H8 Opdracht

H8 Opdracht

1. Wat verstaat de wet onder in beslag nemen?

2. Aan welke voorwaarde moet worden voldaan om in beslag te kunnen nemen?

4. Welke goederen kunnen worden onttrokken aan het verkeer?

5. Wat gebeurt er met een goed dat verbeurdverklaard wordt?

7. Op basis van welk(e) artikel(en) uit het wetboek van strafvordering mag een burger in beslag nemen?

8. Mag een opsporingsambtenaar een goed in beslag nemen dat niet door de verdachte wordt meegedragen? Leg ook uit waarom wel/niet.

9. Onder welke voorwaarde mag een opsporingsambtenaar buiten heterdaad in beslag nemen?

10. Onder welke voorwaarden mag een opsporingsambtenaar naast hetgeen dat zichtbaar door de verdachte wordt meegedragen ook zaken in beslag nemen die zich in de kleding van de verdachte bevinden?

11. Mag een opsporingsambtenaar een woning betreden tegen de wil van de bewoner om zaken in beslag te nemen?

12. Wat wordt bedoeld met bevriezen?

1. Aan wie mag een uitleveringsbevel worden uitgevaardigd als er een vermoeden bestaat dat die persoon de beschikking over een voor inbeslagneming vatbaar voorwerp heeft?

Wat gebeurt er als de persoon die het bevel moet opvolgen hier niet aan voldoet?

3. Hoe noemen we de bevoegdheid tot inbeslagneming die het een opsporingsambtenaar ook mogelijk maakt een voertuig te doorzoeken? Zie de wetsartikelen achter in dit hoofdstuk voor meer informatie.

4. Mag een opsporingsambtenaar ter inbeslagneming alle ruimtes van een camper zonder meer doorzoeken?

5. Wie beslist of een in beslag genomen voorwerp gehandhaafd blijft?

6. Wat moet zo spoedig mogelijk worden gegeven aan de persoon van wie het goed in beslag is genomen?

7. Wat moet de opsporingsambtenaar opmaken na een inbeslagneming?

8. Aan wie wordt een in beslag genomen goed in eerste teruggegeven als het voorwerp niet langer vatbaar is?