Beeldende kunst algemeen

Beeldende kunst algemeen
Periode 2 - VWO 6
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
ArtSecondary Education

In deze les zit 25 slide, met interactieve quiz, tekstslide en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Beeldende kunst algemeen
Periode 2 - VWO 6

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je nog van ontwikkelingen in de beeldende kunst in de 20e eeuw?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Video

Primitivisme
Sinds de ontdekking van Amerika in 1492 worden exotische voorwerpen door Europeanen naar Europa gebracht, vaak tentoongesteld in kunst- en rariteitenkabinetten. In de 19e eeuw ontstaan volkenkundige musea, wat leidt tot een bredere kennismaking met "primitieve" kunst. Picasso en Braque, beïnvloed door Afrikaanse sculpturen, leggen de basis voor het kubisme. Primitivisme reflecteert de westerse fascinatie voor de kunst van niet-westerse culturen en laat zien hoe de westerse cultuur zichzelf als superieur beschouwt. Tegenwoordig zijn termen als "primitieve kunst" verouderd en vervangen door "niet-westerse kunst."

Slide 4 - Tekstslide

Kubisme
Kubisme, dat begin 20e eeuw ontstaat, vereenvoudigt de zichtbare werkelijkheid tot geometrische vormen en onderzoekt de relatie tussen vorm en ruimte. Het kubisme kent twee fasen: analytisch, waarbij vormen worden ontleed, en synthetisch, dat collages omvat. Belangrijke kubisten zijn Picasso en Braque.

Slide 5 - Tekstslide

Naïeve kunst
Naïeve kunst, gemaakt door niet-professionele kunstenaars of professionals die een kinderlijke stijl hanteren, wordt gekenmerkt door eenvoudige technieken en persoonlijke thema's. Het resulterende werk heeft een originele beeldentaal met kleurrijke elementen.

Slide 6 - Tekstslide

CoBrA
De Cobra-beweging, opgericht in 1948, is een reactionaire stroming die geïnspireerd is door kindertekeningen en volkskunst. De nadruk ligt op spontane expressie en de actie achter het kunstwerk.

Slide 7 - Tekstslide

Symbolisme
Het symbolisme, eind 19e eeuw, gebruikt symbolen om ideeën en gevoelens te suggereren in plaats van de alledaagse werkelijkheid. Paul Gauguin's werk, beïnvloed door primitieve culturen, draagt bij aan een nieuwe waardering voor gekleurde mensen en spirituele thema's.

Slide 8 - Tekstslide

Modernisme
Modernisme, ontstaan uit de evolutietheorie van Darwin, verzet zich tegen traditionele opvattingen over kunst en streeft naar een begrip van de moderne maatschappij door emotie en intellect. Het leidt tot nieuwe kunstvormen die afwijken van realisme.

Slide 9 - Tekstslide

Constructivisme
Russisch constructivisme, ontstaan voor WOI, focust op abstracte kunst en de verbinding tussen kunst en het dagelijks leven. Belangrijke kunstenaar Vladimir Tatlin legt de nadruk op constructie en materiaalonderzoek.

Slide 10 - Tekstslide

De Stijl
De Stijl, met leden als Mondriaan, streeft naar een radicale hervorming door eenvoudige vormen en primaire kleuren te gebruiken, wat een belangrijke invloed heeft op de avant-garde in Europa.

Slide 11 - Tekstslide

Concrete kunst
Concrete Kunst, gekenmerkt door strenge geometrische vormen, ontstaat onafhankelijk van de werkelijkheid en focust op orde en rationaliteit in kunst.

Slide 12 - Tekstslide

Fauvisme
Fauvisme, een expressionistische stroming, gebruikt felle kleuren en expressieve vormen om emoties te uiten, wat een belangrijke stap is in de moderne schilderkunst.

Slide 13 - Tekstslide

Futurisme
Futurisme, gestart door Duchamp, verzet zich tegen tradities en legt de nadruk op beweging en de dynamiek van de moderne tijd, zichtbaar in werken zoals Boccioni's beeldhouwwerk.

Slide 14 - Tekstslide

Kinetische kunst
Kinetische kunst, ontstaan uit futurisme en constructivisme, introduceert beweging in kunst met mechanische en lichtreflecties, en verlegt de focus naar de objecten zelf.

Slide 15 - Tekstslide

Russisch futurisme
Het Russische futurisme, een variant op het Italiaanse futurisme, bloeide van 1912 tot de jaren twintig, vooral in de literatuur. Het richtte zich op technologie en urbanisatie, waarbij kunstenaars als El Lissitzky en Kazimir Malevitsj dynamische, moderne werken creëerden met geometrische vormen en levendige kleuren.

Slide 16 - Tekstslide

Dadaïsme
Marcel Duchamp, een vooraanstaand dadaïst, stelde alledaagse voorwerpen voor als kunstwerken, wat vragen opriep over de aard van kunst. Zijn urinoir "Fountain" werd beroemd als een kritiek op traditionele kunst. Dadaïsme, ontstaan tijdens de Eerste Wereldoorlog, verwierp gevestigde normen en omarmde spontaniteit en absurditeit.

Slide 17 - Tekstslide

Surrealisme
André Breton, grondlegger van het surrealisme, richtte zich op dromen en het onderbewuste, geïnspireerd door Freud. Het surrealisme bloeide van de jaren '20 tot '40 en blijft tot vandaag relevant.

Slide 18 - Tekstslide

Film, Fotografie en Beeldende kunst
Moderne beeldende kunst werd ondergeschikt aan film, waarbij de bedoeling belangrijker werd dan de visuele esthetiek. Fotografie werd gebruikt om realisme te ondersteunen. Hans Arp en Louise Bourgeois integreerden toeval en abstractie in hun werk, terwijl Bourgeois' kubistische invloeden zichtbaar zijn in haar sculpturen.

Slide 19 - Tekstslide

Pop Art
Na de Tweede Wereldoorlog ontstond pop art als reactie op massaconsumptie, met een focus op toegankelijkheid en ironie. Kunstenaars zoals Robert Rauschenberg, Jasper Johns, Roy Lichtenstein en Andy Warhol gebruikten alledaagse voorwerpen en beelden uit de populaire cultuur, waarbij ze soms de commercialiteit bekritiseerden of verheerlijkten. Jean-Michel Basquiat, oorspronkelijk graffiti-artiest, creëerde explosieve, expressieve werken vol symboliek en kleur.

Slide 20 - Tekstslide

Opart
Opart, of Optical Art, is ontstaan uit geometrisch abstracte kunst en wekt de suggestie van beweging zonder echte beweging. Deze toegankelijke kunstvorm, die begint met experimenten in de jaren '20, speelt met optische fenomenen en geometrische combinaties. Victor Vasarely was een belangrijke pionier, die zijn experimenten op grote schilderdoeken uitvoerde. Vanaf 1963 werd Opart ook toegepast in mode, met name in zwart-witte stoffen met geometrische patronen op kleding.

Slide 21 - Tekstslide

Heb je nog vragen over de beeldende kunst in de 20e eeuw?

Slide 22 - Woordweb

Naieve kunst
Symbolisme
Kubisme
Cobra
Primitivisme
Modernisme

Slide 23 - Sleepvraag

Concrete kunst
Futurisme
De stijl
Fauvisme
Constructivisme
Kinetische kunst

Slide 24 - Sleepvraag

Surrealisme
Op art
Dadaisme
Pop Art
Russisch futurisme

Slide 25 - Sleepvraag