Ga op internet op zoek naar een zin waarin dat woord op een goede manier gebruikt wordt. Door deze zin begrijp je de betekenis van het woord.
Doe dat met de woorden die jij hebt gekregen.
Type de zinnen in een Worddocument en onderstreep de woorden uit de woordenlijst. Sla het op met de naam: woorden 1.5
In de les ga je deze zinnen voorlezen aan een klasgenoot om te kijken of hij of zij het woord begrijpt.