Taalgebruik 9, 10 en 11

Taalgebruik 9, 10 en 11
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Taalgebruik 9, 10 en 11

Slide 1 - Tekstslide

Lezen (H.9)
Een hoofdstuk leren voor een toets doe je op een andere manier dan een appje van vrienden. 

Als je weet wat je leesdoel is, pas je je leesmanier aan en lees je en tekst anders. 

Slide 2 - Tekstslide

Welke leesmanieren ken je nog?

Slide 3 - Woordweb

Als jij in een encyclopedie een onderwerp wil zoeken voor een werkstuk, maak je gebruik van:
A
intensief lezen
B
verkennend lezen
C
zoekend lezen
D
kritisch lezen

Slide 4 - Quizvraag

Een hoofdstuk leren voor het vak Nederlands, maak ik gebruik van de leesmanier:
A
zoekend lezen
B
intensief lezen
C
verkennend lezen
D
studerend lezen

Slide 5 - Quizvraag

Het boek voor de boekenclub lees je:
A
zoekend
B
studerend
C
verkennend
D
intensief

Slide 6 - Quizvraag

Samenvatten (H.10)
Als je leert voor een toets of een werkstuk moet maken, is het handig om een samenvatting te maken. 

Een samenvatting kan verschillende vormen hebben; een uitgeschreven tekst, in steekwoorden of in een schema (mindmap). 

Slide 7 - Tekstslide

In een samenvatting maak je gebruik van:
A
hoofdzaken
B
bijzaken

Slide 8 - Quizvraag

hoofd- en bijzaken
Hoofdzaak: zijn delen van een tekst die echt nodig zijn om de te tekst te begrijpen.

Bijzaken: zijn minder belangrijke tekstonderdelen, zoals voorbeelden of een toelichting. Als je bijzaken weglaat, snap je nog precies waar de tekst over gaat. 

Slide 9 - Tekstslide

Hoe maak je een samenvatting?
1. Tekst intensief lezen voor details, verbanden en begrippen te begrijpen. 
2. Let tijdens het lezen op signaalwoorden
3. Zet de hoofdzaken bij elkaar in je samenvatting
4. Controleer of je de verbanden tussen de informatie op de juiste manier hebt weergegeven. 

Slide 10 - Tekstslide

Digitaal lezen (H. 11)
Er wordt steeds meer van een scherm gelezen. Digitale teksten hebben deels andere eigenschappen dan teksten op papier. Daarom vragen ze ook een andere manier van lezen. 

Slide 11 - Tekstslide

Hyperlinks
Digitale teksten bevatten veelal hyperlinks. Hier kun je op klikken , waardoor je weer in een andere tekst belandt. Hyperlinks geven uitleg of een toelichting 
op een gedeelte van een tekst en kan dus 
veel extra informatie opleveren. 

Slide 12 - Tekstslide

Leesroutes
Bij het lezen van digitale teksten is het belangrijk dat je goed nadenkt over de leesroute: lees je eerst de hele tekst of stop je om elke hyperlink te bekijken? 
Voordeel: digitaal vaardige mensen maken gebruik van de hyperlinks om te tekst goed te begrijpen.
Nadeel: minder digitaal vaardige mensen 'verdwalen' in de hoeveelheid teksten. Waar was ik ook alweer mee bezig?? 

Slide 13 - Tekstslide

Leeshouding
Leeshouding is ook erg belangrijk bij digitaal lezen. Surfend over het internet zonder doel, is het niet heel belangrijk. Maar als je gericht op zoek bent naar informatie voor een werkstuk voor school, heb je meer aandacht nodig. Het scherm is dan een middel om informatie op te doen. 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

(Huiswerk)opdracht:


* Google het onderwerp: Wikipedia. 
* Lees deze tekst: eerst verkennend en dan intensief. Ga jij eerst de tekst lezen of open je alle hyperlinks? 
* Noteer drie hoofdzaken van de tekst. 
* Open drie hyperlinks: waar kom je dan terecht? Wat valt je op in de tekst van de hyperlink? 
* Wat merk je aan jouw leeshouding? 


Slide 16 - Tekstslide