1.4 Europa na de Eerste Wereldoorlog 2023

1.4 Europa na de
 Eerste Wereldoorlog

1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

1.4 Europa na de
 Eerste Wereldoorlog

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
  • Leerdoelen
  • Gevolgen van het verdrag van Versailles
  • Duitsland na WOI
  • Fascisme in Italië
  • Kenmerken van het fascisme
  • Ottomaanse Rijk-Turkije
  • Nederlands neutrale politiek

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen waarom de Republiek van Weimar grote politieke en economische problemen kende. 
  • Je kunt uitleggen hoe in Italië het fascisme op kwam. 
  • Je kunt omschrijven hoe het Ottomaanse Rijk uiteenviel en de nieuwe staat Turkije ontstond
  • Je kunt uitleggen waarom Nederland begin 20e eeuw een neutraliteitspolitiek voerde

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Interbellum



  • Interbellum (van het Latijn inter, tussen en bellum, oorlog) is een periode tussen twee oorlogen.
  • Het interbellum is de periode tussen de Eerste en de Tweede Wereldoorlog (1919-1939)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen van het verdrag van Versailles 

  • Oprichting Republiek van Weimar (Eerste parlementaire democratie in Duitsland).

  • Duitsland was altijd een keizerrijk geweest en kende geen democratie, daarnaast was dit de regering die de wapenstilstand had getekend.....

  • Door schadevergoeding waren er veel economische problemen in Duitsland. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Bezetting van het Ruhrgebied


  • Omdat Duitsland de herstelbetalingen niet meer kan opbrengen, bezetten Franse troepen het Ruhrgebied om Duitsland te dwingen tot betalen.
  • Dit mocht..... volgens het Verdrag van Versailles.
  • Franse troepen blijven in het Saargebied tot 1925.


Franse troepen bezetten Essen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Duitsland na de Eerste Wereldoorlog 
  • De herstelbetalingen zijn niet op te brengen door de regering, en de inflatie is groot.

  • Regering besluit geld bij te drukken: gevolg het wordt nog minder waard.  (Hyperinflatie)

  • Verschillende groepen (extreemlinks/extreemrechts) proberen de macht te grijpen (staatsgreep) en er is veel politiek geweld (o.a. moorden op politici).

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hyperinflatie Duitsland
1923
  • Om de herstelbetalingen te doen laat de Weimar regering extra geld bijdrukken. 
  • Hierdoor wordt het geld minder waard: hyperinflatie
  • Spaargeld thuis of bij de bank?
  • Niets meer waard
  • Algemeen: onrust.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies



Vrijkorpsen


  • Gewapende groeperingen van (rechtse) oud-militairen
  • Ze geloofden sterk in de Dolkstootlegende
  • Volgens de aanhangers van deze Dolkstootlegende lag de oorzaak van de nederlaag van de oorlog bij de communisten en joden, en niet bij de militairen. 
  • Bierkellerputsch (mislukte staatsgreep van Hitler in 1923)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beurskrach 1929: De Amerikaanse beurs stort in!
Gevolg grote economische crisis

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Crisis in de wereld 




  • Door overproductie van fabrieken, veel kopen op afbetaling en teveel vertrouwen in aandelenhandel, klapt de Amerikaanse economie in elkaar.
  • Landen die veel met de VS handelen, worden de crisis mee in gesleept in 1929... 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opkomst Hitler
  • Opkomst van Hitler: hij speelt in op de Duitse onvrede over het Verdrag van Versailles

  • Uiteindelijk ook de Tweede Wereldoolog, waarbij Hitler er alles aan zou doen om de gevolgen van het Verdrag van Versailles te vernietingen...en daarin ook slaagt. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Film: De Weimar Republiek
https://www.youtube.com/watch?v=0HS9EWfDsdE

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
  • Je kunt uitleggen waarom de Republiek van Weimar grote politieke en economische problemen kende. 
  • Je kunt uitleggen hoe in Italië het fascisme op kwam. 
  • Je kunt omschrijven hoe het Ottomaanse Rijk uiteenviel en de nieuwe staat Turkije ontstond
  • Je kunt uitleggen waarom Nederland begin 20e eeuw een neutraliteitspolitiek voerde

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie is dit?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Benito Mussolini

  • Leider, of 'Il Duce',  van Italië (1922-1943)
  • Oprichter van de Fasci di Combattimento (Zwarthemden, knokploegen) pleegde staatsgreep via de Mars op Rome
  • Na de Eerste Wereldoorlog en de Vrede van Versailles was er veel onvrede, en dat kwam door de onderhandelingen van de 'slechte' Italiaanse regering.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Bestudeer Paragraaf 1.4 
Maak 3 tot en met 9, 11 en 13.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
  • Wat is fascisme?
  • Nederlands neutrale politiek
  • Afsluiting
  • resultaten SO kort bespreken

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fascisme = ideologie

  • Fascisme is een politieke stroming, die begon in Italie
  • Wordt ook wel extreem-rechts genoemd
  • De naam komt van het voorwerp dat je hier ziet: een fasces
  • Dit voorwerp, een bijl met takken, stond symbool voor de macht van bestuurders in het Romeinse Rijk.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken fascisme
  • Totalitaire ideologie
  • Totalitair = volledig of totaal
  • Ideologie = manier van denken over hoe de maatschappij moet zijn.

  • --> politieke leer, manier van denken waarbij het totale leven van mensen wordt beheerst door de overheid die de macht heeft door middel van indoctrinatie (=hersenspoeling).


Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken van fascisme (1)
  • Fascisme is overal tegen: vooral dingen die vreemd zijn en andere culturen

  • Fascisme is anti-democratisch: het volk hoeft niet mee te praten. Er is één leider.

  • Sterk nationalisme: ieder moet zich inzetten voor zijn land. 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken van fascisme (2)

  • Fascisme is tegen persoonlijke vrijheid. Persoonlijke vrijheid ondermijnt de gehoorzaamheid van de leider.

  • Fascisme gaat uit van ongelijkheid tussen mensen: de hoogontwikkelden moeten de laagontwikkelden leiden. (Het recht van de sterkste: Sociaal-Darwinisme)


Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken van fascisme (3)

  • Niet denken maar doen. Gevoel is belangrijker dan denken.

  • Militarisme: geweld is goed: geen woorden maar daden

  • De vrouw is ondergeschikt: haar taak is het krijgen van kinderen.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vermomd, vermoord en opgehangen

Slide 30 - Tekstslide

Vermomd als Duits militair vluchtte hij naar de Italiaans-Zwitserse grens waar hij zich aansloot bij een SS-colonne die op weg was naar Oostenrijk. Op 27 april 1945 werd deze colonne in Musso, bij Dongo aan het Comomeer, aangehouden en door Italiaanse partizanen op zwarthemden gecontroleerd. Mussolini, die vergezeld werd door Clara Petacci, sinds 1936 zijn maîtresse, droeg een Duits uniform en had een helm over zijn hoofd getrokken. Hij deed alsof hij dronken was. Mussolini werd echter door Urbano Lazzaro herkend en gearresteerd.
Op 28 april 1945 werden Mussolini en zijn vriendin geëxecuteerd op bevel van de leiding van de partizanen in Milaan (het Comitato di liberazione nazionale dell'Alta Italia).[13][14] [15] Mussolini's volgelingen en reisgenoten Bombacci, Pavolini, Starace en Buffarini werden eveneens doodgeschoten.
De lichamen werden naar Milaan overgebracht waar ze tentoongesteld werden. Op de Piazzale Loreto werden de lijken van Mussolini en Petacci, samen met die van drie lotgenoten, aan de voeten opgehangen aan een portaalbalk van een benzinestation, waar ze werden bespot en aangevallen door de menigte. Het nieuws van de gewelddadige en onwaardige dood van Mussolini bereikte Berlijn en Hitler, en het is mogelijk dat dit Hitler deed besluiten zelfmoord te plegen ter voorkoming van een soortgelijk lot.
Actualiteit: Italiaanse verkiezingen 2022

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bestaan er nog totalitaire regimes?
A
Ja
B
Nee

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kan je voorbeelden noemen van landen waar er nog steeds sprake is van een totalitair bestuur?

Slide 35 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

1.4 Europa na de
 Eerste Wereldoorlog
Deel 2

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen film Fascisme toen en nu
1. Uit welke zogenaamde bendes is de fascistische beweging van Mussolini ontstaan?
2. Wat waardeerden de Europese regeringsleiders eerst in Mussolini en waarom kreeg Mussolini zoveel aanhang?
3. Waaraan kun je zien dat Mussolini mensen in zijn regering selecteerde op fysieke kracht en conditie?
4. Wat bedoelde Mussolini met zijn droom van “Mare Nostrum”? Welke eerste stap ondernam hij hierin om dit te verwezenlijken?
5. Noem twee redenen waarom sommige Italianen nog steeds een aanhanger zijn van Mussolini en zijn fascistische beweging?
6. Waarom heeft de voormalige premier van Italië, Silvio Berlusconi, zich graag vergeleken met Mussolini tijdens politieke speeches?

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Nederland rond 1900
  • Nederland had zich niet aangesloten bij  een bondgenootschap
  • Nederland neutraal tijdens Eerste Wereldoorlog 

  • Motief, waarom dus?
  • ....klein land, erg afhankelijk van import en export
  • ....dat Nederland hierdoor met beide allianties handel kon drijven.
  • ....dat Nederland bang was om Nederlands-Indië te verliezen
  • Succesvolle neutraliteitspolitiek
  • Door de verschrikkingen in de rest van Europa waren veel Nederlanders ook tegen oorlog en militarisme. Gevolgen: minder nood om het leger op alle fronten te versterken

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

huiswerk
Lees vaardigheid historisch denken: 
3 Oorzaken en gevolgen 
Maak paragraaf 5, 1 tot en met 3.

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Maak de rest van de opdrachten van P1.4

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies