Thema B §2 + toetsweek 2-11

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Thema B §2 + toetsweek 2-11

Goedemorgen!

• Ga rustig zitten
  
• Klap je laptop dicht
  

Terugblik

Signaalwoorden
Tekstverbanden

Lesdoelen

• Aan het einde van deze les weet je wat de inleiding van een tekst is en kan je deze aanwijzen
  
• Aan het einde van deze les weet je wat het slot is van een tekst en kan je deze aanwijzen 
  
• Aan het einde van deze les weet je wat de functies zijn van de inleiding en het slot in een tekst

Inleiding aan begin van de tekst of aan het einde?

1. Begin
2. Einde

Slot aan het begin van de tekst of aan het einde?

1. Begin
2. Einde

Inleiding

• Eerste deel van de tekst
  
• Een of meerdere alinea's
  
• Functie:
  
• Onderwerp aangeven + lezer nieuwsgierig maken
  
• Vragen stellen of kort verhaal
  

Slot

• Laatste deel van tekst
  
• Een of meerdere alinea's
  
• Functie:
  
• Hoofdgedachte, advies, antwoord op vraag of vooruitblik
  

Oefenen!

Welke alinea's zijn de inleiding en het slot?
Waarom?

Zelfstandig werken:

• Ga naar de online methode
  
• Ga naar de planning: thema B §2 inleiding en slot 2-11
  
• Dit is huiswerk!
  
• Heb je vragen? Stel ze!
  
• Klaar? Lezen uit leesboek
  

Korte pauze!

Volgende week

• Toets! Staat op SOMtoday
• Op papier
• Leerstof + bladzijdes op SOM

Lesdoelen

• Aan het einde van deze les weet je het verschil tussen actiespanning en psychologische spanning
  
• Aan het einde van deze les ken je drie voorbeelden van beeldspraak 
  

Waar denk je aan bij
het woord "spanning"?

Spanning

• Spanning: gevaarlijk, onverwacht
  
• Actiespanning: door een handeling
  
• Ontvoering, schietpartij, geweld
  
• Psychologische spanning: betrokkenheid personage, vragen
  
• Meeleven personage, antwoorden op vragen
  

Beeldspraak

• Gebruik van woorden in figuurlijke betekenis
  
• Iets anders bedoeld dan dat er staat
  
• Ik kookte van woede
  
• Schat van een kind
  
• Er als een speer vandoor gaan
  

3 soorten beeldspraak

• Vergelijking: iets of iemand vergelijken met iets anders
  
• Hij is zo sterk als een beer
  
• Uitdrukkingen
  
• Lachen als een boer met kiespijn
  
• Personificatie: iets niet menselijks krijgt een menselijke eigenschap
  
• Een eigenwijze computer
  

"Ik stond met een bek vol tanden"

1. Vergelijking
2. Uitdrukking
3. Personificatie

"Het hoofdstuk stopte zonder antwoord te geven op de vraag. Ik vind dit zo spannend!"

1. Actiespanning
2. Psychologische spanning

Let op: cliffhanger benoemen!

Zelfstandig werken:

• Ga naar de online methode
  
• Ga naar de planning: Cursus 3 §4 + §5 spanning en beeldspraak 2-11
  
• Dit is huiswerk!
  
• Heb je vragen? Stel ze!
  
• Klaar? Andere planning afmaken
  

Volgende week toets

Cursus 1 §3 + §4 + Thema B §2

Staat op SOM!

Op papier

Neem je boek mee als je wilt leren

Checken

Noem een uitdrukking of personificatie

Tot volgende week!

• Vergeet je huiswerk niet!
  
• Staat op SOM