mutaties
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Mutaties

Slide 1 - Tekstslide

mutaties?

Slide 2 - Woordweb

Nog even herhalen...
  • DNA --> bestaat uit nucleotiden, 
  • Nucleotide (DNA) --> bestaat uit stikstofbase, desoxyribose en fosfaatgroep.
  • Nucleotide (RNA) --> bestaat uit stikstofbase, ribose en fosfaatgroep.
De volgorde van basen vormen een code
  • Codon (3 basen) --> codeert voor één aminozuur.
  • Ribosoom leest de codons (transcriptie; in mRNA) en zet de aminozuren in de juiste volgorde (translatie)--> Productie van eiwitten

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een modificatie en een mutatie?

Slide 4 - Open vraag

Lesdoelen
Je kunt benoemen......

..... wat een mutatie is.
..... welke mutaties voorkomen.
..... wat de oorzaken van mutaties kunnen zijn.
..... wat de gevolgen van mutaties kunnen zijn.

Slide 5 - Tekstslide

Mutaties
Mutaties: 
veranderingen in basenvolgorde van DNA.

Puntmutatie (genmutatie) -->
chromosoommutatie
genoommutatie

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

Mutaties
Chromosoommutaties  -->
chromosoom wordt korter/langer; een stukje chromosoom wordt verplaatst

Slide 10 - Tekstslide

Mutaties
Genoommutaties: aantal chromosomen verandert

Slide 11 - Tekstslide

Wat is geen mutatie?
A
albinisme
B
obesitas
C
dwerggroei
D
pigmentvlekken

Slide 12 - Quizvraag

mutatie in lichaamscel / mutatie in geslachtscel

Slide 13 - Tekstslide

Zijn pigmentvlekken erfelijk of niet?
A
Ja, erfelijk
B
neen, niet erfelijk

Slide 14 - Quizvraag

Oorzaken mutaties

Fouten tijdens DNA-replicatie
Virussen, bacterien en schimmels
DNA-schade door invloeden van buitenaf: Radioactieve-/röntgen-/ultraviolette straling en chemische stoffen (= mutagene stoffen)
kanker (carcinogene stoffen)

Slide 15 - Tekstslide

Gevolgen mutaties
Mutant: een organisme waarbij een mutatie in het fenotype te zien is.
> Geen gevolg (neutrale mutatie)
> Positief gevolg (nieuwe eigenschap)
> Negatief gevolg (verlies van eigenschap)
Effecten:
- eiwit werkt niet meer (bv. bij albinisme)
- stoornissen (syndroom van Down)
- embryo niet meer levensvatbaar (miskraam)
- variatie in genotype van een soort (voordeel in veranderlijk milieu) cfr Darwin

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Het ontstaan van een tumor

Slide 18 - Tekstslide


A
beide mutaties kunnen kwaadaardig zijn
B
enkel links is kwaadaardig
C
enkel rechts is kwaadaardig
D
beiden zijn niet kwaadaardig

Slide 19 - Quizvraag

DNA-Manipulatie
Kunstmatig toepassen van mutaties in DNA:
Genetische manipulatie

- Polyploïdie in planten (4n)
- Recombinant-DNA-techniek
- Gentherapie

Slide 20 - Tekstslide

DNA-Manipulatie
Recombinant-DNA-techniek
Met behulp van de gentechnologie zijn genen te identificeren, te isoleren en te kloneren. Daardoor is het mogelijk om DNA-fragmenten opnieuw te combineren. De techniek maakt gebruik van plasmiden en restrictie-enzymen (knipenzymen) en ligases (plakenzymen)

Slide 21 - Tekstslide

Eéncellige bacterie

Slide 22 - Tekstslide

DNA-Manipulatie
Gentherapie is het inbrengen van genetisch materiaal in (menselijke) cellen in het kader van een geneeskundige behandeling. Bij erfelijke aandoeningen hoopt men dat dit genetisch materiaal kan dienen om een ziekte die ontstaat door een niet goed functionerend gen te genezen door een 'gezond' gen toe te voegen.

Slide 23 - Tekstslide

surf naar:
https://www.bookwidgets.com/play/2G3T83



Slide 24 - Tekstslide