Basisstof 10.1 Het zenuwstelsel

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Welkom

Ga  rustig op je stoel zitten.

Leg je boek/ laptop/ etui op je tafel.

Log vast in bij LessonUp

Thema 10 Regeling

Basisstof 10.1 Het zenuwstelsel

Wat gaan we doen?

Toets thema 9 bespreken

Start thema 10

Uitleg basisstof 10.1

Aan de slag

Les afsluiten

Aan het eind van de les

• kun je de delen en de functies van het zenuwstelsel noemen.

Je rijdt op je scooter en je ziet het stoplicht op rood springen. Je remt. Beschrijf de rol van het zenuwstelsel.

• Het stoplicht springt op rood.
  
• Het oog registreert deze verandering.
  
• Signaal naar hersenen
  
• Hersenen 'weten' dat groen licht rood wordt.
  
• Signaal naar spieren
• Spieren knijpen in de rem

Het zenuwstelsel

Het zenuwstelsel zorgt ervoor dat ons lichaam kan reageren op veranderingen.

Inwendig: honger - pijn - evenwicht etc.

Uitwendig: licht - geluid - temperatuur etc.

Het zenuwstelsel

• Zintuig registreert prikkel en maakt impuls.
• Zenuw brengt de impuls naar het centrale zenuwstelsel
• Het centrale zenuwstelsel verwerkt de impuls en start een actie, stuurt een impuls naar de spieren/klieren.
• Zenuw brengt de impuls naar de spier / klier.

Het zenuwstelsel

1. Centrale zenuwstelsel

• Grote hersenen
• Kleine hersenen
• Hersenstam
• ruggenmerg

2. Zenuwen

Vul voor jezelf aan

Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym

Active centrum: waar substraat bind met enzym

reactieproduct: wat uit de reactie komt

Centraal zenuwstelsel

• Verwerkt de impulsen zodat je jezelf bewust wordt van wat je ziet/ruikt/voelt...
• Reageren door het versturen van nieuw impulsen.

• Grote hersenen, kleine hersenen, hersenstam
• Ruggenmerg 

Prikkels en impulsen

• Zintuigcellen zijn de receptoren
  
• Prikkels zijn signalen uit de omgeving
• Impulsen zijn de signalen die je lichaam gebruikt om informatie door te geven
• Drempelwaarde: wanneer een prikkel sterk genoeg is dat de prikkel door de zintuigen word omgezet in een impuls

Vul voor jezelf aan

Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym

Active centrum: waar substraat bind met enzym

reactieproduct: wat uit de reactie komt

Eigenschappen prikkels

• Zijn signalen van binnen of buiten
• Worden door zintuigen van het lichaam waargenomen
• Prikkels vormen de basis voor het gedrag wat jij laat zien
• Prikkel die je bij het zintuig hoort noem je een adequate prikkel 

Uitwendige prikkels

Inwendige prikkels

Je ruikt een pizza en het water loopt je in de mond.

• Wat is de prikkel?

• Wat is het zintuig?
• Wat is spier/klier die in actie komt?

Welke 5 zintuigen zijn er?

Welk onderdeel van de hersenen is betrokken bij alle bewuste functies?

1. Grote hersenen
2. Kleine hersenen
3. Hersenstam
4. Ruggenmerg

Op welke manier communiceert het zenuwstelsel?

1. Via de bloedbaan.
2. Via de lymfevaten.
3. Via elektrische stroompjes.
4. Met vluchtige hormonen.

Hoe kan het dat je blind wordt als de oogzenuw aangetast is door een ziekte?

Aan de slag......

Lezen basisstof 10.1

Maken: opdracht 1 t/m 6