les 2 publiek opdracht 2

les 2 publiek 
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

les 2 publiek 

Slide 1 - Tekstslide

Instructie
Een schrijver wil dat zijn tekst door bepaalde groep gelezen wordt: het publiek.

Voorbeeld van publiek: jongeren, gamers, ouders, sportfans

Slide 2 - Tekstslide

3 soorten publiek:
1. Een breed publiek. 2. Een kleiner, 
                                             gespecialiseerd publiek.




3. Een (specifiek) persoon of groep mensen.
3 soorten publiek:
1. Breed publiek
2. Een kleiner, gespecialiseerd publiek
3. Een kleine groep of individu

Slide 3 - Tekstslide

Publiek
  • Om het doel te bereiken moet het aansluiten bij het publiek.
  • Voor wie/welke groep schrijf je?
  • Je kunt zien wie het publiek is aan:
    het onderwerp
    de bron
    de lay-out
    het taalgebruik 

Slide 4 - Tekstslide

Voor welk publiek is dit tijdschrift geschreven?
A
algemeen publiek
B
kinderen
C
opa's
D
mensen die van dieren houden

Slide 5 - Quizvraag

Voor welk publiek is
deze tekst?
A
Kinderen
B
Jongeren
C
Volwassenen
D
Iedereen

Slide 6 - Quizvraag

Voor welk publiek is deze tekst?
A
Jongeren
B
Volwassenen
C
Ouderen
D
Iedereen

Slide 7 - Quizvraag

Voor welk publiek is deze tekst?
A
Jongeren op de fiets
B
Volwassenen in de auto
C
Ouderen die willen oversteken
D
Alle weggebruikers

Slide 8 - Quizvraag

Voor welk publiek is deze tekst?
A
journalisten
B
mensen die van literatuur houden
C
jonge kinderen
D
jongeren

Slide 9 - Quizvraag

Voor welk publiek is deze tekst?
A
Middelbare scholieren
B
Basisschool kinderen
C
Studenten
D
Volwassenen

Slide 10 - Quizvraag

Voor welk publiek is deze tekst?
A
Iedereen
B
Obers
C
Serveersters
D
hobbykoks

Slide 11 - Quizvraag

Huiswerk

Maak opdracht 2
blz 77

Slide 12 - Tekstslide