Kerstquiz

Kerstquiz
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Kerstquiz

Slide 1 - Tekstslide

Hoe heette de engel die door God naar Maria werd gestuurd?
A
Gabriel
B
Michael
C
De naam wordt niet genoemd

Slide 2 - Quizvraag

Wie kreeg/kregen de opdracht de Baby van Maria de naam Jezus te geven?
A
Alleen Jozef
B
Alleen Maria
C
Allebei, maar wel allebei apart
D
Ze waren bij elkaar toen ze de opdracht kregen.

Slide 3 - Quizvraag

Jezus wordt ook ' immanuel' genoemd. Wat betekent dat?
A
God is het die het draagt.
B
God is het die troost.
C
God is degene die vergeeft.
D
God met ons.

Slide 4 - Quizvraag

Hoe heette de vader van Johannes de Doper?
A
Onesimus
B
Zacharias
C
Simeon
D
Dorcas

Slide 5 - Quizvraag

Zacharias kreeg straf, omdat hij de engel van God niet geloofde, toen die zei dat hij een zoon zou krijgen. Wat was zijn straf?
A
blindheid
B
doofheid
C
stomheid
D
melaatsheid

Slide 6 - Quizvraag

In welk seizoen werd Jezus geboren?
A
Lente
B
Zomer
C
Winter
D
Onbekend

Slide 7 - Quizvraag

Hoe reisde Maria naar Bethlehem?
A
Jozef droeg haar
B
Ze liep zelf
C
Ze zat op een ezel
D
Gedragen door Engelen

Slide 8 - Quizvraag

Hoeveel wijzen uit het oosten waren er?
A
Twee
B
Drie
C
Vier
D
Onbekend

Slide 9 - Quizvraag

Wat was het beroep van de wijzen uit het oosten?
A
astroloog
B
koning
C
wijsgeer
D
onbekend

Slide 10 - Quizvraag

Wie kwamen er als eerst op bezoek na de geboorte van Jezus?
A
Niemand
B
De herders
C
De Wijzen uit het oosten
D
De herders en de Wijzen tegelijk

Slide 11 - Quizvraag

Herders hadden een belangrijk beroep.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Hoe heette de boze koning die Jezus wilde laten doden?
A
Pilatus
B
Herodes
C
Augustus
D
Kajafas

Slide 13 - Quizvraag

Waar vluchtten Maria en Jozef naartoe met baby Jezus?
A
Egypte
B
Israel
C
Bethlehem
D
Nazareth

Slide 14 - Quizvraag

Als het land weer veilig is, gaan Jozef en Maria terug naar...
A
Bethlehem
B
Kana
C
Nazareth
D
Jeruzalem

Slide 15 - Quizvraag

Kerst betekent voor mij...

Slide 16 - Woordweb