3 Hv 31 jan

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Heute

• Herhaling ontleden 1e, 3e en 4e naamval
  
• Herhaling voorzetsels 3e naamval 
  

Herzlich Willkommen! 

Leerdoelen 

. 

1) je weet waarom 27 januari een hele bijzondere dag is in Duitsland

2). Je kunt de weg vragen en vertellen 

3 ) je weet hoe je werkwoordvormen in een woordenboek moet opzoeken

27 Januar: Holocaust-Gedenktag.

. 

Das Wort "Holocaust" kommt ursprünglich aus dem Altgriechischen und bedeutet so viel wie "völlig verbrannt". Während des Holocausts vor ungefähr 80 Jahren wurden viele Menschen geplant verfolgt, ermordet und in Konzentrationslagern verbrannt, weil sie nicht den Vorstellungen der Nationalsozialisten entsprachen und in ihren Augen keine "richtigen Deutschen" waren

Was hat Hitler den Menschen angetan? 

27 Januar: Erinnerung an Holocaust. 

Kurzer Film und danach müsst ihr ein paar Fragen beantworten.    

Die Fragen  vor den Film lesen bitte

1) Hoe heten de gevangenissen die de Nazis gebouwd hebben?

2) Wat moesten de gevangen daar doen en hoe waren de omstandigheden daar? 

4) Later werden er zogenaamde Vernichtungslager gebouwd. Waarom, wat gebeurde daar? 

5) Wat is de naam van het meest bekende Vernichtungslager?  

Tekst

www.zdf.de

Die Fragen  vor den Film lesen bitte

1) Wat moesten de gevangen in de gevangenissen (KZ) doen en hoe waren de omstandigheden daar? 

2) Later werden er zogenaamde Vernichtungslager gebouwd. Waarom, wat gebeurde daar en wat is de naam van het meest bekende Vernichtungslager? 

3) Waarom is deze gedenkdag op 27 januari belangrijk?  

Tekst

Warum ist erinnern wichtig? 

Damit wir aus der Geschichte lernen können ist es wichtig, nie zu vergessen, was damals passiert ist. Erinnern bedeutet deshalb nicht nur, sich an die Vergangenheit zu erinnern, sondern auch heute Hass und Hetze gegen andere zu verhindern, damit sich die grausame Geschichte in Zukunft nicht wiederholt.

              16 februari rep. K3 -  oefentoets 1 week eerder

Is je voorbereiding goed omdat je ook goede resultaten haalt, prima ga zo door.  Vallen je resultaten tegen? Kijk dan eens naar jouw voorbereiding.   Opdrachten maken,  plannen van leerwerk, hoe leer je de woorden? Slim stampen- oefentoets? 

Hoe kan je beter worden in het toepassen van woordenschat en grammatica?  

F Sprechen 

26 + 28 +  Sprachmittel klassikaal

1) Schrijf eerst de gesprekjes 30 + 31  uit op papier. 

(hele zinnen) 

Gebruik de Sprachmittel, Lernliste en evt. woordenboek  

2) Na het schrijven, oefen je het gesprekje. wissel van rol als  je klaar bent. 

   Woordenboek goed gebruiken - 

werkwoordvormen

Der Taxifahrer - vorlesen

Vertaal de vragen en antwoorden in het Nederlands. Nr 1 doen we samen

Daarna beantwoord je de vragen 

Sprechen deel 2   

32   die Zeiten hören

toewerken naar spreekopdracht die je moet opnemen. aantal lln insturen en beoordelen + praktische opdracht voor cijfer. 

Aufgabe 33

33 Der Tourist fragt nach: Welcher Zug – Zeit – Gleis.

mag ik u iets vragen?

welke trein moet ik nemen?

hoe laat vertrekt de trein?

op welk spoor moet ik zijn? 

Aufgabe 34

Arbeitet zu zweit. Lest die Situation und führt die Gespräche. Benutzt den Stadtplan, die Sprachmittel und die Lernliste. Nehmt die Gespräche auf.

Je mag het voorbeeld van Hundertwasser gebruiken de andere locaties doe je zelf

Aufgabe 35

groepjes van 4

je maakt een presentatie die straks in de klas door jullie gepresenteerd wordt. 

Situation:

Eure Klasse geht dieses Schuljahr auf Klassenfahrt. Ihr dürft einen Vorschlag machen. Die beste Idee gewinnt. Es gibt nur einige Regeln:

– Die Fahrt dauert drei bis fünf Tage.

– Das Programm bietet sowohl kulturelle als auch sportliche Aktivitäten.

Aufgabe:

Plane eine Klassenfahrt. Benutze das Internet. Denke an folgende Aspekte:

– Reiseziel – Reise– Unterkunft– Jahreszeit– Wetter

 

– Programm: notiere mindestens drei Sehenswürdigkeiten, drei sportliche Aktivitäten und drei Entspannungsaktivitäten.

Arbeitet zu viert. Stellt einander Fragen zur Klassenfahrt. Benutzt folgende Fragewörter:

- Wohin? - Wie?- Wo?- Wann?- Was?