Kapitel 1 - Lektion 2 (Dienstag, den 26. September)

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Kapitel 1 Salzburg - Lektion 2

Das Programm

• Fakten über ...
• De onvoltooid verleden tijd van haben, sein en werden 
• Aufgaben Kapitel 1 
• Nachbesprechen
• Fragen?

Dienstag, den 26. September

Lernziele - Leerdoelen

Leerdoel: Ik ken de onvoltooid verleden tijd (o.v.t.) van de werkwoorden “haben”, “sein” en “werden”.

Fakten über ...

• Oostenrijks-Duitse grens 

• Pestepidemie

• De historische bijnaam van de inwoners van                                       Salzburg 

Onvoltooid verleden tijd 

haben, sein en werden 

• Wordt veel in spreek- en schrijftaal gebruikt.
• Deze vormen zijn onregelmatig, leer ze uit je hoofd.

haben/sein/werden Präsens

	haben	sein	werden
ich	habe	bin	werde
du	hast	bist	wirst
er/sie/es	hat	ist	wird
wir	haben	sind	werden
ihr	habt	seid	werdet
sie/Sie	haben	sind	werden

Tegenwoordige tijd van haben en sein

"haben", "sein" en "werden" in de verleden tijd (Präteritum)

	haben	sein	werden
ich	hatte	war	wurde
du	hattest	warst	wurdest
er/sie/es	hatte	war	wurde
wir	hatten	waren	wurden
ihr	hattet	wart	wurdet
sie/Sie	hatten	waren	wurden

Oefen de werkwoorden haben en sein en werden

In twee of drietallen voor ongeveer 5 minuten!

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

sie/Sie

war

warst

war

waren

wart

waren

Er ... die Koffer im Auto liegen lassen.
(= Hij had de koffer in de auto laten liggen.)

1. hat
2. hatte
3. hattest
4. hatten

Früher ... ich eine Brille.
(= Vroeger had ik een bril.)

1. hattet
2. hatten
3. hatte
4. haben

An die Arbeit

Kapitel 1 - Lektion 2 

Aufgaben: 1, 2, 3, 4, 5, 7, 8, 9, 10 en 11.

Lernbox: de woordjes leren van 

Lektion 1 en 2 D/N (blz. 54).