zorg en welzijn formatieve toets Daphne

zorg en welzijn formatieve toets Daphne
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

zorg en welzijn formatieve toets Daphne

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar hoort de longarts bij?
A
Eerste lijns zorg
B
Tweede lijns zorg

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar hoort de huisarts bij?
A
Eerste lijns zorg
B
Tweede lijns zorg

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voorbeeld van zorg uit de eerste lijn?
A
ziekenhuis
B
verpleeghuiszorg
C
huisarts
D
gehandicaptenzorg

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tweedelijnszorg
Eerstelijnszorg
Zorg die direct toegankelijk is, zoals die van de huisarts.
Zorg waar de patiënt een verwijzing voor nodig heeft.

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Eerstelijnszorg
Tweedelijnszorg
Verloskundige
Fysiotherapeut
Tandarts
Neuroloog
Huisarts
Gynaecoloog

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

zelfzorg
mantelzorg
eerstelijns 
zorg

tweedelijns
zorg
hoestdrank kopen bij de drogist
je laat de hond uit van je zieke buurvrouw
Je gaat naar de huisarts voor een blaasontsteking
je moet naar de KNO arts voor controle voor je astma

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is extramuraal
A
Thuiszorg
B
wonen in een instelling

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Extramurale zorg is;
A
zorg binnen de muren van de instelling
B
zorg buiten de muren van de instelling
C
zorg gedeeltelijk binnen de muren, gedeeltelijk buiten de muren.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is intramuraal?
A
Zorg bij iemand thuis
B
Zorg binnen een instelling
C
geen van beide
D
beide antwoorden zijn goed

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verpleeghuiszorg valt onder de intramurale zorg. Wat is intramurale zorg?
A
Zorg buiten de muren van een instelling
B
Zorg binnen de muren van een instelling
C
zorg voor ouderen
D
zorg in het algemeen

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Plaats objectief en subjectief bij de juiste woorden.
Zie les 2: objectief/subjectief
Vriendelijk

12 jaar
Oud
Zwart haar
Lichte ogen
Slim
Objectief
Subjectief
Subjectief
Subjectief
Objectief
Objectief

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een observatie moet altijd .... zijn.
Objectief
Subjectief

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Subjectieve informatie
Objectieve informatie
De mening van de schrijver speelt geen rol.
Niet neutraal
Feiten
   Interpretatie
Informatie gebaseerd op eigen waarneming
Gebaseerd op onderzoek

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Subjectief
Objectief
Feit
Mening

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mantelzorg is;
A
Zorg die geleverd wordt door verpleging
B
Zorg die geleverd wordt door helpende
C
Zorg die geleverd wordt door familie, vrienden of buren.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is ambulante zorg?


A
Zorg bij een cliënt thuis.
B
Zorg in een instelling.
C
Zorg voor mensen met een ernstige beperking.
D
Zorg voor mensen met ernstige psychische problemen.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is mantelzorg?
A
De familie helpt ouderen in plaats van een bedrijf.
B
Kinderen die voor de ouders zorgen.
C
Langdurige zorg voor een naaste.
D
Een mantel voor een ouder persoon kopen .

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vasculaire dementie is dementie wat veroorzaakt wordt door:
A
zenuwschade
B
orgaanschade
C
bloedvatschade
D
nierfalen

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Matig ernstige dementie 
Zeer ernstige dementie 

Bedreigde ik
Ernstige dementie

Verdwaalde ik
Beginnende en milde dementie
Verzonken ik
Verborgen ik

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar staat EPD voor
A
eigen patiëntendossier
B
eerste patiëntendossier
C
elektronisch patiëntendossier
D
eerlijk patiëntendossier

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn voorbeelden van domotica en wat zijn voorbeelden van ADL-hulpmiddelen?
Sleep naar de recherkant en zet op de juiste plek. 

Intercom
Personenalarmsysteem
Ritsopener
Zorgrobot
Toiletverhoger
Tubeknijper
Domotica
ADL-hulpmiddelelen

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

ADL hulpmiddelen zijn er om?
A
Kwaliteit van leven te geven
B
Afhankelijkheid te stimuleren
C
Zorgen voor minder belasting van de rug
D
Zorgen dat er minderen mensen in de zorg nodig zijn

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een belangrijk communicatiemiddel in de care is het ECD.
ECD staat voor:
A
Elektronisch Cliënten Dossier
B
Elektronisch Cliënten Document
C
Elektronische Communicatie Doelen
D
Elektronisch Communicatie Dossier

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is tutoyeren?
A
Iemand aanspreken met u
B
Iemand aanspreken met je, jij of jou
C
Spelen met een kindje
D
Spreken met een ander

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voordeel van het EPD voor zorgverleners?
A
Toegang tot actuele informatie van de zorgvrager, overal beschikbaar.
B
Mogelijkheid om medische fouten te verbergen.
C
Beperkte toegang tot zorginformatie van andere zorgverleners.
D
Verplichte deelname aan het Landelijk Schakelpunt (LSP).

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Decubitus 
Oedeem 
Parkinson
Dementie 

Slide 27 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

verbaal
non-verbaal

Slide 28 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat houdt dementie in?
Dementie is een verzamelnaam voor meer dan vijftig ziektes die.....:
A
Het spier- en zenuwstelsel beïnvloeden
B
Te maken hebben met het achteruitgaan van de zintuigen
C
Waarbij het gedrag verandert en het denkvermogen achteruit gaat
D
Waarbij het gedrag verandert en het denkvermogen vooruit gaat.

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Om professioneel te kunnen handelen bij het begeleiden van de verwerking van ziekte, beperking of behandeling moet je (zelf)kennis, vaardigheden en een goede beroepshouding hebben.

Kies de juiste woorden.

Belangrijk in een professionele omgang met zorgvragers is: ...........................,
het vermogen om je te kunnen inleven.

De begeleiding met zorgvragers kan moeilijk zijn als je te maken krijgt met pijn, verdriet en onmacht. In je werk als verzorgende moet je ...................................


Grenzen bewaken
Empathie
Compassie 
Je gevoels opzij zetten

Slide 30 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit is een ADL hulpmiddel
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quizvraag

Dit helpt je met de alledaagse verrichtingen
Wat is het doel van een ECD?
A
Het huidige of toekomstige zorgproces inzake een cliënt ondersteunen en inzichtelijk maken.
B
Het toekomstige zorgproces inzake een cliënt ondersteunen en inzichtelijk maken.

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is decorumverlies?
A
Een stemmingsstoornis gekenmerkt door een sombere stemming
B
Gevoel van eigenwaarde kwijt weet niet meer wat fatsoenlijk is.

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hieronder staan vijf situaties waarin zorgvrager Tineke om hulp vraagt. Wat moet jij als begeleider doen?  
Verbind de situatie links met de juiste reacties rechts


Ik vertel haar wat ik gezien heb en vraag haar hoe dat komt 
Ik toon begrip en vraag haar wat ze zelf als oplossing heeft bedacht 
Ik leer haar waar ze informatie over hulpinstanties kan vinden
Ik toon begrip voor haar gevoel. Ik hoef geen oplossing te geven 
Ik help haar direct, als het nodig is roep ik een collega. 
Extra hulpmiddelen kunnen gekocht/gehuurd of geleend worden uit een thuiszorgwinkel. Deze kunnen niet aangeschaft worden bij de huisarts. 
Tineke is erg verdrietig en huilt 
Tineke vraagt je waar zij hulp kan krijgen voor haar geestelijke problemen 
Tineke vertelt je dat ze zich eenzaam voelt en vraagt jou wat ze eraan kan doen 
Tineke is uit de rolstoel gevallen en roept om hulp 
Tineke zorgt de laatste tijd niet goed voor zichzelf. Ze wast zich niet goed 
Tineke wilt graag gebruik maken van andere ADL-hulpmiddelen en belt de huisarts om deze aan te schaffen. 

Slide 34 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies