Met of zonder -n?

Neem de zin over! Wel of geen -n?
Alle klasgenoten hadden nieuwe kleren gekocht. Sommige(n) hadden een nieuwe spijkerbroek. Enkele(n) daarvan waren donkerblauw, maar de meeste(n) vonden de lichtblauwe het mooist
1 / 19
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Neem de zin over! Wel of geen -n?
Alle klasgenoten hadden nieuwe kleren gekocht. Sommige(n) hadden een nieuwe spijkerbroek. Enkele(n) daarvan waren donkerblauw, maar de meeste(n) vonden de lichtblauwe het mooist

Slide 1 - Open vraag

Startopdracht
Lees onderstaande zinnen. Let op de onderstreepte woorden en kijk goed waarnaar ze verwijzen. Wat kun je hieruit opmaken?

1. Mick stond gisteren met zijn stripboeken op de boekenmarkt en hij heeft ze alle verkocht.
2. In de wachtkamer zaten zes patiënten die allen zenuwachtig waren.
3. Mevrouw Ooms stuurde kerstkaarten naar al haar neven en nichten; ze heeft er dus vele verstuurd.
4. Velen waren vorige week op de jaarlijkse familiebijeenkomst.

Slide 2 - Tekstslide

 De regel :
Woorden als sommige, enkele, enige etc. schrijf je soms met een -n en soms zonder een -n. 

Je schrijft alleen een -n als de zin aan 2 voorwaarden voldoet: 
1. Het woord verwijst naar personen. 
2. Het woord is zelfstandig gebruikt.

Slide 3 - Tekstslide

Zelfstandig?
Woorden als sommige, enkele, allen etc. kun je bijvoeglijk of zelfstandig gebruiken. 
Denk aan het bijvoeglijk naamwoord. 
Enkele eethuizen, sommige slangen, alle apothekers etc. 

Alle aanwezigen kregen een gratis consumptie van het theater.
Aanwezigen = de aanwezige mensen.
(Allen kregen een gratis consumptie van het theater)

Slide 4 - Tekstslide

Wel of niet zelfstandig? 
De hele buurt liep mee om afscheid te nemen, enkele buren bleven staan. 

Bijna alle buren liepen mee om afscheid te nemen. 
Enkelen bleven staan. 

Slide 5 - Tekstslide

Uitzondering
Een groep die bestaat uit telwoorden die altijd met een -n worden geschreven. 
Woorden als duizenden, tientallen, honderden, miljoenen. 



Slide 6 - Tekstslide

Wel of geen -n?
Sommige(n) kregen een extra kerstpakket
A
Sommige
B
Sommigen

Slide 7 - Quizvraag

Wel of geen -n?

De vindicatleden hebben een busfeest gehouden, maar sommige(n) hebben niet meegefeest.
A
Sommige
B
Sommigen

Slide 8 - Quizvraag

Met of zonder -n?
Die boeken zijn al erg oud, maar sommige(n) zijn best leuk
A
Sommige
B
Sommigen

Slide 9 - Quizvraag

Met of zonder -n?
Die boeken zijn best oud, maar sommige(n) lezen die al te graag.
A
Sommige
B
Sommigen

Slide 10 - Quizvraag

Sommige/ sommigen komen lopend naar school.
A
Sommige
B
Sommigen

Slide 11 - Quizvraag

Samenvatting
Telwoorden/bijvoeglijke naamwoorden als enkele, sommige, alle etc. schrijf je soms met een -n. 

Twee voorwaarden:
1. Het woord verwijst naar personen. 
2. Het woord is zelfstandig gebruikt. 

Slide 12 - Tekstslide

Werkwoordspelling
A
Het hout is opgebrandt.
B
Het hout is opgebrand.
C
Het hout is opgebrant.

Slide 13 - Quizvraag


A
De oude man verstuurt de brief.
B
De oude man verstuurdt de brief.
C
De oude man verstuurd de brief.

Slide 14 - Quizvraag

Werkwoordspelling
A
Hij bediend het gezelschap goed.
B
Hij bedient het gezelschap goed.
C
Hij bediendt het gezelschap goed.

Slide 15 - Quizvraag

Werkwoordspelling
A
Zij begeleiden de vrouw naar huis gisteren.
B
Zij begeleidden de vrouw naar huis gisteren.

Slide 16 - Quizvraag

Werkwoordspelling
A
Vorige week verhuisden we naar Groningen.
B
Vorige week verhuisten we naar Groningen.

Slide 17 - Quizvraag

Werkwoordspelling
A
De oude man bestuurd de auto.
B
De oude man bestuurt de auto.
C
De oude man bestuurdt de auto.
D
Ik doe de groetjes aan mijn moeder.

Slide 18 - Quizvraag

Werkwoordspelling
A
Dit weekend hebben we gemountainbiket.
B
Dit weekend hebben we gemountainbiked.
C
Dit weekend hebben we gemountainbikedt.

Slide 19 - Quizvraag