In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
How was your weekend?
😒🙁😐🙂😃
Slide 1 - Poll
What was the best thing you did in the weekend? If you have a picture you can upload it here.
Slide 2 - Open vraag
Goals
In this class you are going to find out:
if you understand about this/that/these/those
if you understand about an/a
if you understand about comparatives and superlatives
Slide 3 - Tekstslide
enkelvoud, dichtbij
enkelvoud, verder weg
meervoud, dichtbij
meervoud, verder weg
THIS
THAT
THESE
THOSE
Slide 4 - Sleepvraag
a
an
Slide 5 - Sleepvraag
A of an?
A
An
apple
hour
man
university
ball
orange
house
icecream
adress
wardrobe
Slide 6 - Sleepvraag
Dus...
A
AN
Klinker klank
Medeklinker klank
Slide 7 - Sleepvraag
Wat zijn de comparative/superlative van "hot"?
A
hoter - the hotest
B
hotter - the hottest
C
hottier - the hottiest
D
more hot / the most hot
Slide 8 - Quizvraag
What is the superlative of the word Easy?
A
the easiest
B
the easier
C
easier
D
the most easy
Slide 9 - Quizvraag
What is the superlative of popular? (overtreffende trap)
A
The popularest
B
The most popular
Slide 10 - Quizvraag
What is the superlative of happy?
A
the happiest😄
B
happiest😄
C
the happyer😄
D
I dont know 😟
Slide 11 - Quizvraag
Wat is de vergrotende trap (comparative) van rich?
A
richier
B
richre
C
richer
D
richr
Slide 12 - Quizvraag
Wat is de comparative van fat?
A
fater
B
fatter
C
fatest
D
fattest
Slide 13 - Quizvraag
Bij de vergrotende trap komt er ....... na het woord.
A
than
B
the
C
there
D
then
Slide 14 - Quizvraag
Wanneer gebruik je een vergrotende trap?
A
Om extra informatie te geven over een zelfstandig naamwoord
B
Om twee dingen met elkaar te vergelijken
C
Om een toppunt aan te geven.
Slide 15 - Quizvraag
Wat moet je niet vergeten bij de comparative en de superlative? (vergrotende en overtreffende trap)? Bijvoorbeeld: My brother is ... older ... me, but I am ... smartest...!
A
Bij de comparative staat THE en bij de superlative staat THAN
B
Bij de comparative staat THEN en bij de superlative staat THE
C
Bij de comparative staat THE en bij de superlative staat THEN
D
Bij de comparative staat THAN en bij de superlative staat THE
Slide 16 - Quizvraag
Wat is de juiste vergrotende trap van: smart?
A
smarter
B
smartest
C
more smart
Slide 17 - Quizvraag
I can apply the comparative and superlative
A
I can, and I can explain this, too
B
I can.
C
I can almost do this
D
I can´t do this yet
Slide 18 - Quizvraag
Discussion
Now discuss the answers to your practice test exercises E and F in groups of 4.
timer
7:00
Slide 19 - Tekstslide
I feel this confident about a/an, this/that/these/those and compartives/superlatives.