Omtrek, oppervlakte en inhoud

ma. 31 okt.
Omtrek en oppervlakte
en inhoud
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenBasisschoolGroep 7,8

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

ma. 31 okt.
Omtrek en oppervlakte
en inhoud

Slide 1 - Tekstslide

Wat heb je nodig?
  • Ipad: Ga naar lessonup
  • Je schrift om de sommen uit te rekenen
  • Pen en potloden (gum, puntenslijper)
  • Noteer in je schrift: Uitleg omtrek, oppervlakte en inhoud + 31 oktober

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Lesdoelen
  • Ik weet wat omtrek is en kan dit uitreken bij gelijke en ongelijke figuren
  • Ik weet wat oppervlakte is en kan dit uitrekenen bij gelijke en ongelijke figuren
  • Ik weet wat inhoud is en kan dit uitrekenen 
  • Ik kan omtrek, oppervlakte en inhoud rekenkundig noteren

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de omtrek?
  • Je kan ergens omheen meten! Oftewel, OMHEEN lopen
  • lengte + lengte + breedte + breedte = omtrek

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de oppervlakte?

  • Je geeft aan hoe groot iets is
  • Lengte x Breedte
  •  Bij het antwoord noteer je ²

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de inhoud?
  • Dat wat er in totaal in zit of in kan
  • Lengte x breedte x hoogte/diepte
  • Bij het antwoord noteer je ³ 

Slide 7 - Tekstslide

Stel: Je plaatst een hek om de tuin. Hebben we hier te maken met de omtrek, oppervlakte of inhoud?
A
Omtrek
B
Oppervlakte
C
inhoud

Slide 8 - Quizvraag

Stel: Er moet water in het zwembad. Moet je de oppervlakte, inhoud of omtrek weten?
A
Omtrek
B
Oppervlakte
C
Inhoud

Slide 9 - Quizvraag

Je wilt de tuin bemesten, moet je dan de oppervlakte of de omtrek van je tuin weten?
A
Oppervlakte
B
Omtrek
C
inhoud

Slide 10 - Quizvraag

De oppervlakte noteer ik als .......?
A
B
m
C
D

Slide 11 - Quizvraag

De omtrek noteer ik als.....
A
m
B
C
D

Slide 12 - Quizvraag

De inhoud noteer ik als .........?
A
B
m
C
D

Slide 13 - Quizvraag

Formule OMTREK:
lengte+breedte+lengte+breedte= omtrek

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Wat is de omtrek van het voetbalveld?
(lengte 120m/ breedte 70m)
A
8400 m
B
380 m
C
380 m²
D
3800 cm

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de
omtrek?
A
200
B
58
C
62
D
60

Slide 17 - Quizvraag


Wat is de omtrek van dit figuur?
A
34 m
B
64 m
C
44 m
D
48 m

Slide 18 - Quizvraag


Wat is de omtrek?
A
60m
B
59m
C
72m
D
62m

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de oppervlakte?
  • Je geeft aan hoe groot iets is
  • Lengte x Breedte
  •  Bij het antwoord noteer je ²

Slide 20 - Tekstslide

Wat is de
oppervlakte
van deze kamer?
A
15 m
B
16 m²
C
20 m²
D
15 m²

Slide 21 - Quizvraag


Wat is de oppervlakte van de zolderkamer?
A
32 m²
B
30 m
C
30 m²
D
42 m²

Slide 22 - Quizvraag

Wat
is de
oppervlakte?
A
350 m²
B
300 m²
C
300 m³
D
70 m²

Slide 23 - Quizvraag


Wat is de oppervlakte van het washok en de zolderkamer?
A
26 m²
B
38 m
C
40 m²
D
38 m²

Slide 24 - Quizvraag

Wat is de oppervlakte van dit figuur?
A
22 dm²
B
28 dm²
C
25 dm²
D
25 dm

Slide 25 - Quizvraag

Wat is de oppervlakte van dit figuur?

(hokje 1x1 cm)
A
16 cm²
B
12 cm²
C
8 cm²
D
16 cm

Slide 26 - Quizvraag

Wat is de inhoud?
  • Dat wat er in totaal in zit of in kan
  • Lengte x breedte x hoogte/diepte
  • Bij het antwoord noteer je ³ 

Slide 27 - Tekstslide

Wat is de inhoud van deze kubus?
A
8 cm³
B
6 cm³
C
8 cm²
D
12 cm³

Slide 28 - Quizvraag

Wat is de inhoud van dit aquarium?
A
130 cm³
B
13.000 cm³
C
8.000 cm³
D
80.000 cm³

Slide 29 - Quizvraag

Wat is de inhoud
van deze doos?
A
212 cm³
B
580 cm³
C
546 cm³
D
216 cm³

Slide 30 - Quizvraag

Lesdoelen
  • Ik weet wat omtrek is en kan dit uitreken bij gelijke en ongelijke figuren
  • Ik weet wat oppervlakte is en kan dit uitrekenen bij gelijke en ongelijke figuren
  • Ik weet wat inhoud is en kan dit uitrekenen 
  • Ik kan omtrek, oppervlakte en inhoud rekenkundig noteren

Slide 31 - Tekstslide

Ik heb deze les
geleerd

Slide 32 - Woordweb

Ik wil nog oefenen
met........

Slide 33 - Woordweb