In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
BS1 Geslachtsorganen (deel 2)
Slide 1 - Tekstslide
Wat doen we vandaag?
-Uitleg basisstof 4.1 (deel 2)
-Aan het werk
Slide 2 - Tekstslide
Deze geslachtskenmerken zijn al bij de geboorte aanwezig?
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken
Slide 3 - Quizvraag
Primaire geslachtskenmerken
Secundaire geslachtskenmerken
Sleep de woorden naar de juiste plek
Borsten
Penis
Okselhaar
Vagina
Balzak
Bredere heupen
Lage stem
Slide 4 - Sleepvraag
Heeft een kleuter van 5 jaar secundaire geslachtskenmerken?
A
Ja
B
Nee
Slide 5 - Quizvraag
Lesdoelen
-Je kunt uitleggen welke organen tot het voortplantingsstelsel behoren.
-Je kunt de delen van de geslachtsorganen van een man en een vrouw noemen, inclusief de overeenkomsten en verschillen.
Slide 6 - Tekstslide
Uitwendige geslachtskenmerken bij de vrouw
Uitwendige geslachtskenmerken bij de man
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
‘Schaam’lippen?
Zo’n 300 jaar geleden was het praten over je geslachtsorganen niet oké. Je moest je schamen als je hier met iemand over sprak. Of als je dit deel van je lichaam aan iemand liet zien. Onderdelen van het geslachtsorgaan van de vrouw werden toen haar schaamdelen genoemd. Later zijn ook de woorden schaamlippen en schaamhaar ontstaan.
We noemen het vanaf nu pubishaar en vulvalippen
Slide 9 - Tekstslide
Clitorishoed:
huidplooi om de
clitoriseikel heen
Clitoriseikel:
gevoelig voor seksuele prikkels
Maagdenvlies:
een randje weefsel aan het begin van de vagina. Het is geen dicht vlies.
Binnenste vulvalip-pen: maken slijm aan bij seksuele opwinding voor beter glijden.
Urinebuis:
voert urine af naar buiten
Zwellichamen:
Vullen zich met bloed
Slide 10 - Tekstslide
Voortplantingsstelsel van de vrouw. De meeste voortplantingsorganen liggen in de onderbuik