In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Zet de begrippen op de juiste plaats
Oceanische korst
Continentale korst
Mantel
Kern
Lithosfeer
Slide 1 - Sleepvraag
In de mantel "vloeit het gesteente. Hoe heet deze beweging?
Slide 2 - Woordweb
Zet de omschrijvingen op de juiste plaats
Hier is het net zo warm als het oppervlak van de zon; zo'n 5000 graden
De plaat duikt de mantel in: subductie. De onderduikende plaat trekt de rest van de plaat mee de mantel in.
Het gesteente in de mantel wordt warm bij de kern en beweegt zeer traag richting de aardkorst
De platen worden iets opgeheven en uit elkaar geduwd. Er is sprake van divergentie.
Slide 3 - Sleepvraag
Zet de plaatgrenzen op de juiste locatie
Divergent
Divergent
Divergent
Convergent
Convergent
Transform
Slide 4 - Sleepvraag
Zet de omschrijving bij de juiste korst
Oceanische korst
Continentale korst
Relatief dik
Maximaal 200 miljoen jaar oud
Basalt
Graniet
Stollingsgesteente
Slide 5 - Sleepvraag
Zet de omschrijvingen in de juiste volgorde
1
2
3
4
5
De kern is ontzettend warm
De mantel gaat vloeien om de warmte kwijt te kunnen
Een continentale korst is het dikst; hier kan de mantel de warmte niet goed kwijt
Omdat de warmte niet goed weg kan, is de convectiestroom omhoog gericht en wordt de korst opgeheven
De korst breekt onder de grote druk: er is een breuk ontstaan
Slide 6 - Sleepvraag
Zet de foto's op de juiste plaats
Slide 7 - Sleepvraag
Vul de begrippen in op de juiste plek
Continent - Continent
Oceaan - continent
Plooiingsgebergte
Geen
Zwaarste
Zeer zwaar
Explosief
Heuvelachtig
Slide 8 - Sleepvraag
Magmakamer
Stratovulkaan
Subductie
Diepzeetrog
Slab pull
Slide 9 - Sleepvraag
Wat is geen kenmerk van vulkanen bij hotspots?
A
Schildvulkanen
B
Effussieve eruptie
C
Taai magma
D
Weinig gassen
Slide 10 - Quizvraag
Bekijk de bron. Leg uit waarom de oude vulkanen kleiner zijn
Slide 11 - Open vraag
Bekijk de bron. Waarom zijn er weinig hotspots onder de continentale korst?
Slide 12 - Open vraag
Vloeibaar
Stroperig & gasrijk
Vloeibaar
Effussief
Explosief
Effussief
Schild
Schild
Strato
Breukgebergte
Plooiingsgebergte
Slide 13 - Sleepvraag
Sleep de juiste foto/begrippen naar het juiste type gesteente
Stollingsgesteente
Sedimentgesteente
Metamorf gesteente
Marmer
Diamant
Basalt
Graniet
Bij het ontstaan van dit type gesteente heeft de wind of water een grote invloed
Combinatie van druk & warmte erg belangrijk
Begint bij magma
Kalksteen
Zandsteen
Slide 14 - Sleepvraag
Sleep de hotspots naar de juiste plek in de afbeelding
Sedimentgesteente
Als sedimentgesteente onder druk of hitte verandert
Als sedimentgesteente smelt
Als metamorf gesteente smelt
Stollingsgesteente
Als er bij stollingsgesteente sprake is van vewering en/of erosie
Als er bij metamorf gesteente sprake is van vewering en/of erosie
Als stollingsgesteente weer smelt
Als stollingsgesteente door hitte of druk verandert
Slide 15 - Sleepvraag
Klimaat
Slide 16 - Tekstslide
Geef een zo kort mogelijke omschrijving van luchtdruk
Slide 17 - Woordweb
Wat is de belangrijkste aandrijving van het klimaat?
Slide 18 - Woordweb
Stelling: Zonder zon zou de luchtdruk (vrijwel) gelijk zijn
A
Klopt
B
Klopt niet
Slide 19 - Quizvraag
Het land warmt op. De lucht zet uit en wordt lichter dan de omgeving
Omdat de lucht lichter is dan de omgeving stijgt deze op
Hier is het koud. De lucht koelt af en krimpt.
De koelere zwaardere lucht daalt
Slide 20 - Sleepvraag
Lage luchtdruk
Hoge luchtdruk
Slide 21 - Sleepvraag
De lucht wordt opgewarmd
De lucht koelt af, waterdamp condenseert en er ontstaat bewolking
De waterdamp is al uit de lucht geregend
De lucht warmt op, waardoor de overgebleven waterdamp niet condenseert
Slide 22 - Sleepvraag
Herhaling van vorige les
Lagedrukgebied
Hogedrukgebied
Minimum
Maxiumum
Droog
Zonnig
Bewolkt
Neerslag
Weinig luchtdeeltjes
Veel luchtdeeltjes
Lucht stijgt
Lucht daalt
Slide 23 - Sleepvraag
Wat is het corioliseffect?
Slide 24 - Woordweb
Wat is het de wet van Buys Ballot?
Slide 25 - Woordweb
Hogedrukgebied
Hogedrukgebied
Hogedrukgebied
Lagedrukgebied
Lagedrukgebied
Lagedrukgebied
Hogedrukgebied
Slide 26 - Sleepvraag
Plaats de juiste omschrijving bij de juiste locatie
Evenaar
30 graden noorder- & zuiderbreedte
Lage luchtdruk
Hoge luchtdruk
Neerslag
Zonnig
Bewolkt
Droog
Slide 27 - Sleepvraag
Zijn de volgende omschrijvingen juist of onjuist?
Juist
Onjuist
Over een jaar krijgt de evenaar het meeste energie van de zon
In juni geeft de zon de meeste energie aan de kreeftskeerkring
Het lagedrukgebied beweegt met de instraling van de zon mee
In juli is het vlak ten noorden van de evenaar droog
Slide 28 - Sleepvraag
Hier is er het hele jaar door sprake van neerslag
Hier regent het vooral in juli heel veel
Hier regent het vooral in januari heel veel
Hier regent het vooral in de zomer
Slide 29 - Sleepvraag
ITCZ in Zuid-Oost Azië: Sleep de klimaatgrafieken naar de juiste plaats
Slide 30 - Sleepvraag
Welk type water is het zwaarst?
A
Koud & zout water
B
Warm & zout water
C
Koud & zoet water
D
Warm & zoet water
Slide 31 - Quizvraag
Leg met behulp van de bron uit waarom het klimaat in Noorwegen warmer is dan in Canada
Slide 32 - Open vraag
Leg uit welk effect de oceanische circulatie heeft op de temperatuur rond: - De evenaar - De Noord- & Zuidpool
Slide 33 - Open vraag
De nabijheid van water leidt tot:
A
Een groter temperatuurverschil tussen dag & nacht
B
Een kleiner temperatuurverschil tussen dag & nacht
Slide 34 - Quizvraag
A-Klimaat
B-Klimaat
C-Klimaat
D-Klimaat
E-Klimaat
E-Klimaat
B-Klimaat
Slide 35 - Sleepvraag
A-Klimaat
B-Klimaat
C-Klimaat
D-Klimaat
E-Klimaat
Tropisch Klimaat
Gemiddelde maandtemperatuur nooit lager dan 18 graden
Droge / aride klimaten
Max 400 mm neerslag per jaar
Zeeklimaten
Temperatuur koudste maand gemiddeld tussen -3 en +18 graden
Landklimaten
Koudste maand kouder dan -3, warmste maand warmer dan +10
Poolklimaat
Warmste maand gemiddeld kouder dan +10
Slide 36 - Sleepvraag
Welke 2e letter van het klimaatsysteem hoort waar?
Winterdroogte
Zomerdroogte
Droogteseizoen faalt
Steppe
Woestijn
Toendra
Vriest
s
w
f
F
T
W
S
Slide 37 - Sleepvraag
Welke 2e letter van het klimaatsysteem hoort waar?
Savanne
Tropisch Regenwoud
Droog; er groeien struikjes en gras, maar geen bomen.
Te droog voor begroeiing
Koud, maar begroeiing mogelijk
IJskap
s
w
f
F
T
W
S
Slide 38 - Sleepvraag
Slide 39 - Sleepvraag
Landschapsverandering
Slide 40 - Tekstslide
Polaire zone
Boreale zone
Gematigde zone
Subtropische zone
Aride Zone
Tropische zone
Slide 41 - Sleepvraag
Polaire zone
Boreale zone
Gematigde zone
Subtropische zone
Aride zone
Tropische zone
Deze landschapszone is het gebied tussen de keerkringen.
In deze zone valt zo weinig neerslag en is de verdamping zo hoog dat er geen vegetatie kan groeien.
Het is er iets koeler dan in de tropische zone. Er komt mediterrane plantengroei voor met altijd groene naaldbomen en bladverliezende loofbomen.
Er heerst een vochtig klimaat. Het wordt er niet ijskoud, en ook niet heel warm. Er groeien naaldbomen, bladverliezende loofbomen en er komen steppen (prairies) voor.
Er komen taiga’s met homogeen bos voor en toendra’s. In toendra’s ontdooit alleen de bovenlaag van de bodem in de zomer en er groeien geen bomen.
Landschapszone waar het nooit warmer dan 10 °C wordt. Het is er te koud voor bomen; er groeien alleen struikachtige planten.
Slide 42 - Sleepvraag
Bekijk de doorsnede van de rivier. Welke omschrijving hoort waar?
Veel erosie
Beetje erosie
Sedimentatie grote stukken
Sedimentatie kleine stukken
Slide 43 - Sleepvraag
Erosie
Erosie
Erosie
Sedimentatie
Sedimentatie
Sedimentatie
Slide 44 - Sleepvraag
In het Taurusgebergte, in het zuidwesten van Turkije, vindt veel ontbossing plaats. Dit leidt in het omliggende gebied regelmatig tot overstromingen. Leg uit dat ontbossing in het Taurusgebergte kan leiden tot overstromingen in het omliggende gebied. Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.
Slide 45 - Open vraag
Chemische Verwering
Mechanische Verwering
Slide 46 - Sleepvraag
Erosie
Verwering
Slide 47 - Sleepvraag
Morene
Puinhelling
Puinwaaier
Een verzameling losse stukken steen die in een gebergte in een vrije val naar beneden zijn gekomen en aan de voet van een helling liggen.
Sediment, neergelegd door een gletsjer.
Kegelvormige puinhelling die ontstaat op een plotselinge overgang in reliëf.