MM H4.1 Het ontstaan van de steden


Ga je wel eens naar de markt?
ja
nee
1 / 40
volgende
Slide 1: Poll
MMMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les


Ga je wel eens naar de markt?
ja
nee

Slide 1 - Poll


Wat is een markt?
Wat kun je er kopen?

Slide 2 - Open vraag

In het Frankische Rijk woonden de meeste mensen op het platteland (horigen)

Slide 3 - Tekstslide

De boeren (horigen) 






betere ploeg                          beter bemeste aarde                        meer opbrengst

                   ontstaan van                                                                             meer kinderen 
                   markten


Slide 4 - Tekstslide

In de tijd van de steden en staten ontstonden markten 
(1000-1500 n.C)

vraag
wat mensen willen kopen

aanbod
wat mensen willen verkopen

Mensen bleven op deze plekken wonen. Zo ontstonden de steden

Slide 5 - Tekstslide


Welk werktuig werd in het jaar 1000 door de boeren verbeterd? 
A
de tractor
B
de ploeg
C
de hooiwagen
D
de hark

Slide 6 - Quizvraag


Boeren produceerden meer groente en fruit. 
Er was meer voedsel; daardoor ... 
A
werden er meer mensen boer
B
kwamen er minder mensen
C
groeide de bevolking
D
werden de mensen armer

Slide 7 - Quizvraag

markt
vraag
aanbod
plaats waar mensen handelen
wat iemand wil kopen
wat iemand wil verkopen

Slide 8 - Sleepvraag


Leg uit hoe de steden ontstonden

Slide 9 - Open vraag


De tijd van de steden en staten duurde van ... tot ...
A
... tot 3000 v.C
B
3000 v.C tot 500 n.C
C
500 n.C tot 1000 n.C
D
1000 n.C tot 1500 n.C

Slide 10 - Quizvraag

In de tijd van de steden en staten ontstonden markten 
(1000-1500 n.C)

vraag
wat mensen willen kopen

aanbod
wat mensen willen verkopen

Mensen bleven op deze plekken wonen. Zo ontstonden de steden

Slide 11 - Tekstslide

De boeren (horigen) 





betere ploeg                     meer opbrengst               meer kinderen

                                  ontstaan van                        Boerenzonen             
                                  markten                                 werden nu ook slager   
                                                                                   of bakker           
                                 


Slide 12 - Tekstslide

ambachtslieden =
mensen, die iets met hun handen maken


handelaren =
mensen, die op de markt producten kopen en die producten ergens anders weer duurder verkopen = winst
timmerman/meubelmaker

Slide 13 - Tekstslide


Mensen, die iets met hun handen maken noemen we...
A
edelen
B
handelaren
C
ambachtslieden
D
horigen

Slide 14 - Quizvraag


Kun jij nog een aantal ambachtslieden noemen?

Slide 15 - Open vraag


Wat is het verschil met de meubelmaker van nu?

Slide 16 - Open vraag


Een handelaar koopt producten, die hij tegen een hogere prijs weer verkoopt.
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

De heer zorgde voor bescherming van zijn horigen.

Slide 18 - Tekstslide

In de stad woonden vooral ambachtslieden en handelaren = burgers
De koning of de edelman gaf de stad stadsrechten. 
Nu kreeg de stad een eigen bestuur en eigen wetten

Slide 19 - Tekstslide

Veiligheid in de stad
stadspoort
stadsmuur
burger
1 jaar in de stad wonen + beroep uitoefenen + belasting betalen
Schout = burgemeester
+ hoofd van de politie

betaald met belastinggeld

veiligheid voor de burgers

Slide 20 - Tekstslide


Wat zijn stadsrechten?
A
recht op eigen bestuur en eigen wetten
B
recht op veiligheid van de koning
C
recht om een eigen geloof te kiezen
D
recht om een beroep uit te oefenen

Slide 21 - Quizvraag


een ander woord voor schout = burgemeester
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quizvraag

De mensen op het platteland werden beschermd 
door hun 

In de stad werden                                      beschermd 
door de politie

Om de stad heen stond een dikke 

Je kwam de stad binnen door de
 
De politie en de schout werden betaald met 
heer
burgers
stadsmuur
stadspoort
belastingen

Slide 23 - Sleepvraag


Wat is het verschil tussen veiligheid op het land en in de stad

Slide 24 - Open vraag


Kun je op de afbeelding nog iets vinden van de boeren?

Slide 25 - Open vraag

De Gewesten (= provincies) van de Nederlanden
Gewest: Holland
Graaf Floris
rijkdom
macht
goed voor de boeren
Ridderzaal

Slide 26 - Tekstslide

Den Haag
Graaf Floris liet met belastinggeld de Ridderzaal bouwen. 

Slide 27 - Tekstslide


Wie was Graaf Floris?
A
koning der Nederlanden
B
edelman van het gewest Overijssel
C
edelman van het gewest Holland
D
burger uit de stad Amsterdam

Slide 28 - Quizvraag


Tegenwoordig heet een gewest een ...
A
stad
B
provincie
C
land
D
streek

Slide 29 - Quizvraag


Een koning of een edelman gaf een stad stadsrechten. 
De stad gaf in ruil daarvoor ...
A
belasting
B
bescherming
C
ridders
D
burgers

Slide 30 - Quizvraag


Graaf Floris liet de Ridderzaal bouwen
A
waar
B
niet waar

Slide 31 - Quizvraag


De Ridderzaal staat in Den Haag
A
waar
B
niet waar

Slide 32 - Quizvraag

Slide 33 - Sleepvraag

Graaf Floris wordt door jaloerse edelen gevangen genomen en later vermoord

Slide 34 - Tekstslide


Boeren en burgers hadden een hekel aan Floris
A
waar
B
niet waar

Slide 35 - Quizvraag


Floris werd door edelen bevrijd
A
waar
B
niet waar

Slide 36 - Quizvraag


Floris werd door edelen vermoord
A
waar
B
niet waar

Slide 37 - Quizvraag


In een stad werd door de handel 
veel geld verdiend
A
waar
B
niet waar

Slide 38 - Quizvraag


Waarom was een stad voor 
Graaf Floris zo belangrijk?
A
bij gevaar kon de Graaf in de stad schuilen
B
de burgers betaalden belasting aan de graaf
C
de Graaf vond een stad erg mooi
D
de Graaf dreef handel in de stad

Slide 39 - Quizvraag


Onze regering bestuurt Nederland nog steeds vanuit Den Haag. Hoe komt dat, denk je?

Slide 40 - Open vraag