Themales: Activiteiten; Organiseren en begeleiden

Hoe organiseer ik een activiteit?
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoe organiseer ik een activiteit?

Slide 1 - Tekstslide

  • Terug naar vorige week
  • Organiseren activiteit *Waar houd je rekening mee *Hoe bereid ik een activiteit voor

Slide 2 - Tekstslide

Soorten activiteiten

Slide 3 - Woordweb

  • Individuele en groepsactiviteiten
  • Sport activiteiten
  • Sociale activiteiten
  • Educatieve activiteiten
  • Recreatieve activiteiten
  • Creatieve activiteiten
  • Dramatische expressie
  • Woon- en zorgactiviteiten (zelfzorg)

Slide 4 - Tekstslide

Individueel 

  • 1 op 1
  • Aandacht volledig richten op 1 client




Groep

  • Groep
  • Aandacht verdelen
  • Clienten kunnen elkaar stimuleren en motiveren, demotiveren 

Slide 5 - Tekstslide

creatieve activiteit
educatieve activiteit
een sociale activiteit
recreatieve activiteit
sportieve activiteit
de krant voorlezen
Een high tea verzorgen
Een rondje op de duofiets
Bloemschikken
een handmassage geven

Slide 6 - Sleepvraag

Wat is het doel van activiteiten?

Slide 7 - Woordweb

7 doelen die je kunt bereiken


  1. andere mensen leren kennen
  2. fit en gezond blijven
  3. afleiding krijgen
  4. leren zelf dingen te doen
  5. iets nieuws leren
  6. houvast krijgen : vast punt in de week
  7. plezier beleven  

Slide 8 - Tekstslide

als je een activiteit kiest stel je eerst het doel vast, welke vraag heeft met het doel te maken?
A
wat wil je met de activiteiten bereiken?
B
Hoe moet je de activiteiten uitvoeren?
C
welke materialen heb je nodig?

Slide 9 - Quizvraag

wat moet je doen voordat je het doel bepaalt?
A
verschillende activiteiten uitzoeken
B
evalueren met de client
C
de beginsituatie bepalen

Slide 10 - Quizvraag

Hoe oud is mijn personage? (leeftijd moet binnen de doelgroep vallen waar je mee zouden kunnen werken als helpende)
Hoe heet mijn personage?
Wat voor familie heeft mijn personage?
Wat zijn de hobby’s van mijn personage?
Wat is zijn lievelingskleur?
Wat is zijn lievelingseten?
Wat is zijn woonsituatie?
Wat zijn de wensen van mijn personage?
Wat zou mijn personage graag bereiken?
Hoe ziet mijn personage er uit? (kleding, uiterlijke kenmerken)
Wat zijn de 3 belangrijkste karaktereigenschappen van mijn personage?
Heeft mijn personage lichamelijke of geestelijke beperkingen?

Slide 11 - Tekstslide

Wat zijn jouw taken tijdens het begeleiden van de activiteit?

Slide 12 - Open vraag

Wat gaan jullie doen?
Een activiteit organiseren 
- Voor wie? 
- Wanneer?
- Met wie?
- Wat is het doel?
- Tijdsduur
DRAAIBOEK MAKEN

Slide 13 - Tekstslide

Het DRAAIBOEK
 Methodisch werken
1. Beginsituatie bepalen
2. Doel beschrijven
3. Activiteit uitkiezen
4. Activiteit uitvoeren
5. Activiteit evalueren 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Samengevat....
1.  Activiteit voorbereiden
+
2. Activiteit uitvoeren 

Slide 18 - Tekstslide

VRAGEN????

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide