2. Toonhoogte en frequentie

2. Toonhoogte en frequentie
Ga rustig zitten op je plek.
Je jas en telefoon zijn aan de kapstok en in de kluis.
Pak je boek en pen op tafel, iPad in de LessonUp.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2. Toonhoogte en frequentie
Ga rustig zitten op je plek.
Je jas en telefoon zijn aan de kapstok en in de kluis.
Pak je boek en pen op tafel, iPad in de LessonUp.

Slide 1 - Tekstslide

Stil beginnen
Lees: dit stukje tekst uit je boek.

Beantwoord in stilte deze vragen:
1. Waarom geeft de bovenste snaar van een gitaar een lager geluid dan de onderste?
2. Als je je vinger op een snaar zet, wordt de toon dan hoger of lager?
timer
2:00

Slide 2 - Tekstslide

Dit gaan we leren:
Je kan uitleggen wat we bedoelen met de frequentie van een trilling.

Je kan uitleggen wat de frequentie van een trilling te maken heeft met de toonhoogte.

Je kan op een scherm van een oscilloscoop de frequentie van een trilling aflezen.

Slide 3 - Tekstslide

Bij de luidspreker zagen we dat je kon veranderen hoe snel deze trilde.

De langzame trilling hoorde je niet, maar een snellere trilling gaf een hoger geluid.

Hoe vaak iets gebeurt per seconde, heet de frequentie.

Slide 4 - Tekstslide

Als een snaar dunner, korter, of strakker gespannen is, gaat hij vaker per seconde trillen. De toonhoogte wordt dan hoger.

Slide 5 - Tekstslide

De snaren van de ukelele zijn allemaal even dik. Welke is het strakst gespannen?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 6 - Quizvraag

De frequentie van de hoogste snaar (de noot A) is 440 Hertz.

Hertz is de eenheid van frequentie, de afkorting is Hz.

Trilt iets in één seconde 5 keer heen en weer, dan heeft het een frequentie van 5 Hz.

Slide 7 - Tekstslide

Een oscilloscoop is een apparaat dat de trilling van geluid kan laten zien als een golf.

Het aantal keer dat een golfje voorkomt in één seconde is de frequentie. De hoogte van de golf geeft aan hoe hard het geluid is.

Slide 8 - Tekstslide

Welk van deze drie tonen zal het hoogst klinken?
A
Links
B
Midden
C
Rechts

Slide 9 - Quizvraag

Op het schermpje zie je het aantal trillingen dat in een bepaalde tijd gemeten wordt.

Dit scherm geeft aan dat er één trilling gebeurt in 0,01 seconde.
Het geluid heeft dus een frequentie van 100 Hz.

Slide 10 - Tekstslide

Hoeveel complete trillingen zie je in dit scherm?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 11 - Quizvraag

Het scherm laat 0,01 seconde zien. Wat is de frequentie?
A
2 Hz
B
20 Hz
C
200 Hz
D
2000 Hz

Slide 12 - Quizvraag

Mensen kunnen niet alle frequenties horen. Het frequentiebereik van ons oor ligt tussen de 20 en 20.000 Hz.

Jonge mensen kunnen vaak meer tonen horen dan oudere mensen. Dieren vangen vaak ook andere frequenties op.

Slide 13 - Tekstslide

Welke uitspraak is goed?
A
Hoe dikker de snaar, hoe hoger de toon
B
Hoe langer de snaar, hoe hoger de toon
C
Hoe strakker de snaar, hoe hoger de toon

Slide 14 - Quizvraag

Bij een frequentie van 250 Hz zijn er...
A
2,5 trillingen per seconde
B
25 trillingen per seconde
C
250 trillingen per seconde

Slide 15 - Quizvraag

Welke bewering is waar?
A
Honden kunnen hogere tonen horen dan mensen
B
Oude mensen horen lage tonen beter dan jonge mensen
C
Mensen en honden hebben hetzelfde frequentiebereik

Slide 16 - Quizvraag

Dit hebben we geleerd:
Je kan uitleggen wat we bedoelen met de frequentie van een trilling.


Je kan uitleggen wat de frequentie van een trilling te maken heeft met de toonhoogte.

Je kan op een scherm van een oscilloscoop de frequentie van een trilling aflezen.

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak: paragraaf 8.2, opdrachten 4 t/m 14.

Hoe: gebruik je boek. Lees de theorie als hulp bij de vragen.
Met wie: eerst vijf minuten stil en alleen, daarna mag je rustig overleggen met je buur.
Hoe lang: tot 10 minuten voor einde les, dan samen nabespreken.
Klaar? Maak in je online boek: paragraaf 8.2, 'Test jezelf'

Slide 18 - Tekstslide