Paragraaf 2.1
1 / 36
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Wat is het thema van Hoofdstuk 2?
A
Landschappen
B
Steden
C
Water
D
Duurzame wereld
Slide 4 - Quizvraag
De introductiefoto van H.2 was gemaakt in....?
A
Amsterdam
B
New York
C
Barcelona
D
Rome
Slide 5 - Quizvraag
In een stad is de bevolkingsdichtheid (aantal mensen / km2).....
A
laag
B
hoog
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
In een stad is de bebouwingsdichtheid (aantal gebouwen / km2).....
A
laag
B
hoog
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Goed of fout? De enige functie van steden is de woonfunctie.
A
Goed
B
Fout
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
In welke economische sector werken relatief weinig mensen in de stad?
A
primaire sector (landbouw)
B
secundaire sector (industrie)
C
tertiaire sector (diensten)
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
De meeste steden met méér dan 10 miljoen inwoners vinden we in.....
A
Noord Amerika
B
Europa
C
Azië
D
Afrika
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Hoe noemen we zo'n stad met méér dan 10 miljoen inwoners ook wel?
Slide 16 - Open vraag
Vanuit Tokyo verspreiden mode, films, muziek zich over een groot deel van de wereld. Tokyio is dus wat dat betreft
A
een wereldstad
B
een megastad
C
een hoofdstad
Slide 17 - Quizvraag
De Nederlandse regering zit in Den Haag. Is dit ook onze hoofdstad?
A
Ja
B
Nee
Slide 18 - Quizvraag
Waar liggen eigenlijk de meeste steden?
A
Aan het water
B
in de binnenlanden
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Hoe noemen we die steden in België die onderling goed met elkaar verbonden zijn?
A
primate city
B
stedelijk netwerk
Slide 22 - Quizvraag
Slide 23 - Tekstslide
Hoe noemen we de situatie als er in een land maar één grote stad is die ook het meest ontwikkeld is?
A
primate city
B
stedelijk netwerk
Slide 24 - Quizvraag
Slide 25 - Tekstslide
Waar is de verstedelijkingsgraad het grootst?
A
arme landen
B
rijke landen
Slide 26 - Quizvraag
Slide 27 - Tekstslide
Waar groeien de steden het snelst (verstedelijkingstempo)?
A
arme landen
B
rijke landen
Slide 28 - Quizvraag
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
In welke sector werken de meeste mensen als zij het armere platteland verlaten?
A
primaire sector (landbouw)
B
secundaire sector (industrie)
C
tertiaire sector (diensten)
Slide 32 - Quizvraag
In welke sector werken de meeste mensen in de stad?
A
primaire sector (landbouw)
B
secundaire sector (industrie)
C
tertiaire sector (diensten)
Slide 33 - Quizvraag
Waar is de kans op een betere toekomst het grootst?
A
In de steden van arme landen
B
Op het platteland van arme landen
