Writing - most common mistakes

Writing exercises
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Writing exercises

Slide 1 - Tekstslide

Staat de volgende zin in de past simple of in de present perfect?
1. What did you do yesterday?
A
Past simple
B
Present perfect

Slide 2 - Quizvraag

Staat de volgende zin in de past simple of in de present perfect?
2. What have you done?
A
Past simple
B
Present perfect

Slide 3 - Quizvraag

Staat de volgende zin in de past simple of in de present perfect?
3. When was the book published?

A
Past simple
B
Present perfect

Slide 4 - Quizvraag

Staat de volgende zin in de past simple of in de present perfect?
4. He has lived in Amsterdam for 5 years.

A
Past simple
B
Present perfect

Slide 5 - Quizvraag

Staat de volgende zin in de past simple of in de present perfect?
5. He lived in Amsterdam for 5 years.

A
Past simple
B
Present perfect

Slide 6 - Quizvraag

Zet de volgende zinnen in de simple past: He (arrive) yesterday.

Slide 7 - Open vraag

Zet de volgende zinnen in de simple past: She (take) a course in cooking last year.

Slide 8 - Open vraag

Zet de volgende zinnen in de simple past: He (be) there the day before yesterday.

Slide 9 - Open vraag

Zet de volgende zinnen in de simple past: Bob Marley (die) ages ago.

Slide 10 - Open vraag

Zet de volgende zinnen in de simple past: Charles (go) to Brazil last Christmas.

Slide 11 - Open vraag

Zet de volgende zinnen in de present perfect: George (pass) his driving-test.

Slide 12 - Open vraag

Zet de volgende zinnen in de present perfect: Monica (give up) smoking.

Slide 13 - Open vraag

Zet de volgende zinnen in de present perfect: Suzanne (have) a baby.

Slide 14 - Open vraag

Zet de volgende zinnen in de present perfect: Jason (be) a fan of Tina Turner for years.

Slide 15 - Open vraag

Dear Ann,

Yesterday I (receive) your very interesting letter. I remember I (send) you my last letter about three months ago. Since then a lot of things (happen).
To begin with I must tell you that my uncle and aunt from America (visit) us last week. They (live) in New York for ten years now and they still like it there. As a teacher of English I (feel) obliged to make the most of this opportunity to speak English. I ( never – speak) so much English in such a short time. It was a good chance to practise my English.
Before I forget, I (just – get) a ticket for a pop concert, which will be next Saturday. (you – ever – be) at a concert? Well, I haven`t so I am really looking forward to it.
In your letter you (send) me three months ago you (ask) me if I like my new job. Well, Ann it is the best thing that (ever – happen) to me in my life.
Please write back soon.

Best wishes,

Bas Trimbos

Slide 16 - Sleepvraag

Fill in: past simple / present perfect:
Yesterday I (receive) your very interesting letter. I remember I (send) you my last letter about three months ago. Since then a lot of things (happen).

Slide 17 - Open vraag

Fill in: past simple / present perfect:
To begin with I must tell you that my uncle and aunt from America (visit) us last week.

Slide 18 - Open vraag

Fill in: past simple / present perfect:
They (live) in New York for ten years now and they still like it there.

Slide 19 - Open vraag

Fill in: past simple / present perfect:
As a teacher of English I (feel) obliged to make the most of this opportunity to speak English.

Slide 20 - Open vraag

Fill in: past simple / present perfect:
I ( never – speak) so much English in such a short time. It was a good chance to practise my English.

Slide 21 - Open vraag

Fill in: past simple / present perfect:
Before I forget, I (just – get) a ticket for a pop concert, which will be next Saturday.

Slide 22 - Open vraag

Fill in: past simple / present perfect:
(you – ever – be) at a concert? Well, I haven`t so I am really looking forward to it.

Slide 23 - Open vraag

Fill in: past simple / present perfect:
Well, Ann it is the best thing that (ever – happen) to me in my life.

Slide 24 - Open vraag

a/an = een
an: gebruik je als het volgende woord in de uitspraak met een klinker begint (a,e,i,o,u).
a: gebruik je in de andere gevallen.

Slide 25 - Tekstslide

What is correct?
A
a opinion
B
an opinion

Slide 26 - Quizvraag

What is correct?
A
a European country
B
an European country

Slide 27 - Quizvraag

What is correct?
A
a helicopter
B
an helicopter

Slide 28 - Quizvraag

What is correct?
A
a one-way-street
B
an one-way-street

Slide 29 - Quizvraag

What is correct?
A
a hour
B
an hour

Slide 30 - Quizvraag

to/too
too = te / ook
to = om te/ naartoe/ het hoort bij het werkwoord


Slide 31 - Tekstslide

Fill in: to/too
I have ….. do it before it is ….. late.
A
to / to
B
too / too
C
to / too
D
too / to

Slide 32 - Quizvraag

Fill in: to/too
I am ….. busy now.
A
to
B
too

Slide 33 - Quizvraag

Fill in: to/too
Where are you going …..?
A
to
B
too

Slide 34 - Quizvraag

Adverbs of frequency
Dit zijn woorden zoals: always, usually, seldom enz.
A. Zinnen met 1 werkwoord (niet `be): deze woorden staan voor dat werkwoord.
B. Zinnen met 2 of meer werkwoorden: deze woorden staan voor het tweede werkwoord.
C. Zinnen met 1 werkwoord (`be`): deze woorden staan achter de vorm van `be`.

Slide 35 - Tekstslide

Zet de bijwoorden op de juiste plaats in de zin: He shaves at 8 o`clock. usually

Slide 36 - Open vraag

Zet de bijwoorden op de juiste plaats in de zin: He will have time to watch TV. nearly

Slide 37 - Open vraag

Zet de bijwoorden op de juiste plaats in de zin: Barking dogs bite. seldom

Slide 38 - Open vraag

Zet de bijwoorden op de juiste plaats in de zin: We are late for school. never

Slide 39 - Open vraag

Zet de bijwoorden op de juiste plaats in de zin: Why do you get up so late? Always

Slide 40 - Open vraag

Maak goede zinnen met de volgende woorden: usually – to his shop – my father – at eight – goes.

Slide 41 - Open vraag

Maak goede zinnen met de volgende woorden: often – hot – in summer – the weather – be – in Italy – can.

Slide 42 - Open vraag

Maak goede zinnen met de volgende woorden:
are – often – adverts – there – too many – in our paper – in my opinion.

Slide 43 - Open vraag

Maak goede zinnen met de volgende woorden:
shall – you – next Saturday – I – the money – pay

Slide 44 - Open vraag

Maak goede zinnen met de volgende woorden:
at the night school – Sharon – a yoga class – next month – is going to – join

Slide 45 - Open vraag

Maak goede zinnen met de volgende woorden:
was – his lessons – studying – He – last night – in the drawing room

Slide 46 - Open vraag

The end!

Slide 47 - Tekstslide