Havo 1 - na toetsweek

• Duits
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 2
• Leerroute 1

Heute

- Herhaling: haben,sein

- Logo video

- Herhalingsopdrachten

- Kruiswoordpuzzel

Herzlich Willkommen zurück liebe Schüler!

Personalpronomen

Sleep het juiste Duitse persoonlijk voornaamwoord naar het Nederlandse persoonlijk voornaamwoord

ik

jij

hij

zij e.v.

wij

jullie

het

u

zij

ich

ihr

er

es

wir

du

sie e.v

Sie

sie

Vertaal het woord tussen haakjes.
Das ist Frau Stolze.
(Zij) wohnt neben uns.

1. er
2. sie
3. es

Vertaal het woord tussen haakjes.
Mein Freund heißt Julian.
(Hij) ist 15 Jahre alt.

1. er
2. sie
3. es

Vertaal het woord tussen haakjes.
Das ist ein Kind.
(Het) ist noch ein Baby.

1. er
2. sie
3. es

haben & sein

maak de juiste combinaties

sleep de werkwoorden naar het juiste persoonlijk voornaamwoord op de volgende dia's

het werkwoord haben

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

sie/Sie

habe

hast

hat

haben

habt

haben

het werkwoord sein

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

sie/Sie

bin

bist

ist

sind

seid

sind

(haben)............... du Zeit für mich?

Ich weiß nicht, was ich falsch gemacht ................(haben).

(sein).................. du müde?

(sein).............. Sie schon wieder krank?

Wir ...............(haben) unseren Eltern eine Karte geschrieben.

Ich ........ (sein) jetzt vierzehn Jahre alt.

Johann, wo............... (haben) du deine Hausaufgaben gelassen?

(sein).............. ihr froh, das es bald Urlaub ist?

www.zdf.de

Erster Teil

1. Waar zijn we op de wereld?
2. Waardoor is de lucht zo vies?
3. Welke maatregel wordt genomen voor de kinderen?
4. Wanneer is de lucht schoon genoeg?

Zweiter Teil

1. Welke ziekte heerst er in deze tijd van het jaar?

2. Welke 3 tips worden gegeven voor een goede weerstand?

Herhaling opdrachten

Was?     Maken opdracht 1, 2 en 3

Wie?      Vul de juiste vraagwoorden en vervoegingen in.

Buch?   Seite 174, Aufgabe 1, 2 und 3

Zeit?      15 Minuten

Fertig?  Nakijken met klas

Kruiswoordpuzzel

Was?      Kruiswoordpuzzel met de woordjes van de woordenlijst.

Wie?       Zoek de juiste betekenis bij de beschrijving.

Buch?    Wörterliste A und B, Seite 76 im Buch

Zeit?       10 Minuten

Fertig?   Lösung?

Auf wiedersehen