Oefentoets hoofdstuk 2 (zonder2.1 met 4.5)

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de Reconquista?
A
De herovering van het Ottomaanse rijk
B
De herovering van Spanje op de Moren
C
De verovering van Amerika door Columbus

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem twee oorzaken die zorgden voor achteruitgang in de handel op de Middellandse Zee

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slavernij bestond al voordat de Europeanen begonnen met de slavenhandel in de 16de eeuw
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

China
Columbus
Vasco da Gama
Goudkust
Marco Polo
Amerika
India
Ghana

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit wat er bedoeld wordt met Europese expansie

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wereldbol van Behaim 1492
Waarom ontbreekt Amerika op de Wereldkaart?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom noemde Columbus de inheemse bevolking indianen?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kochten de Europeanen in Ghana bij Fort Elmina
A
goud
B
tabak
C
suiker
D
slaven

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom zochten de Nederlanders onder leiding van Willem Barentsz een noordelijke route?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie was de eerste Nederlandse kapitein die Indië ontdekte?
A
Willem Barentsz
B
Columbus
C
De Houtman
D
Bantam

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem twee oorzaken die zorgden voor achteruitgang in de handel op de Middellandse Zee

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Conservatieven waren in Nederland voor afschaffing van de slavernij.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De afschaffing van de slavernij in de VS ...
A
leidde tot een burgeroorlog
B
vond plaats rond 1800
C
vond plaats rond 1900
D
leidde tot nog meer ongelijkheid

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat vieren we met keti koti?
A
Gouden eeuw
B
Bevrijding Suriname
C
Oprichting WIC
D
Afschaffing slavernij

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorstanders van de afschaffing van slavernij.
A
kolonialisten
B
slavenhandelaren
C
abolitionisten
D
plantagehouders

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie werd er gecompenseerd na de afschaffing van de slavernij?
A
Slaven
B
Slavenhouders
C
De regering
D
De WIC

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Lees het artikel uit de staatskrant van 1863. Hoe lang werden de slaven verplicht om nog op de plantages te blijven werken?

Lees het artikel uit de staatskrant van 1863. Hoe lang werden de slaven verplicht om nog op de plantages te blijven werken?
A
1 jaar
B
nog 5 jaar
C
geen dag, ze waren direct vrij
D
nog 10 jaar

Slide 18 - Quizvraag

Het goede antwoord is D: 10 jaar. Daarom spreken velen van niet 160 jaar afschaffing slavernij, maar 150 jaar afschaffing slavernij. Het jaartal 1873 wordt in vele uitingen genoemd als het jaar van afschaffing.
Abolitionisme betekend:
A
Slavernij
B
Gelijkheid
C
Mensenrechten
D
Afschaffing slavernij

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de goede volgorde van het afschaffen van slavernij?
A
Engeland, Frankrijk, Nederland, Frankrijk (opnieuw)
B
Frankrijk, Engeland, Nederland, Frankrijk (opnieuw)
C
Frankrijk, Engeland, Frankrijk (opnieuw), Nederland
D
Engeland, Frankrijk, Nederland

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lees de bron.
Welk woord hoort tweemaal bij het witte kruisje te staan?
A
Azteken
B
Maya's
C
Inca's
D
Geen van de genoemde rijken is juist.

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welk rijk leefden de mensen net als de oude Grieken in stadstaten?
A
Inca’s
B
Azteken
C
Romeinen
D
Maya’s

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

8. Welke indianencultuur is het oudst?
A
Maya's
B
Inca's
C
Azteken

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk volk dacht dat Hernan Cortes een teruggekomen god was?
A
Azteken
B
Inca's
C
Maya's
D
Cuzco

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn Azteken, Maya's en Inca's?
A
Volkeren in Indië
B
Volkeren in Amerika
C
Inheemse Amerikaanse diersoorten
D
Spaanse soldaten

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een uitspraak:
Na vier expedities van Columbus naar de Nieuwe Wereld maakten meer Spanjaarden de
overtocht om fortuin te zoeken. In 1519 komt de Spaanse edelman Hernán Cortés aan land in
Mexico, dat toen bewoond werd door een indiaans volk.

Welke van de volgende zinnen sluit deze uitspraak op een historisch juiste wijze af?
Kies het juiste antwoord.
A
Als conquistador was Cortés uit op de rijkdommen van de Inca's en de Maya's, die hij met een grote legermacht wist te veroveren.
B
Hernán Cortés was een conquistador die de hoofdstad van de Azteken, Cuzco, met de grond gelijk maakte en de meeste Azteken als slaven naar Spanje vervoerde.
C
De grote hoeveelheid zilver die in de grond in Mexico te vinden was konden de Spanjaarden goed gebruiken om andere indiaanse stammen om te kopen.
D
Hernán Cortés werd door de Azteken met alle eerbied ontvangen, maar wist het Azteekse rijk volledig te vernietigen doordat hij over betere wapens beschikte.

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je wilt weten of één bron betrouwbaar is, dan kijk je NIET naar...
A
welke informatie had de maker?
B
wanneer is de bron gemaakt?
C
welke mening had de maker?
D
welke bedoeling had de maker?

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer is een bron betrouwbaar?
A
Als het in dezelfde periode is geschreven en objectief is.
B
Als de schrijver een duidelijke mening geeft
C
Als het alleen in dezelfde periode is geschreven
D
Als de schrijver een kant kiest uit zijn tijd.

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lees de 3 feiten over de tijd omstreeks 1500:
A. Europeanen maakten ontdekkingsreizen naar Oost-Azië.
B. Europeanen kregen een winstgevende specerijenhandel met Azië in handen.
C. Europeanen dreven minder handel via de Middellandse Zee.

1. Feit C is een gevolg / oorzaak van feit A.
2. Feit A is een gevolg op korte / lange termijn van feit B.
3. Feit A is een directe / indirecte oorzaak van feit B.
A
1. oorzaak, 2. lange, 3. indirecte
B
1. gevolg, 2. lange, 3. indirecte
C
1. oorzaak, 2. korte, 3. indirecte
D
1. oorzaak, 2. lange, 3. directe

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


1. 'Turkse vorsten laten de Spaanse handelsreizigers niet meer toe'. 
Dit is een oorzaak / gevolg om ontdekkingsreizen over zee te starten.
2. In de tijd van Columbus waren er al 3 van de 7 werelddelen (continenten) ontdekt (zie afbeelding), namelijk Europa, Afrika en ......? 

A
1. oorzaak, 2. Noord-Amerika
B
1. oorzaak, 2. Azië
C
1. gevolg, 2. Australië
D
1. gevolg, 2. Antarctica (Zuidpool)

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De stichting van handelsposten in Azië en Afrika was een Oorzaak/Gevolg van de ontdekkingsreizen.
A
Oorzaak
B
Gevolg

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit boek leverde bijdrage in discussie over slavernij ...
A
De hut van Tante Truus
B
De negerhut van Oom Tim
C
Het kleine huis op de prairie
D
De negerhut van Oom Tom

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat stond op de medallions van Josiah Wedgwood
A
Afbeelding van de geketende slaaf
B
Am I the best
C
Een afbeelding van de slaaf
D
Am I not a Man a Brother?

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is zowel een oorzaak voor als een gevolg van de ontdekkingsreizen?
A
Uitvinding kompas
B
Verbeterde kaarten
C
Betere schepen

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies