§ 4.6 Parler I.

• Frans
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Doel: je kunt het begrijpen als iemand je de weg wijst.

Les:

- Herhalen: bijvoeglijk naamwoord. 

- Oefening: voorzetsels.

- Luisteren ex 19.

- Nakijken ex: 16A t/m 16D.

Huiswerk:

-Maken § 4.6: ex 17 t/m 20

- Leren apprendre 5 t/m 7

Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een...

1. werkwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. bijwoord
4. voorzetsel

Als het bijvoeglijk naamwoord in mannelijk enkelvoud al eindigt op een s dan...

1. komt er bij mannelijk meervoud nog een s bij
2. komt er bij mannelijk meervoud niet nog een s bij

Wat is het juiste bijvoeglijk naamwoord?
Sophie est (français) ........

1. français
2. françaises
3. françaiss
4. française

Bianca préfère les garçons (blond) ... .

1. blond
2. blonds
3. blonde
4. blondes

1. samen spreken

2. bestuderen

1. Le chat est sur la table.
2. Le chat est sous la table.

1. Le chien est sous la table.
2. Le chien est sur la table.

1. Le chat est derrière le sachet.
2. Le chat est dans le sachet.

edition.thiememeulenhoff.nl

EXERCICE 16A – LUISTEREN

B

1 groot

2 klein

3 blond

EXERCICE 16B – ONTDEKKEN

A

1 bleu

2 bleue

3 verte

4 vertes

B

a e

b es

EXERCICE 16C [1STER] – BEGRIJPEN

1 grande

2 français

3 rouges

4 petite

5 petites

6 joli

7 sympathiques

8 énorme

EXERCICE 16D [1STER] – OEFENEN

1 vert

2 jolie

3 bleues

4 rouge

5 sportifs

6 anglais

7 néerlandaise

8 blondes

Zelfstandig werken:

- Schrijf je huiswerk in je plenda:

- maken ex 17 t/m 20

- leren apprendre 5 t/m 7