Geschiedenis - Begrijpend lezen | 'Medicijnen vroeger en nu'

Hoe zat dat?
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenGeschiedenisBasisschoolGroep 5-8

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Hoe zat dat?

Slide 1 - Tekstslide

Ik kan over verschillende ontdekkingen uitleggen wat ze zijn, wie ze ontdekt heeft en waar ze voor gebruikt werden/ worden.

Slide 2 - Tekstslide

Bekijk de tekst, maar lees hem nog niet!

Wat valt je op aan de vorm, de kopjes, de titel en de plaatjes?
Wat is dit voor tekst?
Hoe ga je deze tekst lezen?
Waar denk je dat het over zal gaan?
Waarom denk je dat?



Bespreek de vragen met je maatje.

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je al over het onderwerp?

Slide 4 - Tekstslide

Heb je vragen als je naar de tekst kijkt? 
 Schrijf je vragen op een post-it (één vraag per blaadje) en plak ze op de
vragenmuur.

Slide 5 - Tekstslide

Woordenschat:
geneeskunde, prehistorie, behandelen, neanderthalers, natuurlijke medicijnen, gemeenschappen, sjamaan, geneeskrachtige, geesten.
De leerkracht doet het voor.

Slide 6 - Tekstslide

Woordenschat:
de oudheid, brouwsels, wilgenbast, pijnstiller, onderdrukken,
de ‘vader’, westerse, pionier, de basis.
De leerkracht doet het voor.

Slide 7 - Tekstslide

Vat de rest van de tekst per alinea samen.
Nu jullie!

Slide 8 - Tekstslide

Tekstgerichte vragen:
Waar wordt kinine vandaan gehaald?
Noem drie ziektes die we met vaccineren kunnen tegengaan.
Waardoor werkt wilgenbast als koortsremmer?

Leg in je eigen woorden uit wat penicilline is en hoe het gebruikt wordt om mensen beter te maken.
Wat vind je van de manier waarop Edward Jenner erachter kwam dat koepokken hielp bij het voorkomen van menselijke pokken. Leg je antwoord uit. 








 
Markeer de antwoorden in de tekst met de kleur van de vraag. Wanneer dat niet kan schrijf je het antwoord bij je aantekeningen.

Slide 9 - Tekstslide

Facultatief: oefenen van de Cito-vraagstelling.
Cito-vraag:
Kijk, in de alinea: Toevallig ontdekt: penicilline, naar de zin: Maar, verdorie: één van zijn monsters (een hoop bacteriën op een plaat) was per ongeluk niet goed afgedekt.
Waarom staat het woord ‘verdorie’ in deze zin?
A: De schrijver is hier boos over.
B: Omdat Alexander Fleming hier ziek van werd.
C: Om duidelijk te maken dat het een ongeluk was.
D: Omdat Fleming een Nobelprijs won.

Slide 10 - Tekstslide

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 11 - Tekstslide

Heb je nieuwe vragen gekregen? Schrijf deze op post-its en hang ze op de vragenmuur.
Heb je antwoorden gekregen op je vragen?

Slide 12 - Tekstslide

Tot de 
volgende keer!

Slide 13 - Tekstslide