Je bedenkt een geweldig product, uitnodiging voor een feest etc.
Je wil dat veel mensen het leren kennen en/ of het kopen of er na toe gaan
Je gaat reclame maken: schriftelijk
Je werkt alleen
Slide 3 - Tekstslide
Informatie
Bedenk informatie
Wat willen de mensen weten? Schrijf dit eerst op een blaadje.
Wie?
Wat?
Waar?
Wanneer?
Waarom?
Hoe?
Slide 4 - Tekstslide
Bedenk een slogan
Een slogan is een korte, krachtige tekst of kreet.
Een echte aandachtstrekker.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Maak een flyer van je onderwerp. In deze flyer maak je reclame voor je onderwerp.
Flyers worden vaak uitgedeeld op straat, bijvoorbeeld om reclame te maken voor een nieuwe winkel in de buurt of om mensen uit te nodigen voor een open dag of een feest etc.
Een goede flyer valt op door mooie afbeeldingen, goed kleurgebruik en een korte, krachtige tekst.
Slide 7 - Tekstslide
Wat wil je vertellen over je onderwerp, bijvoorbeeld:
wat is het?
wat kun je ermee doen?
hoe ziet het eruit?
hoe duur is het?
waar kun je het kopen?
waarom is het zo goed/uniek/handig?
Slide 8 - Tekstslide
Geef antwoord op deze vragen en maak hiereen korte, krachtige tekstover je onderwerp van (deze tekst komt in de flyer).
Je zet deze vragen dus niet letterlijk in je flyer maar je schrijft een verhaaltje over je onderwerp in je flyer.
Zorg ook voor een leuke afbeelding, leuke letters, mooie kleuren, bedenk maar iets moois.
Slide 9 - Tekstslide
Je mag de flyer zelf ontwerpen:
zelf schrijven,
de tekst typen en in je flyer plakken,
afbeeldingen printen en plakken of tekenen.
Je kunt ook kiezen voor een combinatie van
printen, schrijven en tekenen.
Besteed aandacht aan een aantrekkelijke lay-out want je wil mensen met deze flyer overtuigen om dit product te kopen!
Slide 10 - Tekstslide
Wanneer Inleveren?
Aan het eind van de dag na de tweede les Nederlands.