Hygienisch werken en waarom, Infecties in en rond het kraambed

Hygienisch werken en waarom, Infecties in en rond het kraambed
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hygienisch werken en waarom, Infecties in en rond het kraambed

Slide 1 - Tekstslide

Hygiënisch werken


Omdat moeder en kind een verminderde weerstand en een wondgebied hebben, moet je hygiënisch handelen bij de kraamtechnische en lichamelijk verzorgende werkzaamheden. Veel organisaties hanteren daartoe een hygiënisch protocol kraamzorg. Werk je in een geboortecentrum, dan zijn andere hygiënevoorschriften van toepassing dan in een thuissituatie. De persoonlijke hygiëne, handhygiëne, uniformgebruik en de koortslip worden hier besproken. Bij de koortslip moet je extra letten op hygiëne, omdat dit gevaarlijk kan zijn voor pasgeborenen.

Slide 2 - Tekstslide

Persoonlijke verzorging
Als kraamverzorgende ben je te gast in een gezin, maar ook een vertegenwoordiger van je organisatie. Zorg er altijd voor dat je er verzorgd uitziet. Dat betekent:

korte, schone en verzorgde nagels: geen nagellak of gelnagels;
het haar kort of opgebonden; geen loshangende uiteinden van een eventuele hoofddoek;
geen sieraden of piercings en geen lange oorhangers;
geen zichtbare tatoeages;
gebruik wegwerpzakdoeken bij verkoudheid.
Kies voor goede schoenen. Het is niet bewezen dat open schoenen de hygiëne nadelig beïnvloeden, maar vanuit arbotechnisch oogpunt zijn dichte schoenen beter; je stoot minder snel je tenen en als er iets valt, valt het niet meteen op je voet. Kies voor schoenen waarop je het de hele dag volhoudt en die niet uitschieten bij het traplopen.





Slide 3 - Tekstslide

Handhygiëne
De Werkgroep Infectiepreventie (WIP), onderdeel van het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu), geeft landelijke richtlijnen aan op het gebied van hygiëne. Ook in de kraamzorg is het heel belangrijk om je handen goed te wassen en te drogen, kortom, een goede handhygiëne toe te passen. Een pasgeborene heeft nog niet genoeg weerstand opgebouwd tegen micro-organismen van alle handen die hem aanraken: de kraamverzorgende, de verloskundige, het bezoek. Ook de kraamvrouw heeft een beperkte weerstand en een grotere kans om een infectie op te lopen. Werk je in een geboortecentrum of bezoek je meerdere gezinnen per dag, dan voorkomt een goede handhygiëne een kruisbesmetting. Handhygiëne begint bij handen reinigen met water en zeep uit een pompje. Andere middelen, zoals desinfectiegels, zijn niet nodig. Gebruik voor het afdrogen in de thuissituatie een schone handdoek of luier. Zorg ook voor een schone handdoek voor de verloskundige.

Slide 4 - Tekstslide

Desinfecteren
Desinfecteren
In een kraampakket wordt vaak een flacon desinfecterende handgel meegeleverd. De samenstelling van deze gels is wisselend en de werking is niet bewezen. Je kunt wel desinfecterende zeep voor reinigen gebruiken, maar het is geen desinfectiemiddel. Echter, in normale situaties voorkomt goede handreiniging een kruisinfectie net zo goed als desinfectie van handen. In de thuiskraamzorg is reiniging in combinatie met handschoengebruik voldoende en hoeven handen niet gedesinfecteerd te worden. In een geboortecentrum kunnen andere richtlijnen gelden. Desinfectie wordt vooral verlangd bij een medische ingreep vóór het aantrekken van steriele handschoenen. Een kraamverzorgende komt dat niet tegen, een verloskundige wel. Voor haar wordt handalcohol aanbevolen die zij 30 seconden over de handen uitwrijft. Handalcohol reinigt niet; vooraf moeten de handen gereinigd worden als ze zichtbaar bevuild zijn.

Slide 5 - Tekstslide

Handschoenen
Als kraamverzorgende gebruik je niet-steriele handschoenen om jezelf te beschermen. Deze worden verstrekt door je werkgever, verpakt in een doos, zoals tissues. Bewaar deze doos droog en schoon. Voor verzorgenden die gevoelig zijn voor latex zijn er latexvrije handschoenen verkrijgbaar.

Je draagt handschoenen als je in contact kunt komen met lichaamsvocht, bloed, speeksel, braaksel, urine, ontlasting, wondvocht, vruchtwater, slijmvliezen en niet-intacte huid of met materialen die ermee in aanraking zijn geweest.
Was en droog je handen voordat je handschoenen aantrekt, en was en droog je handen met handschoenen aan. Handschoenen bieden bescherming, maar kunnen micro-organismen doorlaten. Was je handen daarom ook nadat je handschoenen hebt uitgedaan.

Slide 6 - Tekstslide

Niet-steriele handschoenen draag je bij:

assisteren bij de bevalling;
aanpakken en schoonmaken van instrumenten die bij de bevalling gebruikt zijn;
opruimen van bloed op vloer of werkoppervlak;
sorteren van bloedwas;
afval van bevalling opruimen;
eerste wasbeurt pasgeborene;
wassen/douchen kraamvrouw na de bevalling;
rectaal temperaturen;
verzorgen van wonden (perineumwond) en natte huidaandoeningen;
verschonen maandverband (lochia);
schoonmaken douche, toilet;
sorteren van was.











Slide 7 - Tekstslide

De hygiënerichtlijnen bevatten diverse inconsequenties. Zo moet je bij het temperaturen van de kraamvrouw handschoenen dragen, maar bij het temperaturen van de baby niet. Daarbij zou je met ontlasting in aanraking kunnen komen (denk aan spuitluiers bij borstvoeding). Ook als je begeleidt bij borstvoeding kun je in aanraking komen met lichaamsvloeistoffen. 


Opdracht: 
zoek in het bijpassende protocol de richtlijn hiervoor op , welke gebruikt jou stage organisatie ??

Slide 8 - Tekstslide

Uniform
Volg de voorschriften van je organisatie. Een volledig uniform wordt niet meer in alle organisaties verplicht gesteld. Bij bevallingsassistentie bescherm je je uniform met een plastic overschort. Bij verzorgende werkzaamheden van moeder en kind gebruik je een stoffen overschort of halterschort. Hang dit schort binnenste buiten op de baby- of kraamkamer. Verschoon het minstens twee keer per kraamperiode en neem het niet mee naar een ander gezin zonder het te wassen. Verschoon je uniform om de dag of zoveel vaker als nodig is. Het is altijd slim om een reserve-uniform of reservekleding bij je te hebben. Als je uniform vies wordt, kun je je verschonen. Was je uniform en schorten op 60 graden Celsius. In de thuiskraamzorg kom je soms in minder verwarmde ruimtes. Als je om die reden een vest draagt, verschoon ook dit dan regelmatig. Draag bij de verzorging van moeder en kind geen kleding met lange mouwen.

Slide 9 - Tekstslide

Bril/mondneusmasker
Vooral bij het kunstmatig breken van de vliezen kunnen spatten vruchtwater en bloed vrijkomen en in je gezicht komen. Dat kan ongemerkt gebeuren. Bescherming van je gezicht met een mondneusmasker voorkomt dat je besmet raakt met deze lichaamsstoffen. Soms wordt ook een spatbril voorgeschreven. Draag een mondmasker bij de bevalling in de besmettelijke fase van de koortslip. 

Slide 10 - Tekstslide

Bekkentje
Er zijn kraamverzorgenden die van hun organisatie een metalen bekkentje krijgen om mee te nemen naar de gezinnen. In dit bekkentje wordt de thermometer na gebruik gelegd of gaasjes van de navelverzorging. Schoonmaken van het bekkentje moet daarom zorgvuldig gebeuren. Reinig het met water en zeep en wrijf het daarna schoon met een watje met alcohol. Neem het niet mee van gezin naar gezin zonder het goed te reinigen en desinfecteren. Een alternatief is een bakje van het gezin te gebruiken of je gebruikte materialen op een tissue te leggen die je daarna weggooit.

Slide 11 - Tekstslide

ziektes in het kraambed
Kraambed en voorkomende complicaties en afwijkingen

Slide 12 - Tekstslide

Koorts in het kraambed
Temp boven de 38 graden gedurende 2 dagen

Uitzoeken oorzaak ( door de 3 B's )
1. Borsten (mastitis of stuwing)
2.Buik (endometritis, cystitis, urethritis of pyelonefritis)
3.Benen (trombose)
4. Episiotomie of ruptuur 

Slide 13 - Tekstslide

Klassieke kraamvrouwenkoorts
groep A-streptokokken (Streptococcus pyogenes)
Verschijnselen:
Ernstig ziek met hoge koortspieken
Hoofdpijn, verwardheid, hyperventilatie, tachycardie, hypotensie en shock
Behandeling: antibiotica

Slide 14 - Tekstslide

Overzicht infectieziekten
Bof, buikgriep, buiktyfus
Corona (COVID-19)
Diarree, difterie, dysenterie
Griep, HMV, Hepatitis B
Krentenbaard, kinkhoest
Legionella, Malaria, mazelen
Norovirus
Oogontsteking
Paratyfus, polio
Rode hond, roodvonk
Scabiës, schurft
Tetanus, tuberculose,  vijfde ziekte
Waterpokken
Zesde ziekte, ziekte van Lyme, ziekte van Pfeiffer

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Wat is een koortslip
Een koortslip is een infectie die wordt veroorzaakt door het herpesvirus (Herpes Simplex Virus). Een koortslip bevindt zich vaak op de huid op of vlakbij de lippen. Het begint met jeuk en een branderig gevoel. Daarna ontstaan er pijnlijke verdikkingen en blaasjes. De blaasjes zijn gevuld met vocht. Dit vocht bevat het herpesvirus. De koortslip is besmettelijk als de blaasjes openbarsten of verdrogen en korstjes worden. Als de blaasjes en korstjes zijn verdwenen, kan het virus niet meer worden overgedragen.

Slide 17 - Tekstslide

Gevaar voor baby's
Voor volwassenen is een koortslip niet gevaarlijk, maar voor baby's jonger dan drie maanden wel. Het afweersysteem is bij baby's nog niet optimaal ontwikkeld. Hierdoor kan uw baby erg ziek worden van een besmetting met het herpesvirus. Gelukkig is de kans op besmetting klein.

Als een moeder voor het eerst een koortslip heeft rond de bevalling of in de kraamtijd, moet zij voorkomen dat haar pasgeborene in direct contact komt met de actieve koortslip. Het is in dit geval raadzaam om regelmatig de handen te wassen.
Zwangere vrouwen die vóór de zwangerschap al vaker een koortslip hebben gehad, hebben de baby waarschijnlijk tijdens de zwangerschap al antistoffen meegegeven. Het kind is dan mogelijk beschermd.


Slide 18 - Tekstslide

Zo kunt u uw baby beschermen:
Plak een pleister op uw lip.
Zoen uw baby niet.
Knuffel alleen met uw baby als u niet met uw gezicht bij het gezicht van uw kind komt.
Gebruik een mondkapje.
Was uw handen voor en na de verzorging van uw baby. In het ziekenhuis kunt u handdesinfectie gebruiken.
Geeft u borstvoeding? Dan kunt u hiermee doorgaan. Wees wel extra voorzichtig. Zet tijdens het voeden een mondkapje op. Controleer uw tepels en tepelhoven op blaasjes. Als u blaasjes ontdekt, stop dan tijdelijk met borstvoeding geven en neem contact op met uw huisarts. Om de melk op gang te houden kunt u kolven. Gooi deze melk wel weg.
Kolft u? Zorg er dan voor dat uw handen tijdens het kolven niet in contact komen met de koortslip. Anders wordt de melk besmet. Gooi de melk weg als deze (mogelijk) besmet is.

Slide 19 - Tekstslide

Besmetting via anderen
Niet alleen u, maar ook anderen kunnen uw baby besmetten als zij een koortslip hebben. Uw baby is niet beschermd tegen het virus van een ander. Dus ook niet als het van u antistoffen heeft meegekregen. Let daarom altijd op het volgende:
Zorg ervoor dat uw partner en eventuele broertjes of zusjes met een koortslip de baby niet zoenen. Knuffelen mag, maar alleen als zij niet met hun gezicht bij de baby komen.
Laat iedereen met een koortslip eerst de handen wassen voordat zij de baby aanraken.
(Kraam)visite met een koortslip kan het bezoek beter uitstellen. Komen ze toch op visite, laat ze de baby dan niet aanraken.

Slide 20 - Tekstslide

Vroege vorm van infectie bij baby's 
(early-onset neonatale infecties)
Als een baby binnen drie dagen na de geboorte door een infectie ziek wordt, spreken we van een vroege vorm van een infectie bij een pasgeboren baby of een early-onset neonatale infectie. Deze infectie kan mild verlopen, maar ook ernstig waardoor soms beademing of bloeddrukverhogende medicijnen nodig zijn. De infectie kan zich snel ontwikkelen, soms binnen enkele uren. Het komt zelfs voor dat de ziekte slecht afloopt, ondanks snelle behandeling. 

Slide 21 - Tekstslide

Early-onset neonatale infectie
Bacteriën
De meestvoorkomende bacteriën die een vroege vorm van een infectie bij pasgeboren baby’s kunnen geven zijn:
groep B streptokokken (GBS);
Escherichia coli.

Slide 22 - Tekstslide

GBS 
Eén op de vijf zwangere vrouwen is draagster van de GBS, zonder dat zij hiervan zelf klachten heeft. Zij draagt deze bacteriën dan bij zich in de vagina (schede). Dat kan meestal geen kwaad, maar een klein aantal baby’s wordt ziek door deze bacterie. Naast GBS kunnen ook andere bacteriën deze vroege vorm van een infectie bij baby’s geven.
Een infectie kan bijvoorbeeld leiden tot bloedvergiftiging (sepsis), hersenvliesontsteking (meningitis) of longontsteking (pneumonie).

Slide 23 - Tekstslide

Ziekteverschijnselen
Een baby kan langzaam of soms heel snel ziek worden. Om ziekteverschijnselen te herkennen is vooral een goede observatie belangrijk. Als er ten minste twee van de volgende ziekteverschijnselen aanwezig zijn, wordt een behandeling met antibiotica geadviseerd:

een grauwe kleur;
afwijkend gedrag (bijvoorbeeld ontroostbaar huilen of lusteloosheid);
slecht drinken;
een te lage (lager dan 36°C) of te hoge (hoger dan 38°C) lichaamstemperatuur;
snel of kreunend ademhalen waarbij de neusvleugels bewegen.
Deze klachten worden bij een baby gezien als alarmsignalen. Het is dan noodzakelijk om snel contact met een zorgverlener te zoeken.

Slide 24 - Tekstslide

Wat zijn de vier meest voorkomende virale infecties?
Veel voorkomende virale ziekten zijn onder meer verkoudheid, griep, COVID-19, norovirus (“buikgriep”), HPV (wratten) en herpes simplex-virus (koortsblaasjes) . Veel virussen verdwijnen vanzelf, maar sommige veroorzaken levensbedreigende of chronische ziekten.

Slide 25 - Tekstslide

door welk virus wordt een koortslip veroorzaakt
A
influenza
B
rhinovirus
C
herpes virus

Slide 26 - Quizvraag

Hoe kan je anderen niet besmetten wanneer je een koortslip hebt?
(meer antwoorden zijn goed)
A
De koortslip niet aanraken.
B
Niet knipogen naar iemand.
C
Goed je handen wassen.
D
Je drinkbeker niet delen.

Slide 27 - Quizvraag

Een koortslip is niet gevaarlijk voor een pasgeboren baby.
A
Juist
B
Niet juist

Slide 28 - Quizvraag

Als een pasgeboren baby in contact komt met het koortslipvirus (herpes en/of genitale herpes) kan dat dodelijk zijn voor de baby.
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quizvraag

Welk risico heeft een koortslip voor pasgeborenen?
A
De baby krijgt extra veel koortsblaren
B
Er zijn geen risico's voor de baby
C
Kans op een hersenontsteking
D
Kans op uidroging

Slide 30 - Quizvraag

Wat is het eerste keus middel bij een koortslip?
A
Aciclovir creme
B
Lidocaine creme
C
Zinksulfaatgel
D
Vaseline

Slide 31 - Quizvraag