H2.3De Franse tijd in de Nederlanden

Pruiken en revoluties




Basis 2 - Periode 2
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Pruiken en revoluties




Basis 2 - Periode 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...
...weet je wat de gevolgen waren van de Franse Revolutie voor de Nederlanden. (T1)
...ken je de begrippen: Bataafse Republiek, Koninkrijk Holland en patriot

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is wat?
Dikgedrukt = een begrip
schuin = moeilijk woord

uitleg van begrip
Hierin staat de uitleg van het begrip. Schrijf het begrip en de betekenis op in je schrift.
uitleg van moeilijk woord
Hierin staat de uitleg van het moeilijke woord. Schrijf het op in je schrift.
uitleg
Hierin staat de uitleg over een bepaald onderwerp.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De patriotten
Ook in Nederland leerden de mensen de ideeën van de Verlichting kennen. 
Omdat de stadhouder zich ging gedragen als een absolute koning, wilden sommige mensen  ook hier het bestuur veranderen. Zij noemden zich de patriotten
Patriot
Iemand die in de achttiende eeuw tegen de stadhouder was. 
Verlichting
Periode voor de Franse Revolutie waarin mensen gaan nadenken over hoe de samenleving, politiek en vele andere dingen eruit moesten zien.
stadhouder
Een belangrijke man in de Republiek, was legerleider. Deze persoon was altijd iemand uit de familie van Willem van Oranje.
absolute koning
Koning die in zijn land alle macht heeft.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste betekenis van patriot?
A
Iemand die voor de stadhouder was.
B
Iemand die tegen de stadhouder was.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom waren de patriotten tegen de stadhouder?
Gebruik de volgende woorden in je antwoord: absolute koning - gedragen.

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De patriotten
Deze patriotten probeerden in Nederland de macht te grijpen, maar dat mislukte. Veel patriotten vluchtten naar Frankrijk.
Patriot
Iemand die in de achttiende eeuw tegen de stadhouder was. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel oorlogen heeft de Republiek gevoerd tegen Engeland?
A
Een
B
Twee
C
Drie
D
Vier

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In 1780 ging het slecht met de Republiek. Wie kreeg daarvan de schuld?
A
Stadhouder Willem van Oranje
B
Stadhouder Willem III
C
Stadhouder Willem V
D
Stadhouder Willem-Alexander

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemden de mensen die zich tegen de stadhouder keerden zich?
A
Oranje gezinden
B
Patriotten

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Na de Franse Revolutie
Na de Franse Revolutie viel het Franse leger, samen met de eerder gevluchte patriotten, de Republiek binnen. De stadhouder vluchtte naar Engeland.
De Republiek werd nu bestuurd door de patriotten en heette de Bataafse Republiek
stadhouder
Een belangrijke man in de Republiek, was legerleider. Deze persoon was altijd iemand uit de familie van Willem van Oranje.
Bataafse Republiek
Naam van Nederland van 1795 tot 1806, toen de patriotten de baas waren.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1804
Napoleon Bonaparte was een beroemde generaal in het Franse leger. Hij was van een simpele afkomst en was opgeklommen tot generaal tijdens de Franse Revolutie.
Op de afbeelding zie je hoe Napoleon Bonaparte zijn vrouw in 1804 kroont tot keizerin van Frankrijk. Dit deed hij natuurlijk nadat hij zichzelf had gekroont tot keizer van Frankrijk. Dit was ongehoord, niemand had dit ooit bij zichzelf gedaan!!!

Slide 14 - Tekstslide

Vertel dat Napoleon Bonaparte zich in 1804 kroonde tot keizer van Frankrijk. Napoleon maakte van alle veroverde gebieden één keizerrijk.
Nederland onder Frans bestuur
Nadat Napoleon Bonaparte zich tot keizer had gekroond, werd Nederland een deel van Frankrijk. Napoleon stuurde de patriotten weg en maakte zijn broer koning van het Koninkrijk Holland
Nederland werd zo een provincie van het Franse Keizerrijk.
Koninkrijk Holland
Naam van Nederland tussen 1806 en 1812, toen de broer van Napoleon Bonaparte (Lodewijk Napoleon) koning was.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Noem twee dingen die de Fransen invoerden.

Slide 17 - Open vraag

Onder andere: de dienstplicht, achternamen, straatnamen en huisnummers, de meter en de kilo, hekjes om de grachten, belastingen betalen, gezondheidszorg voor iedereen, armenzorg, koninklijke bibliotheek, wegen verbeteren.

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het einde van Napoleon
Napoleon droomde ervan om van alle Europese landen één groot rijk te maken. 
Hij probeerde Rusland te veroveren, maar dat liep anders dan hij had gedacht...

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slag bij Bordino
Een van de dodelijkste slagen in de Napoleontische oorlogen. De slag vond net voor Moskou plaats. De Franse legers stonden voor de Russische legers, maar wisten geen definitieve slag toe te brengen aan deze legers. Rusland gaf zich niet over. 
Vuur van Moskou
Napoleon die het vuur van de stad Moskou bekijkt. De legers die nog in Moskou waren kwamen vast te zitten in het vuur. De Russen hadden de tactiek om dorpen en steden plat te brangen en zo niets voor de veroveraar achter te laten. 
Slag bij Kaunas
Hier zie je de Franse generaal Nay. Samen met de achterste legereenheden maakte hij een brug over een rivier, zodat ook zij naar huis konden gaan.
Franse terugtrekking
De Fransen moesten bij het begin van de Russische winter terugtrekken. Ze hadden niet de goede kleren om deze extreme kou te overleven. Veel soldaten stierven door de kou en honger. Van de half miljoen (500.000) soldaten die meegingen, kwamen er twintigduizend (20.000) terug in Frankrijk.

Slide 22 - Tekstslide

The Battle of Borodino by Louis-François Lejeune, Napoleon watching the fire of Moscow by Albrecht Adam, Marshal Ney at the Battle of Kaunas by Auguste Raffet, French retreat by Illarion Pryanishnikov
Het einde van Napoleon
Na de Russische veldtocht gingen Europese landen samenwerken om Napoleon te verslaan. Hij wist nog een nieuw leger samen te stellen, maar in 1815 werd hij bij het plaatsje Waterloo verslagen. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat bleef er over?
  • Wetten waren in het hele land gelijk.
  • Rechtspraak was openbaar.
  • Invoering van de burgerlijke stand: iedereen weet wanneer je geboren bent, wanneer je doodgaat, waar je woont, en nog veel meer... 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen uit deze les
  • Bataafse Republiek
  • Koninkrijk Holland
  • Patriot

  • stadhouder
  • absolute koning
  • Verlichting

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat was de naam van Nederland tussen 1795 en 1806, toen de patriotten de baas waren?
A
Koninkrijk Holland
B
Bataafse Republiek
C
Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
D
Verenigd Koninkrijk der Nederlanden

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Bataafse Republiek was de naam van Nederland tussen: ... en ...
A
1588-1795
B
1795-1806
C
1806-1812
D
vanaf 1812

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat was de naam van Nederland tussen 1806 en 1812, toen de broer van Napoleon koning was?
A
Koninkrijk Holland
B
Bataafse Republiek
C
Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
D
Verenigd Koninkrijk der Nederlanden

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het Koninkrijk Holland was de naam van Nederland tussen: ... en ...
A
1588-1795
B
1795-1806
C
1806-1812
D
vanaf 1812

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een patriot is iemand die: ...
A
Voor de macht van de stadhouder was.
B
Tegen de macht van de stadhouder was.

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stel 1 vraag over de lesstof die je niet goed hebt begrepen.

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord hoort op de ...?
"De stadhouder ging zich steeds meer als een ... koning gedragen."
A
machtige
B
absolute
C
moderne
D
oude

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord hoort op de ...?
"Patriotten vonden het niet eerlijk dat iemand zoveel ... had door zijn afkomst."
A
aanzien
B
absolute
C
macht
D
gedragingen

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat was een gevolg van de Franse Revolutie voor de Nederlanden?
A
Nederland werd onder de patriotten de Bataafse Republiek.
B
Nederland werd een republiek.
C
De stadhouder bleef aan de macht.
D
Napoleon Bonaparte werd koning van Nederland.

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem nog twee gevolgen van de Franse Revolutie voor de Nederlanden.

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In 1804 werd Nederland een koninkrijk. Waardoor gebeurde dat?

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zet de zinnen in de goede volgorde. Gebruik de cijfers 1 t/m 4.
Nederland bestaat niet meer, maar hoort bij het Franse Keizerrijk.
Napoleon benoemt zijn broer tot koning van Holland. Nederland heet Koninkrijk Holland.
De patriotten hebben de macht. Nederland heet de Bataafse Republiek.
Napoleon kroont zichzelf tot keizer van Frankrijk.
1
2
3
4

Slide 38 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welk plaatsje werd Napoleon Bonaparte verslagen?
A
Moskou
B
Parijs
C
Waterloo
D
Nice

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat waren de gevolgen van de Franse Revolutie voor de Nederlanden? 
Geef aan of het vóór of na de Franse tijd was.
Voor de Franse tijd.
Na de Franse tijd.
De overheid houdt gegevens van mensen bij.
De rechtspraak is openbaar.
De stadhouder leidt het leger.
Iedereen is voor de wet gelijk.
In het hele land dezelfde maten en gewichten.
In het hele land dezelfde wetten.
Wetten verschillen per gewest of stad.

Slide 40 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies