In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Terugblik!
Slide 1 - Tekstslide
Als bij een soort veel verschillende genotypen voorkomen, heeft deze soort een ... (vul in) ... overlevingskans.
A
kleinere
B
grotere
Slide 2 - Quizvraag
Wat is juist?
A
1 celkern
2 genen
B
1 cel
2 chromosomen
C
3 DNA
4 gen
D
3 Chromosomen
4 DNA
Slide 3 - Quizvraag
Welke cellen hebben geen paren chromosomen maar enkele chromosomen in de celkern?
A
Geslachtscellen
B
Lichaamscellen
Slide 4 - Quizvraag
Waar bestaan chromosomen uit?
A
Celplasma
B
DNA
Slide 5 - Quizvraag
Ilse is geboren met lichtbruin haar (1). Ze verft haar haar blond. (2)Daarna verft ze haar haar donkerbruin (3). Wat gebeurt er met haar fenotype?
1
2
3
A
blijft hetzelfde
B
verandert bij 2 en 3
C
verandert alleen bij 2
D
verandert alleen bij 3
Slide 6 - Quizvraag
Wanneer is de aarde ontstaan?
A
Ong. 3 miljard jaar geleden
B
Ong. 13,7 miljard jaar geleden
C
Ong. 4,6 miljoen jaar geleden
D
Ong. 4,6 miljard jaar geleden
Slide 7 - Quizvraag
Waar is het leven op aarde ontstaan?
A
Het is vanuit de ruimte gekomen
B
In het water
C
Op het land
D
In de grond
Slide 8 - Quizvraag
Welke dieren zijn waarschijnlijk eerder ontstaan?
A
neteldieren
B
stekelhuidigen
C
vogels
D
zoogdieren
Slide 9 - Quizvraag
Vul in: 1. Sauriërs leefden ........ jaar geleden op aarde. 2. Door .......... stierven ze uit.
A
1) 186 miljard
2) andere organismen
B
1) 186 miljard
2) een groot rotsblok
C
1) 186 miljoen
2) doordat er zoogdieren kwamen
D
1) 186 miljoen.
2) een meteoriet
Slide 10 - Quizvraag
Levensvormen op de juiste volgorde. Van oud naar jong
A
waterdieren - landdieren - landplanten - mensen
B
landplanten - waterdieren
landdieren - mensen
C
waterdieren - landplanten -
landdieren - mensen.
D
mensen - landdieren - landplanten - waterdieren
Slide 11 - Quizvraag
Wat zijn kenmerken van eenvoudige levensvormen?
A
eencellig en levend in het water.
B
meercellig en levend in het water
C
eencellig en levend op het land
D
meercellig en levend op het land
Slide 12 - Quizvraag
Door welke organismen ontstond het eerste zuurstof in de lucht
A
meercellige organismen
B
eenvoudige levensvormen
C
eencellige organismen
D
bacteriën
Slide 13 - Quizvraag
De gevolgen van de inslag van de meteoriet..... Wat is NIET waar
A
het werd donker
B
het werd warmer
C
er was veel stof en roet
D
er was weinig zonlicht
Slide 14 - Quizvraag
wat zijn fossielen?
versteende overblijfselen van organismen. Fossielen ondersteunen de evolutietheorie omdat het overblijfselen zijn van de harde delen van een organisme. Deze harde delen zitten in diepe oude aardlagen.
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Hoe oud zijn de oudste fossielen?
A
Ong. 3 miljard jaar oud
B
Ong. 3,8 miljard jaar oud
C
Ong. 3 miljoen jaar oud
D
Ong. 30 miljard jaar geleden
Slide 17 - Quizvraag
Zijn alle soorten waarvan fossielen worden gevonden uitgestorven?
A
Ja
B
Nee
Slide 18 - Quizvraag
De gevolgen van de inslag van de meteoriet..... Wat is NIET waar
A
het werd donker
B
het werd warmer
C
er was veel stof en roet
D
er was weinig zonlicht
Slide 19 - Quizvraag
De eerste landplanten verschenen ongeveer 500 miljoen jaar geleden
A
Tijdperk Paleozoïcum
B
Tijdperk Perm
C
Periode Perm
D
Tijdperk Mesozoïcum
Slide 20 - Quizvraag
Vul in: 1. Sauriërs leefden ........ jaar geleden op aarde. 2. Door .......... stierven ze uit.