Muziek genres woordenschat

Les 2 - Nederlands Klas 4
Woordenschat
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Les 2 - Nederlands Klas 4
Woordenschat

Slide 1 - Tekstslide

Les 1 belangrijke woorden

Wat horen we hier?
Vragen:
- herken je deze muziek
-wat mis je in deze muziek
- wie weet het woord dat daarbij hoort?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Woorden die te maken hebben met muziek

Slide 4 - Woordweb

Woordenschat
Je gaat verschillende woorden leren die te maken hebben met muziek. 

Slide 5 - Tekstslide

Muziek

Genres

Slide 6 - Tekstslide

Genre

Net zoals je bij films verschillende soorten hebt (thrillers, actiefilms, oorlogsfilms), bestaat dat ook in de muziek.

Even testen hoeveel genres jij kent!

Slide 7 - Tekstslide

Welk genre hoor je hier?
Fragment 2
A
Blues
B
Country
C
Disco
D
Jazz

Slide 8 - Quizvraag

Disco
begin in de jaren '60

hoogtepunt jaren '70
film: Saturday Night Fever

Donna Summer:
Queen of Disco

Slide 9 - Tekstslide

Welk genre hoor je hier?
Fragment 4
A
Country
B
Motown
C
Rock
D
Reggae

Slide 10 - Quizvraag

Reggae
Jaren '60

Oorsprong op Jamaica

Bob Marley

Slide 11 - Tekstslide

Welk genre hoor je hier?
Fragment 5
A
Country
B
Motown
C
Rock
D
Salsa

Slide 12 - Quizvraag

Country
Verschillende muziekstijlen van Amerikaanse muziek, die ontstaan is op het platteland in het zuidelijke deel van de Verenigde Staten en zijn wortels in de Amerikaanse volksmuziek heeft.

Slide 13 - Tekstslide

Welk genre hoor je hier?
Fragment 6
A
Metal
B
Motown
C
Rock
D
Salsa

Slide 14 - Quizvraag

Salsa
Ontstaan uit de Cubaanse son en Amerikaanse jazz. 

Het wordt tegenwoordig over de hele wereld gespeeld maar is vooral in Latijns-Amerikaanse landen populair.

Slide 15 - Tekstslide

Welk genre hoor je hier?
Fragment 8
A
Klassiek
B
Metal
C
Rock
D
Close Harmony

Slide 16 - Quizvraag

Klassiek
Geschoolde muziek die voortgebracht is door de westerse kerkelijke en wereldlijke muziektradities.
Er zijn verschillende periodes, die allemaal eigen klankkenmerken hebben.

Slide 17 - Tekstslide

Componeren

Een Muziekstuk maken/schrijven.

Slide 18 - Tekstslide

Applaudisseren / Het applaus
Klappen voor een optreden of prestatie

Slide 19 - Tekstslide

Instuderen
Iets oefenen, zodat je het foutloos kan doen.


Slide 20 - Tekstslide

Repeteren / De repetitie
Samen met anderen een muziekstuk, toneelstuk, optreden, enz. oefenen.





Slide 21 - Tekstslide

Het Orkest
Een grote groep mensen die samen muziek maakt op verschillende instrumenten.


Slide 22 - Tekstslide

Akoestisch
Instrument of zang wat niet elektrisch versterkt is.
Bijv. een akoestische gitaar.

Slide 23 - Tekstslide

Het couplet, het refrein, De intro
De intro
Het refrein
Het Couplet
Het begin van een liedje (of een toneelstuk)
Deel van een liedje wat steeds herhaald wordt.
Een deel van een lied wat met dezelfde melodie terugkomt, maar steeds met andere woorden.

Slide 24 - Tekstslide

Wie weet van de volgende nummers het refrein?




Je hoort een klein stukje van een liedje.....wie kent het refrein? (Meezingen mag!)

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video

Akoestische gitaar

Slide 29 - Tekstslide

Elektrische gitaar

Slide 30 - Tekstslide

Opdracht 1

We maken opdracht 1 klassikaal

Slide 31 - Tekstslide

wat hebben we geleerd
We hebben verschillende woorden geleerd die te maken hebben met muziek.

Je mag nu zelfstandig opdracht 2, 3 en 4 maken (opdracht 3 en 4 mag samen met een klasgenoot)

Slide 32 - Tekstslide