H2b en H2c - Les 12 - Manieren om alinea's met elkaar te verbinden

Welkom! 

  • Ga op je eigen plek zitten.
  • Pak je spullen er alvast bij:
     leerwerkboek B, schrift, etui
     en leesboek.
  • Geef in je schrift antwoord op de
     vraag: Welke drie tekstverbanden heb je afgelopen donderdag nog geleerd?




1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom! 

  • Ga op je eigen plek zitten.
  • Pak je spullen er alvast bij:
     leerwerkboek B, schrift, etui
     en leesboek.
  • Geef in je schrift antwoord op de
     vraag: Welke drie tekstverbanden heb je afgelopen donderdag nog geleerd?




Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



  • lesdoelen
  • uitleg theorie 'Manieren om
     alinea's met elkaar te verbinden'
  • maken en nakijken opdrachten
  • controleren kennis
  • uitleg kennen en kunnen toets
     Leesvaardigheid
  • checken lesdoelen
Wat gaan we doen?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Aan het einde van deze les ken je vier manieren om alinea's met
     elkaar te verbinden.
  • Aan het einde van deze les weet je wat je precies moet kennen en
     kunnen voor de toets Leesvaardigheid.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

10.4 Gelijkheid in taal en gedrag
Alinea's kunnen op verschillende manieren met elkaar verbonden zijn:

- Signaalwoorden
Aan het begin van de alinea krijg je een seintje over het soort verband.
- Herhaling
Aan het begin van de alinea wordt vaak hetzelfde gezegd in andere woorden.
- Zinnen met een verwijzing
Aan het begin van de alinea wordt terugverwezen met een verwijswoord.
- Aankondigende zin
Aan het eind van de alinea staat een aankondigende zin die aangeeft wat je in de volgende alinea kunt verwachten.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

10.4 Gelijkheid in taal en gedrag
Maken opdracht 17 en 18.

Klaar?
Kom je werk even laten zien.
timer
10:00

Slide 5 - Tekstslide

Tegenstelling
Opsomming
Reden
Voorbeeld
Middel-doel
Oorzaak-gevolg
Conclusie
Welk signaalwoord hoort bij het tekstverband:
middel-doel?
A
Tenzij
B
Kortom
C
Door middel van
D
In vergelijking met

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer de kernzin van
de alinea hiernaast.

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
A
Onderwerp + hoofdzaken gecombineerd.
B
Het belangrijkste uit de eerste en laatste alinea.
C
Waar de tekst precies over gaat.
D
Antwoord op: wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd?

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies uit: objectief of subjectief?

Veel mensen leven met het idee dat er geen ongelijkheid is in Nederland onder jongeren of dat het allemaal wel meevalt, omdat Nederland de meeste dingen best goed geregeld heeft. Maar dat is zeker niet waar. De overheid vindt dat er snel iets moet gebeuren en heeft een plan gemaakt genaamd 'Gelijke Kansen Alliantie'.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zijn alinea 7 en
8 met elkaar verbonden?
A
Signaalwoorden
B
Herhaling
C
Zinnen met een verwijzing
D
Aankondigende zin

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kennen en kunnen voor de toets Leesvaardigheid
Doel: je kunt informatieve teksten begrijpen.

Je kunt:
- het onderwerp van een tekst vaststellen.
- aangeven op welke manier de tekst wordt ingeleid.
- aangeven op welke manier de tekst wordt afgesloten.
- het tekstdoel bepalen.
- tekstverbanden en bijbehorende signaalwoorden herkennen.
- de kernzin van een alinea aanwijzen.
- van zinnen aangeven of ze hoofd- of bijzaken bevatten.
- van verwijswoorden aangeven waar ze precies naar verwijzen.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kennen en kunnen voor de toets Leesvaardigheid
Je kunt:
- vertellen welke alinea's met elkaar zijn verbonden.
- vaststellen of informatie objectief of subjectief is.
- je mening geven en deze goed onderbouwen met een argument.
- inhoudelijke vragen bij een tekst juist beantwoorden.
- inhoudelijke vragen bij schematische informatie juist beantwoorden.
- de hoofdgedachte van een tekst achterhalen.

Denk eraan! Bij een aantal vragen word je beoordeeld op je spelling. Loop
je je antwoorden daarom goed na?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe leer je voor de toets?
Het is een toets Leesvaardigheid en een vaardigheid krijg je maar op één manier onder de knie...

Oefenen, oefenen, oefenen! 

- Extra materiaal op Classroom maatwerk (code: 7vz7ta3)
- Oefentoets incl. antwoorden op Classroom Nederlands

En verder: leer de tekstverbanden en signaalwoorden.
Als je ze niet kent, kun je ze ook niet herkennen.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblikken lesdoelen
En...klaar voor de toets Leesvaardigheid?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies