ABT3 10.01.2025

Welkom!
10.01.2025
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
10.01.2025

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Planning
  • Terugblik 
  • Verder 6.2
  • Rondvraag panelgesprekken
  • Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik
  • Bespreken HW (opdr. 22+23)
  • Vragen? Herhalen?  

Slide 4 - Tekstslide

6.2
  • Bekijk het oranje blokje op blz. 13 
  • Wat zijn verbindingswoorden, denk je?
  • Bekijk het rode blokje op blz. 14

Slide 5 - Tekstslide

6.2
  • Maak tweetallen
  • Pak werkblad 6.2a 
  • Onderstreep de zin/het zinsdeel met de oorzaak
  • Bespreek jullie antwoorden met een ander tweetal
  • Klassikaal bespreken

Slide 6 - Tekstslide

6.2
  • Klassikaal: opdr. 24
  • Maak opdr. 25 en 26 zelfstandig
  • Bespreek je antwoorden met je medecursist  
  • Klassikaal bespreken

Slide 7 - Tekstslide

6.2
  • Blauwe woorden blz. 15 + 16 

Slide 8 - Tekstslide

6.2
  • Maak zelfstandig opdr. 27, 28 + 29
  • Bespreken 

Slide 9 - Tekstslide

6.2
  • Maak tweetallen
  • Maak samen opdr. 30
  • Bekijk opdr. 31
  • Spreek samen
  • Maak zinnen met de woorden 
  • Klassikaal bespreken 

Slide 10 - Tekstslide

6.2
  • Maak groepjes van 3 cursisten 
  • Je gaat een spel spelen: het verboden woord
  • Bekijk het voorbeeld op werkblad 6.2b(1)
  • Pak de stapel met speelkaartjes

Slide 11 - Tekstslide

Verboden woord-spel

Slide 12 - Tekstslide

Verboden woord-spel

Slide 13 - Tekstslide

6.2
  • Bekijk het rode blokje op blz. 17
  • Verbindingswoorden daardoor, hiervoor, daarom
  • Daardoor: geeft een oorzaak aan (waardoor?)
  • Voorbeelden:
  • De straat was vanmorgen glad. Daardoor ben ik uitgegleden. 
  • Ik ging gisteravond laat naar bed. Daardoor ben ik nu erg moe. 
  • Volgende week heeft Misha vakantie. Daardoor kan ze lekker uitrusten. 
  • Ander voorbeeld? 

Slide 14 - Tekstslide

6.2
  • Hiervoor gebruik je:
  • 1) voor wat je noemt of voor dat waar je naar wijst
  • 2) om deze reden (waarvoor?)
  • Voorbeelden: 
  • Morgen wordt Samir 25 jaar. Hiervoor geeft hij een feestje.
  • Gina gaat naar Amerika. Hiervoor moet ze een visum aanvragen. 
  • Mijn vader heeft een operatie gehad en heeft veel pijn. Hiervoor krijgt hij pijnstillers. 

Slide 15 - Tekstslide

6.2
  • Daarom gebruik je om een reden te noemen (waarom?). 
  • Voorbeelden:
  • De zon schijnt erg fel vandaag. Daarom draag ik een zonnebril. 
  • De trein heeft vertraging. Daarom is Gamze te laat op school. 
  • De auto van Luca is kapot. Daarom is hij met de fiets naar school gekomen. 

Slide 16 - Tekstslide

6.2
  • Een verbindingswoord kan aan het begin van een hoofdzin staan.
  • Na het verbindingswoord staat direct het eerste werkwoord.
  • Mijn laptop is kapot. Daardoor kan ik niet werken. 
  • Morgen gaan we een schrijftoets doen. Hiervoor heb je goede schrijfspullen nodig. 

Slide 17 - Tekstslide

6.2
  • Een verbindingswoord kan ook in het midden van een hoofdzin staan. Het staat dan meestal na het eerste werkwoord
  • Voorbeelden: 
  • Yulia is ziek. Ze blijft daardoor een dag thuis. 
  • Morgen geef ik een feestje. Ik moet hiervoor nog veel boodschappen doen.  
  • De ID-kaart van Sergey is bijna verlopen. Hij moet daarom een nieuwe aanvragen.

Slide 18 - Tekstslide

6.2
  • Bekijk opdr. 33 
  • Zin 1+2 samen
  • Maak zin 3 t/m 8 zelfstandig
  • Maak opdr. 34 zelfstandig
  • Bespreken 

Slide 19 - Tekstslide