Het werkwoord saven tegenwoordige tijd
1. kijk naar het hele werkwoord: saven
2 Haal -en eraf: sav
3. Hoe klinkt het? Niet best: dus E achter het woord = save
4. Staat er hij/ zij / het? T erachter! hij savet
5. Staat je/jij erachter?save jij / je ?
maar het is savet je vader? je vader = hij
Ik save, hij savet, wij saven, save jij, savet je vader?