Let op: toets is één les verder verplaatst ivm goede vrijdag!
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4
In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Mavo 4 Water
Wat hebben we tot nu toe gedaan?
Let op: toets is één les verder verplaatst ivm goede vrijdag!
Slide 1 - Tekstslide
vorige lessen:
waterkringloop
verdeling water op aarde
rivieren bedijkt en onbedijkt
bovenloop/middenloop/benedenloop
sedimentatie
overwallen en komgronden
NAP
polders
brak water
ontstaan van een wiel
binnendijks gebied
Vorige lessen :-)
waterkringloop
verdeling van water op aarde
bedijkte en onbedijkte rivieren
oeverwal en komgrond
verwering, erosie en sedimentatie
bovenloop-middenloop-bendenloop
polders
binnendijks gebied...
Slide 2 - Tekstslide
leerdoelen voor deze week
Je leert:
hoe drinkwater wordt gewonnen
wat waterschappen doen
welke kwalitatieve en kwantitatieve problemen er zijn
waar ons land verdroogt
Hoe water gezuiverd wordt
wat hangwater en capilair water is
wat duurzaam watergebruik is
Slide 3 - Tekstslide
Molens
rivier (buitenwater)
Slide 4 - Tekstslide
Wat is een polder?
A
Een stuk land omringd door dijken waarbinnen de waterstand geregeld wordt
B
Een polder is een lager gelegen gebied in hoog Nederland
C
Een polder is een stuk land in zee die soms droog komt te liggen bij eb
D
Een polder is een hoger gelegen stuk land in de omgeving
Slide 5 - Quizvraag
Welk van de onderstaande polders is GEEN bestaande polder?
A
Zeepolder
B
Veenpolder
C
Kleipolder
D
Droogmakerij
Slide 6 - Quizvraag
Een land in de delta
Het Nederlandse landschap is opgebouwd door ijs, wind , de zee en rivieren.
Waar zie je de invloed van het water?
En hoe zien die landschappen eruit?
Slide 7 - Tekstslide
Wat is een delta ?
A
Dat is een bedijkt gebied.
B
Een driehoekig stuk land tussen twee rivieren.
C
Het gebied tussen de vertakkingen van een rivier.
D
Het gebied rondom de Delta werken.
Slide 8 - Quizvraag
Delta
Wanneer een rivier uitmondt in de zee dan laat de rivier bij deze uitmonding allerlei materiaal liggen. Hierdoor ontstaan er nieuwe lagen onderwater en uiteindelijk een delta!
Slide 9 - Tekstslide
Hoog en Laag Nederland
NAP = Normaal Amsterdams Peil
Gemiddelde hoogte van vloed in Amsterdam voor Afsluitdijk.
Hoog Nederland
Land hoger dan 1m. NAP
Laag Nederland
Land lager dan 1m. NAP
Duinen
5000 jaar
geleden
Slide 10 - Tekstslide
Wat geeft het NAP aan?
A
de gemiddelde hoogte van de zeespiegel
B
de gemiddelde hoogte van de zeespiegel, plus een meter
C
de hoogte van de zeespiegel bij hoogwater
D
De gemiddelde hoogte van de zeespiegel min 1m
Slide 11 - Quizvraag
Hoog en Laag Nederland
Soms brak de zee door in gebied achter de duinen= Zeeklei
Soms geen zeewater, maar rivier water = moerasvorming door plantengroei.
Veenvorming
Slide 12 - Tekstslide
'Brak' water is...
A
Zout water
B
Zoet water
C
Water tussen zout en zoet water in
D
Water met een kater
Slide 13 - Quizvraag
Kom en oeverwal
Een rivier vervoert water en slib. Door sedimentatie van zand ontstaat dicht bij de rivier een oeverwal.
Verder van de rivier bezinken de kleideeltjes: komgronden.
Slide 14 - Tekstslide
Wat moet er op de plek van letter C staan?
A
klei
B
komgrond
C
zand
D
oeverwal
Slide 15 - Quizvraag
Als er vroeger een rivier overstroomde, dan ontstond vlakbij de rivier...
A
komgrond
B
wiel
C
oeverwal
D
zomerdijk
Slide 16 - Quizvraag
Bekijk de afbeelding. Het dorpje staat op de:
A
Komgrond
B
Oeverwal
C
Uiterwaard
Slide 17 - Quizvraag
Sedimentatie
Rivieren die langzamer gaan stromen omdat ze door een vlakker gebied gaan stromen (benedenloop) die gaan sedimenteren.
Slide 18 - Tekstslide
Oeverwal
Komgrond
Dijk
Slide 19 - Sleepvraag
Sedimentatie
Sedimenteren is het proces waarbij de korrels van het zand, klei etc. worden neergelegd door de rivier.
Slide 20 - Tekstslide
IIIIIIIIIIIIIII
IIIIIIIIIIIIIII
IIIIIIIIIIIIIII
IIIIIIIIIIIIIII
Uiterwaarden
Rivier
Zomerdijk
Winterdijk
Dorp
Kribben
Slide 21 - Tekstslide
Wiel of kolk = dijkdoorbraakgat
Slide 22 - Tekstslide
Een wiel is een meertje dat ontstaat bij een dijkdoorbraak
A
Juist
B
Onjuist
Slide 23 - Quizvraag
Polder
een gebied waar de mens de waterstand regelt
dit kan door een molen of een gemaal
niet pompen = vol lopen van de polder = verzuipen
Slide 24 - Tekstslide
3 soorten polders
</iframe>
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Video
Wat hebben we tot nu toe gehad
Slide 27 - Tekstslide
Grondwater in de duinen
Zoet water in de duinen wordt gebruikt voor drinkwater.
Zout en zout water gemengd = brakwater (niet geschikt als drinkwater)
Duinzand filtert het water
Slide 28 - Tekstslide
In Nederland maken we drinkwater uit grondwater en oppervlaktewater.
Welk voordeel heeft de productie van drinkwater uit oppervlaktewater ten opzichte van productie van drinkwater uit grondwater?
A
De productie van drinkwater uit oppervlaktewater is goedkoper dan de productie van drinkwater uit grondwater.
B
De winning van oppervlaktewater leidt minder snel tot verdroging van de bodem dan de winning van grondwater.
C
Oppervlaktewater is minder verontreinigd dan grondwater.